Behandeling van de dwangstoornis: na het protocol
- 01-06-2007
- Article
- Auteurs
- Else de Haan
- Yvette Krol
- Lidewij Wolters
- Gepubliceerd in
- Kind & Adolescent Praktijk | Uitgave 2/2007
share
DELEN
Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)
-
Optie A:
-
Optie B:Deel de link per e-mail
Abstract
De protocollaire behandeling van de dwangstoornis bestaat uit 12 tot 16 zittingen. Uit effectiviteitsonderzoek blijkt dat ongeveer vier van de tien kinderen tot de ‘nonresponders’ moeten worden gerekend. Zij zijn niet of minder dan 50% verbeterd. Maar ook lang niet alle ‘responders’, met een verbetering van 50% of meer, zijn na de protocollaire behandeling al voldoende van hun klachten af. Toch betekent dit niet altijd dat de therapie bij deze kinderen is mislukt. Uit een onderzoek dat op de polikliniek van een kinderpsychiatrisch centrum werd uitgevoerd, blijkt dat de effectiviteitscijfers aanzienlijk kunnen verbeteren bij voortzetting van de therapie, zowel bij responders als bij nonresponders. Een voorbeeld hiervan is de behandeling van Daan, een jongen met ernstige obsessies en dwanghandelingen.
- Titel
- Behandeling van de dwangstoornis: na het protocol
- Auteurs
-
Else de Haan
Yvette Krol
Lidewij Wolters
- Publicatiedatum
- 01-06-2007
- Uitgeverij
- Bohn Stafleu van Loghum
- Gepubliceerd in
-
Kind & Adolescent Praktijk / Uitgave 2/2007
Print ISSN: 1571-4136
Elektronisch ISSN: 1875-7065 - DOI
- https://doi.org/10.1007/BF03059632
Deze inhoud is alleen zichtbaar als je bent ingelogd en de juiste rechten hebt.