Samenvatting
Autisme kan in allerlei gradaties voorkomen, op alle leeftijden en op elk levensterrein. Tot voor kort kende de ontwikkelingsstoornis dan ook vele namen, maar in de DSM-5 vallen die allemaal onder de verzamelnaam ‘autismespectrumstoornis’ (ASS). Evengoed blijft de diversiteit in uitingsvormen natuurlijk bestaan en zul je oude benamingen, zoals PDD-NOS en het syndroom van Asperger in de praktijk gewoon nog tegenkomen. Wat alle ASS-patiënten gemeen hebben, zijn sociale beperkingen en repeterende vormen van gedrag, zoals bepaalde rituelen, bezigheden of bewegingen. In dit hoofdstuk lees je over de (toekomstige) diagnostiek, oorzaken, verklaringsmodellen, het voorkomen en de epidemiologie van ASS. En over de betekenis ervan voor iemands (maatschappelijk) leven. Ook het klinisch beeld van ASS en de werkrelatie met een ASS-patiënt komen aan bod.