Skip to main content
Top

2010 | Boek

Basisboek zorg om ouderen

Redacteuren: Maritza Allewijn, Bère Miesen

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

insite
ZOEKEN

Over dit boek

Basisboek Zorg om ouderen gaat in op veranderingen van het dagelijkse leven van ouderen met psycho-geriatrische problematiek. De auteurs Allewijn en Miesen besteden veel aandacht aan gedragsveranderingen en de mogelijke oorzaken hiervan. Ook bespreken zij specifieke problemen op het gebied van stemming en emoties, en de gevolgen van aandoeningen van de hersenen zoals bij dementie. Diverse therapeutische mogelijkheden worden behandeld.Basisboek Zorg om ouderen is bedoeld voor professionele zorgverleners in de psychogeriatrie. Het is een geschikt basisboek voor casemanagers, verzorgenden, verpleegkundigen, ouderenadviseurs, maatschappelijk werkenden, activiteitenbegeleiders, SPV-ers, artsen en psychologen.

Inhoudsopgave

Voorwerk

Veranderingen in gedrag

Voorwerk
1. Verschillende vormen van dementie; verschijnselen en behandeling
Samenvatting
Dementie is een verzamelnaam voor ziektebeelden die gekenmerkt worden door geheugenproblemen, stoornissen in het denkvermogen en gedragsveranderingen. Eigenlijk is dementie geen ziekte, maar een syndroom. Dat wil zeggen dat de diagnose ‘dementie’ gesteld wordt als er sprake is van een aantal bij elkaar horende verschijnselen of symptomen.
Cees Jonker
2. Apathie; laat maar zitten…
Samenvatting
De meeste ouderen leiden een rustiger bestaan dan toen zij jonger waren. Ze hebben misschien meer lichamelijke beperkingen en zijn wat meer gericht op hun innerlijk leven. Maar apathisch zijn is wat anders dan ‘lekker niets doen’ of ‘het wat rustiger aandoen’. Iemand die apathisch is, is niet meer betrokken bij de omgeving, kan eigenlijk nergens meer warm voor lopen. Dingen die vroeger belangrijk waren, lijken hun betekenis te hebben verloren. Apathische mensen beleven dan ook weinig emoties, voelen zich niet meer blij of verdrietig, kennen eigenlijk alleen een doffe onverschilligheid. Ze komen ook niet in actie en nemen dus weinig initiatief.
Maritza Allewijn
3. Claimen; een gevecht om aandacht
Samenvatting
Iemand ‘claimen‘ betekent voortdurend proberen de ander zover te krijgen dat die iets voor je doet, telkens maar weer een beroep doen op die ander. Meestal betekent dit een ander met klem vragen om hulp of steun. Claimen kan veel irritatie veroorzaken. Degene die om hulp wordt gevraagd, vindt dikwijls dat de claimer te ver gaat in de roep om aandacht of hulp.
Ron Moerkens
4. Agressie; boosheid in gedachten, gevoelens en daden
Samenvatting
Agressie is een natuurlijke eigenschap van mensen en dieren, bedoeld om bedreigingen het hoofd te bieden. Elk mens heeft een bepaalde dosis agressie nodig om zich in de wereld te handhaven. Agressie wordt pas een probleem als iemand zijn agressie onvoldoende beheerst, en anderen zich erdoor bedreigd voelen. Agressie kan veroorzaakt worden door verschillende ziekten, maar komt ook vaak voort uit boosheid en woede. Die gevoelens komen niet uit het niets vallen: meestal is er een concrete gebeurtenis die ze oproept.
Noud Engelen
5. Dwangmatig gedrag; zoeken naar houvast
Samenvatting
Ouderen vertonen nogal eens gedrag waar ze moeilijk van af te brengen zijn. Dat noemen we dwangmatig gedrag, een van de meest voorkomende psychische problemen bij oudere mensen. Dikwijls is dwangmatig gedrag een symptoom van een ziekte, zoals een angststoornis, een depressie of dementie.
Bas Reedijk
6. Ontremd gedrag; de zelfbeheersing voorbij
Samenvatting
Mensen met ontremd gedrag hebben hun impulsen minder goed of soms zelfs helemaal niet meer onder controle. Iemand kan in mindere of in meerdere mate ontremd gedrag vertonen. We kunnen het ons voorstellen als een glijdende schaal met aan het ene uiteinde ontremd gedrag en aan het andere uiteinde gedrag dat we geremd noemen.
Marja Vink
7. Bewegingsstoornissen; nooit eens rust
Samenvatting
Mensen die aan dementie lijden maken soms bewegingen die zinloos overkomen en voor anderen niet te begrijpen zijn. Als mensen veel en schijnbaar doelloos bewegen spreken we van ‘motorische onrust’, ‘bewegingsstoornissen’ of ‘neuromotorische stoornissen‘. Voorbeelden zijn: voortdurend kauw- en smakbewegingen maken of steeds opstaan uit een stoel en dan weer gaan zitten, zonder iets te zoeken of van plan te zijn. Het kan ook zijn dat iemand continu schokkende bewegingen maakt met armen of benen of bewegingen van anderen min of meer overneemt of nabootst.
Martin Smalbrugge
8. Roepen; holle vaten die hard klinken
Samenvatting
Mensen met hersenbeschadigingen, zoals bij dementie of na een beroerte, gaan soms langdurig en veelvuldig roepen. Vooral in instellingen zijn er ouderen die zo hard en vaak roepen dat het als een ernstige belasting gezien wordt voor de betrokkene zelf en voor de mensen in de omgeving: familie, andere bewoners, verzorgenden. In verpleeghuizen komt dit aanzienlijk vaker voor dan in verzorgingshuizen. Uit onderzoek blijkt dat 11% van de bewoners in een verzorgingshuis doelloze geluiden maakt, waaronder roepen. Geschat wordt dat in verpleeghuizen 25 à 35% van de bewoners wel eens problematisch roepgedrag vertoont. Dit komt vooral voor op afdelingen van een verpleeghuis waar alleen ouderen wonen die veel verzorging nodig hebben en aan ernstige dementie lijden.
Ronald Geelen
9. Depressief; geen zin meer in het leven
Samenvatting
Als iemand depressief is, merk je dat doordat het contact met hem of haar verandert. Iemand die depressief is, is vaak somber, heeft geen plezier meer in het contact met andere mensen en houdt sociale contacten daarom veelal af. Vrienden en familieleden die proberen tóch contact te leggen, stuiten op een muur van weerstand en negatief gedrag. ‘Er komt niets meer uit hem’, hoor je een vriend of vriendin zeggen. Het komt ook voor dat een depressief iemand zelfs vijandig overkomt.
Jos Kooreman, Ella Broek
10. Achterdocht; in de ban van dreigend gevaar
Samenvatting
Achterdocht is de emotie die ontstaat als mensen ervaren dat er onheil dreigt. Een achterdochtig persoon voelt zich bedreigd en heeft het idee niets te kunnen doen om het onheil af te wenden.
Leo Cahn
11. Angst; leven tussen hoop en vrees
Samenvatting
Angst komt vaker voor bij ouderen dan we denken. Dat we dit niet altijd in de gaten hebben, komt onder meer doordat ouderen zelf dikwijls niet melden dat ze angstig zijn en heel lang wachten voor ze met hun klachten hulp zoeken. De omgeving ziet angstklachten bij ouderen ook nogal eens over het hoofd, omdat de oudere eerder de lichamelijke klachten waarmee angst gepaard gaat benoemt dan gevoelens van angst. We kunnen ervan uitgaan dat 10 tot 15% van alle ouderen in meer of mindere mate last heeft van hinderlijke angstklachten.
Ingrid Weijnen
12. Affectlabiliteit; Jantje lacht, Jantje huilt
Samenvatting
Affectlabiliteit is een sterke schommeling in de uiting van gevoelens. Affect betekent: het gedrag waarmee mensen laten zien hoe ze zich voelen. Iemand met affectlabiliteit zal emoties als verdriet of vreugde sneller en nadrukkelijker uiten door te huilen of te lachen. De tranen – of lachspieren – zitten los, zou je kunnen zeggen. Voor affectlabiliteit zijn nog allerlei andere namen in omloop: emotionele ontremming, emotionele incontinentie, emotionalisme, dwanglachen en dwanghuilen.
Cees Hertogh, Lisette Stok
13. Het delier; nevels, mist en bange dromen
Samenvatting
Het belangrijkste kenmerk van een delier is dat mensen die eraan lijden afwisselend helder en verward zijn. Verder zijn zij vaak onrustig en hebben zij hallucinaties of wanen. Hun toestand is het beste te vergelijken met het meemaken van een nachtmerrie. Veel mensen die lijden aan een delier zijn erg bang, net als mensen die een nachtmerrie doormaken. Het woord nachtmerrie geeft ook goed het veranderde bewustzijn aan van mensen met een delier. De Franse schrijfster Simone de Beauvoir noemde dit heel treffend ‘de nevels in je hoofd’. In haar boek Een zachte dood beschrijft zij het ziekbed en het sterven van haar delirante moeder in een Parijs ziekenhuis. ‘Er waren nevels in haar hoofd’, schreef zij. En zo is het: iemands bewustzijn is bij een delier in nevels gehuld.
Cees Hertogh
14. Illusies, wanen en hallucinaties; leven in een andere werkelijkheid
Samenvatting
Oudere mensen hebben vaker dan anderen last van illusies, hallucinaties en wanen. Daarbij past dat zij zich gedragen alsof ze in de war zijn en vooral ’s nachts vaak onrustig zijn. Zij horen en zien allerlei dingen die hun omgeving niet ziet en beoordelen de werkelijkheid niet zoals hun omgeving die beoordeelt. Zij kunnen last hebben van illusies én hallucinaties én wanen tegelijk.
Bas Reedijk
15. Vergeetachtig; de onzekerheid van het niet meer weten
Samenvatting
In de steek worden gelaten door je geheugen – iedereen maakt het mee. Het is meestal geen prettige ervaring. Maar wanneer vindt een mens dat zijn geheugen echt tekortschiet? Denk eens na over de volgende vraag: wat hebt u gisteren gegeten? Dat weet u natuurlijk. Maar wat at u drie weken geleden op vrijdag? Waarschijnlijk herinnert u zich dat niet meer, maar u zult nu waarschijnlijk niet direct concluderen: ‘ik heb een geheugenstoornis’. Kennelijk hebben we allerlei ideeën over wat normaal is om te onthouden, en wat normaal is om te vergeten. Als we iemand zouden tegenkomen die van elke dag van de afgelopen maand nog weet wat hij gegeten heeft, zouden we vinden dat hij een absurd goed geheugen heeft.
Eric van Loo

Behandeling en begeleiding

Voorwerk
16. Omgaan met mensen met dementie: zoveel hoofden, zoveel zinnen
Samenvatting
In de war zijn overkomt natuurlijk niet alleen mensen met dementie. Bijna iedereen maakt in zijn leven wel een keer mee dat hij korte of langere tijd in de war is, niet meer helder kan denken, geen keuzes kan maken of beslissingen kan nemen. Het voelt dan alsof je overspoeld wordt door enorm sterke gevoelens van onmacht, angst en wanhoop. Iedereen die zoiets wel eens heeft meegemaakt, weet hoe rusteloos je dan bent. Je kunt niet stil blijven zitten, loopt doelloos heen en weer, je bent ongedurig, je kunt je niet goed concentreren, je doet van alles tegelijk, maar maakt niets af. Omdat wij een dergelijke emotionele gemoedstoestand allemaal wel eens hebben meegemaakt, kunnen we tot op zekere hoogte ook begrijpen wat er omgaat in een dementerende die emotioneel in de war is. Hoe ga je om met iemand die verward en emotioneel is?
John Ekkerink
17. Herinneringen ophalen; verhalen van duizenden dagen en nachten als therapie
Samenvatting
Een kwart van de Nederlandse 55-plussers zegt problemen te hebben met het geheugen. Maar informatie die lang geleden, bijvoorbeeld in 1935, is opgeslagen, verdwijnt niet zo gemakkelijk uit ons geheugen. Dit geldt vooral voor autobiografische verhalen, herinneringen aan gebeurtenissen die we zelf hebben meegemaakt. Dit autobiografische geheugen maakt de mens tot een uniek persoon. Voor de eigen identiteit en het zelfbeeld moeten we continuïteit ervaren, zodat we onszelf in het verleden kunnen plaatsen. Dank zij een sterk autobiografisch geheugen kunnen veel ouderen heel goed herinneringen ophalen: er is immers een lang leven vóór de oude dag. De verhalen van ouderen zijn uniek en vaak het verfilmen waard. Het mooie is dat herinneringen gebruikt kunnen worden in een therapie: life review. Op het eerste gezicht lijkt life review niets voor mensen met dementie, want bij dementie gaat juist het geheugen achteruit. Toch blijkt life review voor mensen met dementie en hun mantelzorgers juist heel goed bruikbaar.
Carolien Smits
18. Passiviteiten van het Dagelijks Leven (PDL); niet plagen maar behagen
Samenvatting
et de term pdl (Passiviteiten van het Dagelijks Leven) wordt een methode van zorgverlening aangeduid die wordt toegepast bij mensen die zichzelf (bijna) niet meer kunnen verzorgen. In de praktijk zijn dat meestal ouderen die in een vergevorderd stadium van dementie verkeren of door een andere hersenaandoening ernstig gehandicapt zijn geraakt. Het doel van pdl is: de dagelijkse verzorging ontspannen te laten verlopen zodat degene die verzorgd wordt zich er comfortabel bij voelt. Gewassen en aangekleed worden kan angst en verzet oproepen. pdl is een manier om angst te voorkomen. Ook kun je mogelijke complicaties van ernstige lichamelijke beperkingen, zoals decubitus (vroeger ‘doorliggen’ genoemd) en contracturen (bewegingsbeperkingen in de gewrichten) ermee voorkomen. pdl wordt vooral gebruikt door professionele hulpverleners in instellingen, zoals verpleeghuizen. Ook in de thuiszorg is er steeds meer bekendheid met de methode. Mantelzorgers zullen zich niet altijd in staat voelen in de fase van ernstige beperkingen de zorg zelf te blijven verlenen. Bekendheid met pdl kan hen mogelijk helpen een (deel van) de zorg zelf te blijven verlenen. Ook kunnen zij, indien goed op de hoogte van de mogelijkheden die de methode biedt, goede gesprekspartners zijn voor professionele zorgverleners.
Jan van Eijle, Maritza Allewijn, Marijk van Wetten
19. Psychofarmaca bij dementie; een pil om je beter te voelen
Samenvatting
Lange tijd zijn mensen die dementie kregen op een uiterst treurige manier behandeld, net als andere geesteszieken. Dat wil zeggen: ze werden weggestopt in kamertjes achteraf, verwaarloosd en aan hun lot overgelaten. Pas in het begin van de negentiende eeuw begon er iets te veranderen in de onmenselijke behandeling van geesteszieken en mensen met dementie. Maar het zou nog lang duren eer algemeen aanvaard zou worden dat mensen met dementie vooral veel warmte en aandacht nodig hebben en dat dát het belangrijkste onderdeel moet zijn van de zorg.
Jan van Ingen Schenau

Informatie voor mantelzorgers

Voorwerk
20. Mantelzorg; (familie)relaties onder druk
Samenvatting
Mantelzorg, ook wel familiezorg, is alle zorg van niet-professionele hulpverleners: familieleden, vrijwilligers, buren en vrienden. In de praktijk zijn mantelzorgers meestal familieleden. Vrijwilligers, vrienden en buren bieden vooral hulp als aanvulling op wat familieleden al doen. De coördinatie van de hulp blijft meestal in handen van een familielid. Dat wil niet zeggen dat de hulp van anderen dan familie onbelangrijk is, integendeel. Vaak zorgen vrijwilligers, buren en vrienden er met hun hulp juist voor dat familieleden hun zware taak beter kunnen volhouden. Er zijn natuurlijk altijd uitzonderingen: soms is een buurvrouw, vriend of vriendin de belangrijkste mantelzorger van een oudere.
Pim Cuijpers
21. Euthanasie: zorgvuldig wikken en wegen
Samenvatting
Ouder worden brengt uiteindelijk ook sterven met zich mee. Per jaar zijn er in Nederland ongeveer 140.000 sterfgevallen. Ongeveer 70% hiervan vindt plaats in een ziekenhuis, verzorgingshuis of verpleeghuis. Er is veel hulp van vrijwilligers nodig om iemand thuis te kunnen laten sterven. En steeds vaker komt het voor dat mensen kiezen voor euthanasie. Wat is precies euthanasie en hoe kan een mantelzorger hiermee te maken krijgen?
Josephine Paulussen
22. Curatele, mentorschap en bewind; de zaken goed regelen
Samenvatting
Wanneer een oudere niet meer in staat is zijn of haar belangen zelfstandig te behartigen kan een aantal maatregelen worden genomen. De wet noemt er drie, te weten curatele, mentorschap en bewind. Deze maatregelen zijn vooral bedoeld om ouderen en zwakkeren in de samenleving te beschermen tegen anderen die misbruik van de situatie zouden kunnen maken. Van deze maatregelen is curatele de meest vergaande.
Jenneke Lagerberg-de Koning
Nawerk
Meer informatie
Titel
Basisboek zorg om ouderen
Redacteuren
Maritza Allewijn
Bère Miesen
Copyright
2010
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
Elektronisch ISBN
978-90-313-7872-2
Print ISBN
978-90-313-7871-5
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-313-7872-2