Van oudsher is armenzorg en later welzijnswerk het domein geweest van particulier initiatief. Met de toenemende professionalisering van het welzijnswerk nam ook de overheidsbemoeienis toe. Het welzijnswerk werd gezien als een instrument voor het monitoren en bevorderen van de (geestelijke) volksgezondheid. Als motief voor de bemoeienis van de overheid, speelde de openbare orde echter een steeds grotere rol. Wat traditioneel gezien werd als een particulier of privaat probleem, bleek soms, zoals in het geval van drugsverslaving, grote maatschappelijke impact te hebben. Bijvoorbeeld voor kinderen die bij verslaafde ouders opgroeiden.