Skip to main content
Top
Gepubliceerd in:

01-10-2011 | Forum

Ben je gereed voor SEED?

Auteurs: Prof. dr. G. Pieters, Dr. J. Vanderlinden

Gepubliceerd in: Psychopraktijk | Uitgave 5/2011

Log in om toegang te krijgen
share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

Eetstoornissen, die vaak worden beschouwd als acute stoornissen waarvan patiënten ofwel genezen ofwel sterven, blijken vaak een langdurig beloop te kennen. In de Engelse vakliteratuur deed hiervoor enkele jaren geleden een nieuw acroniem zijn intrede: ‘SEED’ (Severe and Enduring Eating Disorders). In plaats van de geijkte behandeling, lijkt deze groep patiënten meer gebaat met een rehabilitatieve aanpak, waarbij beperkte doelstellingen en acceptatie en ondersteuning van bepaalde handicaps voorop staan.
Literatuur
1.
go back to reference Een fictieve verzameling van verschillende casussen Een fictieve verzameling van verschillende casussen
2.
go back to reference Robinson P (2009)Severe and Enduring Eating Disorder (SEED). Management of complex presentations of anorexia and bulimia nervosa. Chichester: Wiley- Blackwell Robinson P (2009)Severe and Enduring Eating Disorder (SEED). Management of complex presentations of anorexia and bulimia nervosa. Chichester: Wiley- Blackwell
3.
go back to reference Er wordt een spectrum van stigmatisering beschreven, gaande van stoornissen waarvan patiënten als slachtoffers worden beschouwd (bijv. dementie), over stoornissen zoals depressie tot de stoornissen waarvan wordt gedacht dat patiënten ‘ervoor kiezen’, zoals addicties, persoonlijkheidsstoornissen en… eetstoornissen Er wordt een spectrum van stigmatisering beschreven, gaande van stoornissen waarvan patiënten als slachtoffers worden beschouwd (bijv. dementie), over stoornissen zoals depressie tot de stoornissen waarvan wordt gedacht dat patiënten ‘ervoor kiezen’, zoals addicties, persoonlijkheidsstoornissen en… eetstoornissen
4.
go back to reference Zowel percentages als duur tot het bereiken van een stabiel aantal zonder verbetering verschilt tussen de studies. Zo beschrijft Theander (1985) dat na 10 jaar 7% van de AN-patiënten nog altijd aan de stoornis lijden; Fichter (2006) spreekt over 20% na 6 jaar en Deter ea in 1994 verwijzen naar 17% chronisch zieke AN-patiënten na 6 jaar. Terwijl Wentz ea (2009) een stabiele 6% zieke patiënten vinden na 6 jaar. Zowel percentages als duur tot het bereiken van een stabiel aantal zonder verbetering verschilt tussen de studies. Zo beschrijft Theander (1985) dat na 10 jaar 7% van de AN-patiënten nog altijd aan de stoornis lijden; Fichter (2006) spreekt over 20% na 6 jaar en Deter ea in 1994 verwijzen naar 17% chronisch zieke AN-patiënten na 6 jaar. Terwijl Wentz ea (2009) een stabiele 6% zieke patiënten vinden na 6 jaar.
5.
go back to reference Noordenbos G ea (2002) Characteristics and treatment of patients with chronic eating disorders.Eating disorders 10: 15–29PubMedCrossRef Noordenbos G ea (2002) Characteristics and treatment of patients with chronic eating disorders.Eating disorders 10: 15–29PubMedCrossRef
6.
go back to reference Arkell J & Robinson P (2008) A pilot case series using qualitative and quantitative methods: biological, psychological and social outcome in severe and enduring eating disorder (anorexia nervosa).International journal of eating disorders 41: 650–656PubMedCrossRef Arkell J & Robinson P (2008) A pilot case series using qualitative and quantitative methods: biological, psychological and social outcome in severe and enduring eating disorder (anorexia nervosa).International journal of eating disorders 41: 650–656PubMedCrossRef
7.
go back to reference Deegan PE (1988) Recovery: the lived experience of rehabilitation.Psychosocial rehabilitation journal 11: 11–19 Deegan PE (1988) Recovery: the lived experience of rehabilitation.Psychosocial rehabilitation journal 11: 11–19
Metagegevens
Titel
Ben je gereed voor SEED?
Auteurs
Prof. dr. G. Pieters
Dr. J. Vanderlinden
Publicatiedatum
01-10-2011
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
Gepubliceerd in
Psychopraktijk / Uitgave 5/2011
Print ISSN: 1878-4844
Elektronisch ISSN: 2210-7754
DOI
https://doi.org/10.1007/s13170-011-0071-z