Skip to main content
Top
Gepubliceerd in: Huisarts en wetenschap 4/2006

01-04-2006 | Onderzoek

Behandeling en verloop van niet-acute sportgerelateerde problemen van de onderste extremiteit

Een vergelijkend onderzoek tussen huisarts en sportarts

Auteurs: dr. F Baarveld, dr. GC van Enst, dr. J Schuling, HEP Bosveld, Prof. dr. B Meyboom-de Jong

Gepubliceerd in: Huisarts en wetenschap | Uitgave 4/2006

Log in om toegang te krijgen
share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

samenvatting

Baarveld F, Van Enst GC, Schuling J, Bosveld HEP, Meyboom-de Jong B. Behandeling en verloop van niet-acute sportgerelateerde problemen van de onderste extremiteit. Een vergelijkend onderzoek tussen huisarts en sportarts. Huisarts Wet 2006;49(4):187-91.Inleiding Mensen met sportgerelateerde problemen die medische behandeling behoeven, gaan in Nederland meestal eerst naar de huisarts. De sportarts, die een vierjarige vervolgopleiding voltooid heeft, geldt als specialist voor deze problemen. Daardoor kunnen de juiste diagnose en het behandelplan voorwerp van discussie worden onder sporters en artsen. Om die discussie te onderbouwen onderzochten wij of de behandeling door een huisarts bij het eerste contact voor niet-acute sportgerelateerde problemen van de onderste extremiteit verschilt van de behandeling door een sportarts. Tevens onderzochten wij of de uitkomsten van beide behandelingen verschillend zijn.Methode Wij verrichtten een vergelijkend gerandomiseerd onderzoek in drie regio’s in Noord-Nederland, waarbij 83 huisartsen en 3 sportartsen patiënten behandelden met niet-acute sportgerelateerde problemen van de onderste extremiteit. Wij volgden de patiënten gedurende een jaar met schriftelijke enquêtes.Resultaten Het onderzoek omvatte 231 patiënten, van wie er 120 door de huisarts werden behandeld en 111 door de sportarts. De sportarts gaf meer adviezen en uitleg, de huisarts verwees meer patiënten naar de fysiotherapeut. Wij vonden geen verschil tussen de beide groepen patiënten wat betreft sportverzuim, arbeidsverzuim en tevredenheid over het plan van aanpak.Conclusie De behandeling die de huisarts geeft aan niet-acute sportgerelateerde problemen van de onderste extremiteit verschilt enigermate van die van de sportarts: de huisarts verwijst patiënten vaker naar de fysiotherapeut; de sportarts geeft meer uitleg en advies. Voor zover het de uitkomstmaten betreft (sportverzuim, arbeidsverzuim en tevredenheid) kwamen er geen verschillen tussen beide groepen naar voren.
Literatuur
go back to reference Stam PJA. Sportief bewegen en gezondheidsaspecten: Een verkennende studie naar kosten en baten. SEO-rapport nr. 372. Amsterdam: Stichting voor Economisch Onderzoek der Universiteit van Amsterdam, 1996. Stam PJA. Sportief bewegen en gezondheidsaspecten: Een verkennende studie naar kosten en baten. SEO-rapport nr. 372. Amsterdam: Stichting voor Economisch Onderzoek der Universiteit van Amsterdam, 1996.
go back to reference Sport, bewegen en gezondheid: Naar een actief kabinetsbeleid ter vergroting van de gezondheid door en bij sport en beweging. Den Haag: Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, 2001. Sport, bewegen en gezondheid: Naar een actief kabinetsbeleid ter vergroting van de gezondheid door en bij sport en beweging. Den Haag: Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, 2001.
go back to reference Rapportage Sport 2003. Den Haag: Sociaal Cultureel Planbureau, 2003. Rapportage Sport 2003. Den Haag: Sociaal Cultureel Planbureau, 2003.
go back to reference Schmikli SL, De Wit MJP, Backx FJG. Sportblessures driemaal geteld. Arnhem: NOC*NSF, 2001. Schmikli SL, De Wit MJP, Backx FJG. Sportblessures driemaal geteld. Arnhem: NOC*NSF, 2001.
go back to reference Baarveld F, Van Enst GC, Meyboom-de Jong B, Schuling J. Sportgerelateerde problemen bij de huisarts. Geneeskd Sport 2003;36:117-21. Baarveld F, Van Enst GC, Meyboom-de Jong B, Schuling J. Sportgerelateerde problemen bij de huisarts. Geneeskd Sport 2003;36:117-21.
go back to reference Cape J. Consultation length, patient-estimated consultation length, and satisfaction with the consultation. Br J Gen Pract 2002;52:1004-6.PubMed Cape J. Consultation length, patient-estimated consultation length, and satisfaction with the consultation. Br J Gen Pract 2002;52:1004-6.PubMed
go back to reference Paasche-Orlow M, Roter D. The communication patterns of internal and family practice physicians. J Am Board Fam Pract 2003;6:485-93.CrossRef Paasche-Orlow M, Roter D. The communication patterns of internal and family practice physicians. J Am Board Fam Pract 2003;6:485-93.CrossRef
go back to reference Baarveld F, Kollen B. Behandeling van niet-acute sportgerelateerde problemen van de onderste extremiteit in de eerste lijn door de fysiotherapeut. Ned Tijdschr Fysiother 2004;6:150-3. Baarveld F, Kollen B. Behandeling van niet-acute sportgerelateerde problemen van de onderste extremiteit in de eerste lijn door de fysiotherapeut. Ned Tijdschr Fysiother 2004;6:150-3.
Metagegevens
Titel
Behandeling en verloop van niet-acute sportgerelateerde problemen van de onderste extremiteit
Een vergelijkend onderzoek tussen huisarts en sportarts
Auteurs
dr. F Baarveld
dr. GC van Enst
dr. J Schuling
HEP Bosveld
Prof. dr. B Meyboom-de Jong
Publicatiedatum
01-04-2006
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
Gepubliceerd in
Huisarts en wetenschap / Uitgave 4/2006
Print ISSN: 0018-7070
Elektronisch ISSN: 1876-5912
DOI
https://doi.org/10.1007/BF03084702

Andere artikelen Uitgave 4/2006

Huisarts en wetenschap 4/2006 Naar de uitgave