Samenvatting
Hoe we over onszelf denken wordt beïnvloed door beelden die wij en anderen hebben over de groepen waartoe wij behoren. Kenmerken die we toekennen aan groepsleden, stereotypen, helpen ons de wereld te categoriseren, te begrijpen en betekenis te geven. Onjuiste of onterechte stereotypen noemen we vooroordelen. De beelden over ouderen vormen zich langs twee dimensies: warmte (bijvoorbeeld vriendelijkheid en wijsheid) en competentie (bijvoorbeeld fysieke afhankelijkheid en onbekwaamheid). Die twee dimensies zien we terug in hoe de media ouderen neerzetten en in hoe we over veroudering denken. Maatschappelijk zien we dat ouderen anders benaderd worden dan andere leeftijdsgroepen: zij krijgen te maken met leeftijdsdiscriminatie en babypraat. Theorieën over beeldvorming suggereren dat beelden over ouderen voortkomen uit onze angst voor de dood, uit de negatievere sociale identiteit die met ouderen wordt geassocieerd of doordat ouderen minder gewaardeerde maatschappelijke rollen vervullen. De (on)bewuste beelden die we hebben zijn hardnekkig en lastig te beïnvloeden. Het beïnvloeden van beeldvorming over ouderen wordt vooral geprobeerd via intergenerationeel contact of voor ouderen zelf door coaching en gespreksgroepen.