01-10-2006 | Stelling
Assistenten hebben een voorbeeldfunctie in mondverzorging
Auteur: Marijke Scheers
Gepubliceerd in: Standby | Uitgave 5/2006
Log in om toegang te krijgenshare
DELEN
Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)
-
Optie A:
-
Optie B:Deel de link per e-mail
Extract
‘Mee eens! Een slechte mondhygiëne staat als assistente niet netjes. Hoe kan ik als preventieassistente de mensen adviezen over mondverzorging geven als ik daar zelf met de pet naar gooi?’ vraagt Heidi Wever (40 jaar), tandartsassistent in tandartspraktijk Hoofddorp zich af. ‘Het gebit hoeft wat mij betreft niet superrecht te staan en niet helemaal bling, bling superwit te zijn, maar het moet wel mondhygiënisch in orde zijn, gestokerd, geflost en gepoetst. Vroeger dacht ik dat ik niet aan het ideaalbeeld van een tandartsassistente voldeed, ik zag haar als een keurig collegemeisje. Nu besef ik dat je dat niet hoeft te zijn, maar dat je je wel bewust moet zijn van bepaalde ‘netheidsfactoren’. Zo ga ik niet met lang haar boven een patiënt hangen. Ik draag mijn haar soms kort en soms heb ik extensions, maar dreadlocks gaat me weer te ver. Ik werk in een jonge praktijk, waar ook piercings gedragen worden. Daar heb ik geen probleem mee, maar de mening over uiterlijkheden verschilt per persoon en per praktijk. En dat geldt ook voor sociaal gedrag. Ik vind dat je de telefoon niet kunt aannemen met ‘doei’. Je moet beleefd zijn, maar vooral niet geforceerd doen. Eerlijkheid en spontaniteit vind ik belangrijk en al is de baas de baas, je moet niet vergeten dat je zelf ook een persoonlijkheid bent. Door zelf het goede voorbeeld te geven, kan de patiënt steun en vertrouwen ontvangen.’ …