Skip to main content
Top

2017 | OriginalPaper | Hoofdstuk

7. Belangen van derden: medische verklaringen, keuringen en adviezen

Auteur : Mr. L. E. Kalkman-Bogerd

Gepubliceerd in: Leerboek Gezondheidsrecht

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

Handelingen op het gebied van de individuele gezondheidszorg worden niet altijd uitsluitend verricht ten behoeve van de curatieve hulpverlening. Medische handelingen met een niet-curatief doel zijn bijvoorbeeld het afgeven van een doktersbriefje voor school, medische advisering in aansprakelijkheidszaken, en het uitvoeren van een medische keuring voor een verzekeraar of arbodienst.
Voetnoten
1
Soms geeft een arts een verklaring op niet-medische gronden af, bijvoorbeeld over iemands karakter of over de vraag of iemand wel of niet een goede ouder is; ook deze verklaring wordt een medische verklaring genoemd.
 
2
CTG 25 augustus 2016, ECLI:NL:TGZCTG:2016:270.
 
3
Bij de Richtlijn is een online verwijzing naar het zogenoemde ‘weigeringsbriefje’ opgenomen. Dit briefje kunnen behandelend artsen aan hun patiënten geven die om een medische verklaring verzoeken. De patiënt heeft wel recht op een afschrift van zijn medische gegevens, art. 7:456 BW (WGBO); zie par. 2.​2.​5.
 
4
CTG 5 februari 2002, Stcrt. 2002, 38.
 
5
CTG 30 augustus 2012, LJN: YG2308; Zie ook RT Amsterdam 10 augustus 2010, Med Contact 2011;66:44–6, LJN: YG0506.
 
6
CTG 25 juni 2013, ECLI:NL:TGZCTG:2013:15, Med Contact 2013;68:1798-801.
 
7
CTG 30 januari 2014, ECLI:NL:TGZCTG:2014:17 In deze uitspraak scherpt het Centraal Tuchtcollege de criteria aan waaraan een deskundigenrapport wordt getoetst. In de casus ging het om een forensisch arts die in opdracht van de rechter een deskundigenrapportage heeft uitgebracht. Deze voorwaarden zijn opgenomen in par. 2.1 van de KNMG-richtlijn Omgaan met medische gegevens (2016).
 
8
Sinds juli 2010 wordt aan de vreemdeling voor aanvang van de asielzoekersprocedure een medisch onderzoek aangeboden om in een vroeg stadium medische behandeling te kunnen starten (Wijziging van het Vreemdelingenbesluit 2000, Stb. 2010, 244). Nu dit onderzoek primair wordt uitgevoerd met het oog op medisch behandeling en niet met het oog op de beoordeling van het asielverzoek is hier geen sprake van een medische keuring.
 
9
CTG 29 juni 2006, TvGR 2006/39; Stcrt. 2006, 130, pag. 14.
 
10
CTG 7 juni 2016, ECLI:NL:TGZCTG:2016:208.
 
11
CTG 12 maart 2015, ECLI:NL:TGZCTG:2015:83.
 
12
CTG 24 maart 2015, ECLI:NL:TGZCTG:2015:101.
 
13
CTG 19 december 2013, ECLI:NL:TGZCTG:2013:164.
 
14
CTG 21 juni 2012, LJN: YG2149.
 
15
CTG 15 mei 2012, LJN: YG2029.
 
16
Art. 1a WMK.
 
17
Het Protocol Verzekeringskeuringen (2011) is te raadplegen via www.​verzekeraars.​nl.
 
18
Besluit aanstellingskeuringen, Stb. 2001, 597 en Stb. 2006, 674; Besluit klachtenbehandeling aanstellingskeuringen, Stb. 2001, 598. Beide Besluiten zijn in 2012 gewijzigd Stb. 2012, 437) en op 1 oktober 2012 in werking getreden (Stb. 2012, 436).
 
19
Art. 2 WMK.
 
20
Art. 4 WMK. Behalve specifieke regels voor aanstellingskeuringen zijn in dit artikel een aantal keuringsverboden opgenomen voor verzekeringen die gerelateerd zijn aan de dienstbetrekking (bijvoorbeeld een pensioenvoorziening of een aanvullende arbeidsongeschiktheidsverzekering).
 
21
Dit hoeft niet elke keer maar slechts eenmalig als het gaat om één bepaalde functie en de omstandigheden ongewijzigd zijn. Verder is advisering niet verplicht als een categorale wettelijke regeling een aanstellingskeuring voorschrijft.
 
22
Op de website van de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (www.​aanstellingskeur​ingen.​nl) zijn de oordelen van de Klachtencommissie terug te vinden. Ook door de Klachtencommissie uitgebrachte adviezen en aanbevelingen alsmede de jaarverslagen zijn daarop gepubliceerd.
 
23
CKA 14 juli 2008, TvGR. 2008/45.
 
24
CKA 7 februari 2006-01. De casus heeft ook geleid tot een tuchtrechtelijke procedure: CTG 30 september 2008, GJ 2008/144.
 
25
CKA 2013-04.
 
26
CKA 2015-02.
 
27
CKA-advies 2011-14.
 
28
CPKA Jaarverslag 2011, pag. 8-9.
 
29
Evenmin hoefde een sollicitant tijdens zijn sollicitatiegesprek te vermelden dat hij besmet was met hiv, omdat deze besmetting niet was aan te merken als een wezenlijke beperking voor de functie van kapper. Er was geen sprake van een dringende reden voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst; Kantonrechter Utrecht 28 januari 2005, NJ Feitenrechtspraak 2005, 188.
 
30
Zie Kalkman-Bogerd LE, Kalkman WMA. Tekst & Commentaar Gezondheidsrecht 2015. Art. 4 Wet op de medische keuringen, aant. 2.
 
31
Art. 5, 6 en 7 WMK.
 
32
Voor levensverzekeringen geldt per 29 december 2015 een grens van € 268.125. Voor arbeidsongeschiktheidsverzekeringen geldt vanaf die datum een bedrag van € 38.877 voor het eerste jaar van arbeidsongeschiktheid en voor de daaropvolgende jaren een bedrag van € 26.026. Eens in de drie jaar dienen deze bedragen te worden aangepast.
 
33
Art. 10 WMK.
 
34
Art. 8 lid 2 WMK.
 
35
Art. 5 Besluit aanstellingskeuringen.
 
36
Art. 5 Protocol Verzekeringskeuringen (2011). RT Groningen 10 mei 2004, Stcrt. 2004, 122, pag. 18.
 
37
Art. 11 WMK.
 
38
Art. 8 Protocol Verzekeringskeuringen (2011).
 
39
Art. 12 WMK.
 
40
Voor verzekeringskeuringen is dit verder uitgewerkt in art. 10 Protocol Verzekeringskeuringen (2011).
 
41
Art. 13 en 14 WMK.
 
42
Stb. 2001, 598, gewijzigd in 2012, Stb. 2012, 437 en Stb. 2012, 436.
 
44
Hierdoor is art. 13 lid 1 WMK gewijzigd. De mogelijkheid om via zelfregulering een klachtencommissie voor aanstellingskeuringen in te stellen, is vervallen. In 2016 is het Besluit klachtenbehandeling aanstellingskeuringen geëvalueerd (Bijlage bij Kamerstukken II 2016/17, 28171, nr. 10).
 
45
Stcrt. 8 januari 2007, 5, pag. 22. Stb. 2006, 520, pag. 188.
 
47
Reglement Ombudsman en Geschillencommissie financiële dienstverlening (vanaf 1 oktober 2014).
 
48
Een bindend advies is mogelijk als in de uitspraak geen bedrag boven de € 250.000 wordt toegewezen en de verzekeraar lid is van het Verbond van Verzekeraars of de Nederlandse Vereniging van Banken. In andere gevallen geldt een limiet van € 100.000.
 
49
Art. 5 Reglement Commissie van Beroep financiële dienstverlening. Zie verder Kalkman WMA. Levensverzekering. Derde druk. Deventer: Kluwer; 2013, pag. 429–39.
 
50
ZonMw. Evaluatie Wet op de medische keuringen. Den Haag: ZonMw; 2001; Kabinetsstandpunt, Kamerstukken II 2001/02, 28172, nr. 1.
 
51
ZonMw. Tweede evaluatie Wet op de medische keuringen. Den Haag: ZonMw; 2007; Kabinetsstandpunt, Kamerstukken II 2007/08, 28172, nr. 5.
 
52
Stb. 2012, 146 (wijziging WMK); Stb. 2012, 437 (wijziging Besluit aanstellingskeuringen en Besluit klachtenbehandeling aanstellingskeuringen); Stb. 2012, 436 (inwerkingtreding wijzigingen WMK en besluiten).
 
53
Kamerstukken II 2016/17, 28171, nr. 10: aanbieding van de evaluatie van het wijzigingsbesluit klachtenbehandeling aanstellingskeuringen met een beleidsreactie van de minister van SZW. Het evaluatierapport is een bijlage bij dit kamerstuk.
 
54
Art. 464 lid 1 WGBO. Deze bepaling inzake het van toepassing verklaren van de WGBO op situaties waarin geen behandelingsovereenkomst is gesloten, geldt niet alleen voor medische keuringen maar ook voor andere situaties waarin er geen behandelingsovereenkomst is maar wel handelingen op het gebied van de geneeskunst worden verricht. Zie verder par. 2.​2.
 
55
Art. 464 lid 2 sub a WGBO.
 
56
Voor keuringsgegevens in het kader van een tot stand gebrachte particuliere verzekering geldt een wettelijke bewaartermijn van 7 jaar die waarschijnlijk aanvangt na beëindiging van de verzekering (art. 3:15i jo. art. 2:10 lid 3 BW).
 
57
Wijziging WGBO, Stb. 2006, 29, bewaartermijn verlengd tot vijftien jaar.
 
58
Wijziging WGBO, Stb. 2006, 29. art. 464 lid 2 sub b WGBO.
 
59
Voor rijbewijskeuringen geldt het blokkeringsrecht: RvS 25 februari 2009, LJN BH 4006, GJ 2009/56; RvS 7 oktober 2015, ECLI:NL:RVS:2015:3089. Zie ook www.​cbr.​nl.
 
60
In de meeste gevallen vloeit de medische beoordeling voort uit een aansprakelijkheidsverzekering. Deze verzekering wordt niet beschouwd als een burgerrechtelijke verzekering: wijziging WGBO, Kamerstukken II 2004/05, 30049, nr. 3, Pag. 5. HR 26 maart 2004, LJN: AO1330, NJ 2009, 340 (Levob), m.nt. FCB van Wijmen. HR 12 augustus 2005, LJN: AT3477, NJ 2009, 341 (Univé), m.nt. FCB van Wijmen. Zie voor een kritisch commentaar op de arresten van de Hoge Raad: Kalkman-Bogerd LE, Kalkman WMA, AV&S 2004:207–10 en AV&S 2005:218–22.
 
61
Art. 14 lid 6 Arbeidsomstandighedenwet, Art. 74 lid 4 Wet Suwi. Art. 457 (geheimhouding) en 464 lid 2 sub b (blokkeringsrecht) WGBO zijn op deze situaties niet van toepassing. Zie bijvoorbeeld CTG 12 januari 2016, ECLI:NL:TGZCTG:2016:31:bedrijfsarts schakelt in het kader van de beoordeling van arbeidsongeschiktheid een psychiater in voor het verrichten van psychiatrisch onderzoek. Betrokkene heeft niet het recht de rapportage van de psychiater aan de bedrijfsarts tegen te houden.
 
62
Zie Hof Amsterdam 28 juni 2011, LJN: BR5290, NJ 2011, 377: het blokkeringsrecht geldt niet indien sprake is van een deskundigenbericht ter vaststelling van een aanspraak op grond van een gesloten arbeidsongeschiktheidsverzekering. Zie ook CTG 16 april 2013, ECLI:NL:TGZCTG:2013:YG2852: onderzoek in het kader van een herbeoordeling van de arbeidsongeschiktheid op grond van een gesloten arbeidsongeschiktheidsverzekering, blokkeringsrecht niet van toepassing.
 
63
Wijziging WGBO, Kamerstukken II 2004/05, 30049, nr. 3, pag. 4.
 
64
Zie hierover Wilken A. Het medisch beoordelingstraject bij letselschade; een aantal onderwerpen nader uitgediept. Verkeersrecht 2016:182–8; Wilken A. De doolhof van het blokkeringsrecht. Expertise en recht 2011:135–41.
 
65
Art. 7:629 lid 1 BW.
 
66
Art. 14 lid 8 en art. 13 lid 5 en 6 Arbeidsomstandighedenwet.
 
67
RT Eindhoven 2 mei 2011, LJN: YG1074.
 
68
RT Eindhoven, 25 april 2007, Stcrt. 2007, 152 (berisping).
 
69
RT Zwolle, 15 november 2007, TvGR 2008/23 (waarschuwing).
 
70
RT Zwolle, 1 februari 2007, Stcrt. 2007, 59; TvGR 2007/16 (klacht gegrond maar geen maatregel, wegens ontbreken van duidelijke gedragsregel. RT Zwolle heeft deze gedragsregel nu geformuleerd).
 
71
CTG 24 juli 2012, LJN: YG2255.
 
72
Art. 7:611 BW.
 
73
CTG 27 maart 2012, ECLI:NL:TGZCTG:2012:YG1940, Med Contact 2012;67:1.230–3: borstonderzoek bij werkneemster was niet proportioneel en viel buiten het deskundigheidsgebied van de bedrijfsarts. CTG 27 maart 2012, ECLI:NL:TGZCTG:2012:LJN:YG1945: het door de bedrijfsarts uitgevoerde lichamelijke onderzoek stond niet in verhouding tot de door werkneemster geuite klachten over een burn-out.
 
74
Art. 7:629 lid 3 sub d BW.
 
75
Art. 7:629 lid 3 sub b BW.
 
76
Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA, Stb. 2005, 572 en 573). In de WIA zijn voor de verzekerde verplichtingen opgenomen om mee te werken aan onderzoek en behandeling, art. 27, 28 en 29 WIA.
 
77
CTG 17 december 2002, TvGR 2003/27.
 
78
CTG 5 september 2002, TvGR 2002/75.
 
79
CTG 1 september 2011, LJN: YG1335, Med Contact 2011;66:3.044–7.
 
80
CTG 28 januari 2016, ECLI:NL:TGZCTG:2016:56: de machtiging was ook in te algemene bewoordingen gesteld.
 
81
NVAB-Beroepscode voor bedrijfsartsen (NVAB 1989); KNMG-code Gegevensverkeer en samenwerking bij arbeidsverzuim en re-integratie (2006); KNMG-richtlijn Omgaan met medische gegevens (2016).
 
82
Arbeidsrelevante aandoeningen zijn aandoeningen van psychische of somatische aard die al of niet veroorzaakt worden door het werk, maar in alle gevallen het functioneren op het werk nadelig beïnvloeden.
 
83
Leidraad Verwijzen door de bedrijfsarts (NVAB 2004).
 
84
CTG 30 september 2008, Stcrt. 2008, 212.
 
85
De Leidraad Aanstellingskeuringen (2005) is te vinden op de website www.​aanstellingskeur​ingen.​nl onder Regelgeving.
 
86
In de Leidraad Aanstellingskeuringen (2005), pag. 118 en 120, wordt gesproken over ondersteunend personeel/personeel dat de bedrijfsarts bijstaat.
 
87
Leidraad Aanstellingskeuringen (2005), pag. 120.
 
88
Of voor deze rapportage ook het blokkeringsrecht geldt, is niet duidelijk. Wellicht is dit naar analogie van de rechtspraak over deskundigenrapportages in aansprakelijkheidszaken mogelijk. Zie par. 7.3.5.
 
89
Art. 7:658a lid 5 BW.
 
90
Zie ook CTG 13 september 2007, Stcrt. 2007, 183, Med Contact 2007;62:2.086–7 (Bedrijfsarts mag zonder toestemming van betrokkene (medisch) noodzakelijke informatie aan de arts van het UWV verstrekken) en CTG 13 september 2007, Stcrt. 2007, 183; TvGR 2008/4 (opvragen informatie bij bedrijfsarts door verzekeringsarts in opleiding zonder toestemming van betrokkene eveneens toegestaan).
 
91
Art. 7:629 BW.
 
92
Art. 2 lid 2 Regeling procesgang eerste en tweede ziektejaar.
 
93
CTG 15 mei 2014, ECLI:NL:TGZCTG:2014:197: behalve het niet opstellen van de probleemanalyse wordt de als arbo-arts werkzame arts nog meer verweten, zoals het ten onrechte voeren van de beroepstitel bedrijfsarts, het onvoldoende onderbouwen van zijn oordeel en grensoverschrijdend gedrag door het doen van zeer negatieve uitlatingen over een behandelaar. Hij wordt voor drie maanden voorwaardelijk geschorst met een proeftijd van twee jaar. RT Zwolle 8 maart 2012, LJN: YG1834.
 
94
KNMG-code Gegevensverkeer en samenwerking bij arbeidsverzuim en reïntegratie (2006), Deel B, par. 3; NVAB/Boaborea, Leidraad Bedrijfsarts en privacy (2011) deel 1 par. 3.
 
95
www.​autoriteitpersoo​nsgegevens.​nl. De Autoriteit Persoonsgegevens heeft in 2016 beleidsregels opgesteld voor de verwerking van persoonsgegevens over de gezondheid van zieke werknemers.
 
96
NRC Handelsblad 2 april 2009.
 
97
CTG 22 januari 2002, TvGR 2002/23.
 
98
Art. 64 WIA.
 
99
Art. 65 WIA.
 
100
Art. 25 lid 5 WIA.
 
101
Art. 54 Wet Suwi.
 
102
RT Groningen 8 december 2003, Stcrt. 2004, 33.
 
103
Zie ook de NVAB-leidraad Verplichte medische keuringen van werknemers tijdens hun dienstverband (2007). In deze leidraad is onder andere een stappenplan opgenomen voor de bedrijfsarts die bij een verplichte medische keuring wordt betrokken.
 
104
In Deel B, par. 4, pag. 9–10 van deze Code wordt gesproken over een arbodomein met een functioneel leider, meestal de bedrijfsarts.
 
105
NVAB/Boaborea, Leidraad Bedrijfsarts en privacy; 2011, pag. 15.
 
106
Art. 7:629a lid 4 BW.
 
107
De KNMG adviseert behandelaren alleen met gerichte toestemming van betrokkene informatie te verstrekken (KNMG-richtlijn Omgaan met medische gegevens, 2016).
 
108
Art. 8:48 Awb.
 
109
De Jong gaat er in zijn preadvies van uit dat de bepaling in zijn geheel geen grond biedt voor gegevensverstrekking zonder toestemming; Jong EJC de. Het beroepsgeheim en derdenbelangen. In: Veen EB van, Jong EJC de, Kastelein WR. Het beroepsgeheim. Continuïteit en verandering. Preadvies Vereniging voor Gezondheidsrecht 2004. Den Haag: Sdu Uitgevers; 2004, pag. 119.
 
110
Art. 74 lid 4 Wet Suwi.
 
111
Bedrijfsartsen en arbodiensten in art. 54 lid 3; re-integratiebedrijven in art. 54 lid 10 Wet Suwi.
 
112
UWV Richtlijn Beheer gegevens vallen onder het medisch beroepsgeheim van de verzekeringsarts (2010), art. V 17.3 en art. V 18.1. Art. 73 lid 4 Wet Suwi.
 
113
KNMG-richtlijn Omgaan met medische gegevens (2016), par. 2.3.
 
114
CTG 13 september 2007, Stcrt. 2007, 183; TvGR 2008/4; CTG 30 september 2008, Stcrt. 2008, 412. zie ook par. 7.4.3 onder ‘Bedrijfsarts en ziekteverzuimbegeleiding’.
 
115
UWV Richtlijn Beheer gegevens vallen onder het medisch beroepsgeheim van de verzekeringsarts (2010), art. I.5; KNMG-richtlijn Omgaan met medische gegevens (2016), par. 2.3; KNMG-code Gegevensverkeer en samenwerking bij arbeidsverzuim en reïntegratie (2006), Deel B par. 5.
 
116
Art. 74 Wet Suwi.
 
117
UWV Richtlijn, art. III 14 en art. III 15.
 
118
UWV Richtlijn, par. III. IV en V.
 
119
CTG 11 mei 2010, LJN: YG0274. De minister van VWS wil het melden van fraude wettelijk regelen (Kamerstukken II 2012/13, 33400 XVI, nr. 129). In de gewijzigde Wet Suwi (Stb. 2013, 405) zijn bepalingen opgenomen om fraude met uitkeringen tegen te gaan. Een meldplicht (of meldbevoegdheid) voor de verzekeringsgeneeskundige is niet opgenomen. Om zorgfraude door artsen tegen te gaan, wordt de Wet marktordening gezondheidszorg gewijzigd (kamerstuknummer 33980). Verder geldt per 1 januari 2017 het Convenant ‘inzet onafhankelijk deskundige arts bij signalen en verdenkingen van fraude in de zorg’. Ook in dit Convenant gaat het om vermoedens van zorgfraude door een arts en niet om fraude met uitkeringen op grond van sociale zekerheidswetgeving.
 
120
Art. 8:42 Awb.
 
121
Art. 8:48 Awb.
 
122
UWV Richtlijn Beheer gegevens vallend onder het medisch beroepsgeheim van de verzekeringsarts (2010), art. V 20.2.
 
123
Par. 12.2, art. 103-110 WIA (Bijzondere bepalingen in verband met medische beschikkingen).
 
124
Art. 105 WIA. Zie ook: Jong EJC de. Het beroepsgeheim en derdenbelangen. In: Veen EB van, Jong EJC de, Kastelein WR. Het beroepsgeheim. Continuïteit en verandering. Preadvies Vereniging voor Gezondheidsrecht 2004. Den Haag: Sdu Uitgevers; 2004, pag. 116–8, voor een uitgebreide bespreking van de medischebesluitenregeling.
 
125
In de UWV-richtlijn wordt de tuchtrechtelijke procedure tegen de verzekeringsarts genoemd en ook de civielrechtelijke procedure tegen de verzekeringsarts of het UWV als die betrekking heeft op het handelen van de verzekeringsarts. Bij die laatste procedure wordt in de Richtlijn echter geadviseerd om toch eerst toestemming aan de betrokken werknemer te vragen, UWV Richtlijn art. V 18.2, 19.2 en 20.2.
 
126
Art. 7:629a lid 5 BW. Zie ook par. 7.4.3.
 
127
Voor de geneeskundig adviseur in particuliere verzekeringszaken en handelend in opdracht van de aansprakelijkheidsverzekeraar via art. 464 WGBO; voor de geneeskundig adviseur van de belangenbehartiger rechtstreeks op grond van art. 446 lid 1 WGBO.
 
128
Tenzij het een keuring betreft in verband met een aansprakelijkheidsverzekering. In dat geval is het blokkeringsrecht wel van toepassing, zie par. 7.3.5.
 
129
Ook de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) en de Gedragscode Verwerking Persoonsgegevens Financiële Instellingen (2010) zijn van toepassing op de werkzaamheden van de geneeskundig adviseur. Zie hierover: Kalkman-Bogerd LE, Kalkman WMA. Verzamelen van en omgaan met medische gegevens in een woud van regels. In het geval van medische keuringen en geneeskundige advisering bij particuliere verzekeringen. Het Verzekerings-Archief 2014;91:5–21.
 
130
Beroepscode voor geneeskundig adviseurs werkzaam in particuliere verzekeringszaken en/of personenschade (2011).
 
131
De GBL dateert uit 2006 en is in 2012 aangepast, waarbij de beginselen 9 en 12 zijn vervangen door de medische paragraaf, die als aparte bijlage bij de GBL wordt uitgegeven. De GBL en de GOMA (2012) zijn beide te vinden op de website van de Letselschaderaad (voorheen Nationaal Platform Personenschade), www.​deletselschadera​ad.​nl. De GOMA wordt herzien. Nieuw in de GOMA 2.0 zijn onder andere de medische machtiging en een regeling voor ziekenhuizen die zelf aansprakelijkstellingen afhandelen.
 
132
Art. 1 lid 6, art. 3 en 4 lid 1 van de Beroepscode voor geneeskundig adviseurs.
 
133
CTG 19 juli 2007, Stcrt. 2007, 144, pag. 19, Med Contact 2007;62:1686–9.
 
134
CTG 24 februari 2009, Med Contact 2009;64:1.082–4. Zie in gelijke zin RT Amsterdam 21 juli 2009, Med Contact 2009;64:1729–31. Het RT legde de medisch adviseur een berisping op, omdat hij voor vergelijkbare feiten al twee keer was gewaarschuwd en omdat hij geen inzicht heeft getoond. Zie ook CTG 20 januari 2015, ECLI:NL:TGZCTG:2015:28: medisch adviseur wekt suggestie dat betrokkene onware getuigenverklaringen heeft overgelegd, dan wel jaren ten onrechte een WAO-uitkering heeft ontvangen.
 
135
Het gebruik van stellige bewoordingen in het advies is wel toegestaan, als het advies goed is onderbouwd. Een neuroloog die als deskundige aan de rechtbank advies uitbrengt naar aanleiding van een geschil over een Wajong-uitkering (hersenletsel door verkeersongeval), spreekt in zijn rapportage over het op zich nemen van de ‘slachtofferrol’, ‘is zich als invalide gaan gedragen’ en ‘had veel harder aangepakt en ook veel meer geactiveerd moeten worden’. Deze bewoordingen zijn niet tuchtrechtelijk verwijtbaar, omdat het advies goed is opgesteld en onderbouwd, CTG 20 augustus 2015, ECLI:NL:TGZCTG:2015:253, Med Contact 2015;70:1.762–4.
 
136
Art. 4 lid 4 Beroepscode voor geneeskundig adviseurs.
 
137
CTG 24 februari 2009, Stcrt. 2009, 46; CTG 21 juni 2012, Stcrt. 2012, 13101.
 
138
Art. 4 lid 3 en lid 4 Beroepscode voor geneeskundig adviseurs.
 
139
Volgens het CTG is toestemming voor informatieverstrekking aan de keurend arts niet vereist, CTG 31 augustus 2004, 2003.178, Med Contact 2004;59:1.796–8; In de Beroepscode voor geneeskundig adviseurs en de KNMG-richtlijn Omgaan met medische gegevens (2016) is toestemming niet als voorwaarde opgenomen. De Gedragscode verwerking persoonsgegevens financiële instellingen lijkt toestemming wel als voorwaarde te stellen. Voor het verstrekken van medische gegevens door de geneeskundig adviseur aan een arbeidsdeskundige in het kader van de vaststelling van de mate van arbeidsongeschiktheid in de zin van de polis van de arbeidsongeschiktheidsverzekering, is gerichte schriftelijke toestemming van betrokkene wel vereist, CTG 11 mei 2010, Stcrt. 2010, 8868.
 
140
CTG 17 mei 2016, ECLI:NL:TGZCTG:2016:1817, Med Contact 2016;71:42–4: De behandelaar had een inschatting van het arbeidsvermogen gegeven. Dat de behandelaar jarenlang is opgetreden als medisch deskundige doet niet ter zake, omdat hij in deze casus niet optrad als medisch deskundige, maar als behandelend arts.
 
141
De Beroepscode voor geneeskundig adviseurs stelt als voorwaarde dat bij het inwinnen van inlichtingen de vraagstelling doelgericht is en dat alleen informatie die van belang is voor het opstellen van het advies en voor het vormen van zijn oordeel, verzameld wordt (art. 8 lid 2 Beroepscode voor geneeskundig adviseurs).
 
142
Art. 12 Protocol Verzekeringskeuringen.
 
143
Medische Paragraaf GBL, pag. 34.
 
144
GOMA, toelichting op aanbeveling 14, pag. 21–3.
 
145
KNMG-richtlijn Omgaan met medische gegevens (2016), par. 2.1.
 
146
RT Den Haag 18 augustus 2015, ECLI:NL:TGZRSGR:2015:116.
 
147
KNMG-richtlijn Omgaan met medische gegevens (2016), par. 5.4; Convenant inzake de mededeling van gezondheidsgegevens (2015), te raadplegen op de website van het Verbond van Verzekeraars, www.​verzekeraars.​nl.
 
148
Art. 9 lid 6 Beroepscode voor geneeskundig adviseurs.
 
149
Stcrt. 2010, 6429.
 
150
De GOMA noemt: de schadebehandelaar, de letselschade-expert en de juridisch medewerker van de verzekeraar.
 
151
De GBL noemt: de schadebehandelaar, een externe schaderegelaar, de arbeidsdeskundige, de verzekeringsarts en de advocaat.
 
152
Art. 9 lid 4 Beroepscode voor geneeskundig adviseurs. In art. 11 van het Protocol Verzekeringskeuringen wordt gesproken over medewerkers die onder verantwoordelijkheid van de geneeskundig adviseur vallen. Eerder werd gebruikgemaakt van het begrip ‘functionele eenheid’.
 
Literatuur
1.
go back to reference Bloemen J. Een briefje van de dokter. Medische zaken in de asielprocedure. Utrecht: Pharos; 2005. Bloemen J. Een briefje van de dokter. Medische zaken in de asielprocedure. Utrecht: Pharos; 2005.
2.
go back to reference Bloemen EJJM, et al. Medische advisering in vreemdelingenzaken onder de maat. Med Contact. 2010;65:296–8. Bloemen EJJM, et al. Medische advisering in vreemdelingenzaken onder de maat. Med Contact. 2010;65:296–8.
3.
go back to reference Faas WA. Verzekeringsgeneeskunde hier en nu. TvGR. 2011;35:664–74. Faas WA. Verzekeringsgeneeskunde hier en nu. TvGR. 2011;35:664–74.
4.
go back to reference Gevers JKM. Het beroepsgeheim van de bedrijfsarts en de verzekeringsarts. TvGR. 2013;37:740–9. Gevers JKM. Het beroepsgeheim van de bedrijfsarts en de verzekeringsarts. TvGR. 2013;37:740–9.
5.
go back to reference Jong EJC de. Het beroepsgeheim en derdenbelangen. In: Veen EB van, Jong EJC de, Kastelein WR. Het beroepsgeheim. Continuïteit en verandering. Preadvies Vereniging voor Gezondheidsrecht 2004. Den Haag: Sdu Uitgevers; 2004. pag. 75–141. Jong EJC de. Het beroepsgeheim en derdenbelangen. In: Veen EB van, Jong EJC de, Kastelein WR. Het beroepsgeheim. Continuïteit en verandering. Preadvies Vereniging voor Gezondheidsrecht 2004. Den Haag: Sdu Uitgevers; 2004. pag. 75–141.
6.
go back to reference Jong EJC de. De ondraaglijke duisternis van het blokkeringsrecht. TvGR. 2011;35:405–12. Jong EJC de. De ondraaglijke duisternis van het blokkeringsrecht. TvGR. 2011;35:405–12.
7.
go back to reference Kalkman-Bogerd LE, Kalkman WMA. Commentaar wet op de medische keuringen. In: Engberts DP et al., redactie. Tekst & commentaar gezondheidsrecht*: 6e druk. Deventer: Kluwer; 2015. Kalkman-Bogerd LE, Kalkman WMA. Commentaar wet op de medische keuringen. In: Engberts DP et al., redactie. Tekst & commentaar gezondheidsrecht*: 6e druk. Deventer: Kluwer; 2015.
8.
go back to reference Kalkman-Bogerd LE, Kalkman WMA. Verzamelen van en omgaan met medische gegevens in een woud vol regels. In het geval van medische keuringen en geneeskundige advisering bij particuliere verzekeringen. Het Verzekerings-Archief 2014;91:5–21. Kalkman-Bogerd LE, Kalkman WMA. Verzamelen van en omgaan met medische gegevens in een woud vol regels. In het geval van medische keuringen en geneeskundige advisering bij particuliere verzekeringen. Het Verzekerings-Archief 2014;91:5–21.
9.
go back to reference Kalkman WMA. Levensverzekering. 3e druk. Deventer: Kluwer; 2013. Kalkman WMA. Levensverzekering. 3e druk. Deventer: Kluwer; 2013.
10.
go back to reference Kelder MJ. Behandeling van arbeidsongeschiktheid. In: Engberts DP et al., redactie. Ethiek & recht in de gezondheidszorg (losbl.). Houten: Bohn Stafleu van Loghum; 2004. Katern XXVIIB, pag. 303–38. Kelder MJ. Behandeling van arbeidsongeschiktheid. In: Engberts DP et al., redactie. Ethiek & recht in de gezondheidszorg (losbl.). Houten: Bohn Stafleu van Loghum; 2004. Katern XXVIIB, pag. 303–38.
11.
go back to reference KNMG. Code gegevensverkeer en samenwerking bij arbeidsverzuim en re-integratie. Utrecht: KNMG; 2006. KNMG. Code gegevensverkeer en samenwerking bij arbeidsverzuim en re-integratie. Utrecht: KNMG; 2006.
13.
go back to reference Leenen HJJ et al. Handboek gezondheidsrecht. 6e druk. Den Haag: Boom; 2014. pag. 278–302, 536–48, 565–69. Leenen HJJ et al. Handboek gezondheidsrecht. 6e druk. Den Haag: Boom; 2014. pag. 278–302, 536–48, 565–69.
14.
go back to reference NVAB, Boaborea. Leidraad Bedrijfsarts en privacy. Utrecht: NVAB; 2011. NVAB, Boaborea. Leidraad Bedrijfsarts en privacy. Utrecht: NVAB; 2011.
15.
go back to reference NVAB. Leidraad Verplichte medische keuringen van werknemers tijdens hun dienstverband. Utrecht: NVAB; 2007. NVAB. Leidraad Verplichte medische keuringen van werknemers tijdens hun dienstverband. Utrecht: NVAB; 2007.
16.
go back to reference Roscam Abbing HDC. Medisch forensisch onderzoek asielzoekers. TvGR. 2010;34:538–46. Roscam Abbing HDC. Medisch forensisch onderzoek asielzoekers. TvGR. 2010;34:538–46.
17.
go back to reference UWV. Richtlijn Beheer gegevens vallend onder het medisch beroepsgeheim van de verzekeringsarts. Amsterdam: auteur; 2010. UWV. Richtlijn Beheer gegevens vallend onder het medisch beroepsgeheim van de verzekeringsarts. Amsterdam: auteur; 2010.
18.
go back to reference Wilken A. De doolhof van het blokkeringsrecht. Expertise en Recht 2011:135–41. Wilken A. De doolhof van het blokkeringsrecht. Expertise en Recht 2011:135–41.
19.
go back to reference Wilken A. Het medisch beoordelingstraject bij letselschade; een aantal onderwerpen uitgediept. Verkeersrecht 2016:182–8. Wilken A. Het medisch beoordelingstraject bij letselschade; een aantal onderwerpen uitgediept. Verkeersrecht 2016:182–8.
20.
go back to reference ZonMw. Evaluatie Wet op de medische keuringen. Den Haag: ZonMw; 2001. Reeks evaluatie regelgeving, deel 6. ZonMw. Evaluatie Wet op de medische keuringen. Den Haag: ZonMw; 2001. Reeks evaluatie regelgeving, deel 6.
21.
go back to reference ZonMw. Tweede evaluatie Wet op de medische keuringen. Den Haag: ZonMw; 2007. Programma evaluatie regelgeving, deel 22. ZonMw. Tweede evaluatie Wet op de medische keuringen. Den Haag: ZonMw; 2007. Programma evaluatie regelgeving, deel 22.
24.
go back to reference www.deletselschaderaad.nl (voorheen Nationaal Platform Personenschade); Gedragscode openheid medische incidenten; betere afwikkeling medische aansprakelijkheid (GOMA); Gedragscode behandeling letselschade (GBL), met medische paragraaf. www.​deletselschadera​ad.​nl (voorheen Nationaal Platform Personenschade); Gedragscode openheid medische incidenten; betere afwikkeling medische aansprakelijkheid (GOMA); Gedragscode behandeling letselschade (GBL), met medische paragraaf.
26.
go back to reference www.nvab-online.nl (Beroepscode voor bedrijfsartsen (1989), Kernwaarden van de bedrijfsarts (2013), Professioneel Statuut van de bedrijfsarts (2003) en Addendum bij Professioneel Statuut voor bedrijfsartsen die in een andere setting dan een arbodienst werken, Richtlijnen en Kennisdocumenten). www.​nvab-online.​nl (Beroepscode voor bedrijfsartsen (1989), Kernwaarden van de bedrijfsarts (2013), Professioneel Statuut van de bedrijfsarts (2003) en Addendum bij Professioneel Statuut voor bedrijfsartsen die in een andere setting dan een arbodienst werken, Richtlijnen en Kennisdocumenten).
Metagegevens
Titel
Belangen van derden: medische verklaringen, keuringen en adviezen
Auteur
Mr. L. E. Kalkman-Bogerd
Copyright
2017
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-368-1780-6_7