01-09-2014 | Onderzoek
Astmadiagnose bij kinderen
Gepubliceerd in: Huisarts en wetenschap | Uitgave 9/2014
Log in om toegang te krijgenSamenvatting
Pieters LE, Vijverberg SJH, Raaijmakers JAM, Van der Ent CK, Maitland-van der Zee AH. Astmadiagnose bij kinderen. Huisarts Wet 2014;57(9):446-51.
Doel
Het onderzoeken van de overeenstemming tussen door de ouder en door de huisarts gerapporteerde astmadiagnose bij kinderen die astmamedicatie gebruiken.
Methode
We hebben 996 kinderen (4-12 jaar) uit het PACMAN-cohort onderzocht. Alle kinderen hadden recentelijk astmamedicatie gebruikt. Tijdens een onderzoeksbezoek in de apotheek vulden ouders en kinderen een vragenlijst in over astmadiagnose, klachten, medicatiegebruik en therapietrouw. Huisartsen hebben we schriftelijk benaderd met de vraag of het kind astma had. We onderzochten de invloed van verschillende patiëntkarakteristieken met multivariate logistische regressieanalyse.
Resultaten
Bij 63,5% van de kinderen rapporteerden zowel de huisarts als de ouders een astmadiagnose. Er was meer overeenstemming tussen de ouders en de huisarts in de aan- of afwezigheid van een astmadiagnose als het kind ouder was (OR 1,14; p = 0,008), de astmaklachten minder onder controle waren (OR 1,82; p = 0,02) en het kind inhalatiecorticosteroïden (OR 2,93; p = 0,001) of kortwerkende bèta-2-agonisten (OR 2,04; p = 0,03) gebruikte. Afkomst en opleidingsniveau van de ouders hingen niet samen met de mate van overeenstemming. Therapietrouw aan onderhoudsmedicatie was het hoogst (63,1%) bij de groep kinderen van wie zowel de ouders als de huisartsen hadden aangegeven dat het kind een astmadiagnose had.
Conclusie
De overeenstemming tussen de ouders en de huisarts in het aangeven van een astmadiagnose bij kinderen die astmamedicatie gebruiken is relatief hoog, maar er is nog steeds ruimte voor verbetering.