Samenvatting
De begeleider van groepen moet in zijn werk met veel groepsverschijnselen en dynamieken rekening houden. Zoveel, dat hij makkelijk het overzicht kan verliezen. Daarom biedt dit hoofdstuk een relatief eenvoudig model van procesbegeleiding waarin slechts drie aspecten een hoofdrol spelen. Deze aanpak is ontworpen door Goossens en heet ‘integrale procesbegeleiding van groepen’ (IPG). De drie belangrijkste aspecten in zijn model zijn: a groepsontwikkeling, b leiderschapsstijlen, en c niveaus van groepsfunctioneren. Ze komen in dit hoofdstuk eerst afzonderlijk en daarna in hun onderlinge samenhang aan bod. De vijf fasen zijn: voorfase, beginfase, middenfase, fase als autonome groep en afsluitingsfase. Voor elke fase wordt aangegeven wat de betekenis ervan is voor de deelnemers en hoe de begeleider daar het best op kan aansluiten met leiderschap en interventies.