Samenvatting
Het autonome zenuwstelsel vindt zijn oorsprong in de hypothalamus. Er zijn twee delen: de sympathicus met neuronen in de laterale hoornen van het ruggenmerg en de prevertebrale kernen, en aan de andere kant de parasympathicus met kerngebieden in de medulla oblongata en de conus van het ruggenmerg. Van de laatste ligt het laatste neuron dicht bij het eindorgaan in tegenstelling tot de andere perifere neuronen die in of naast het ruggenmerg liggen. In ieder orgaan is er een samenspel van deze beide delen van het autonome zenuwstelsel. In dit hoofdstuk worden achtereenvolgens hypothalamus, hypofyse, cardiovasculaire regulatie, pupillomotoriek, besturing van de blaas en van de darmen besproken.