Skip to main content
Top
Gepubliceerd in: Tijdschrift voor Urologie 6-7/2022

Open Access 14-09-2022 | Artikel

Aspecten van prostaatkanker vanuit een seksuologisch perspectief

Auteur: Woet L. Gianotten

Gepubliceerd in: Tijdschrift voor Urologie | Uitgave 6-7/2022

Samenvatting

Urologie en seksuologie hebben verschillende rollen bij de aanpak van prostaatkanker. De uroloog probeert het kankerproces te stoppen of traineren, terwijl de seksuoloog intussen focust op wat gebeurt met seksualiteit en intimiteit. Dit artikel kijkt naar de opeenvolgende stappen in het kankerproces met als belangrijke boodschappen: ‘Hou aandacht voor seksualiteit!’ en ‘Hou rekening met de grote diversiteit!’. Omdat seks voor sommige mannen en relaties heel belangrijk is en voor andere helemaal niet, is een goede, uitgebreide seksuele anamnese noodzakelijk. Hoe zien hun seksuele gedrag, relatie en verwachtingen er uit? Die informatie vormt hun ‘lovemap’, belangrijke elementen bij de keuze voor een bepaalde behandelstrategie. Vooral bij MSM lijkt koppeling van lovemap aan shared decision making een waardevolle aanvulling. Daarnaast krijgen ook seksuele prevalidatie (Better in, better out!), seksuele revalidatie en seksuele relatie aandacht. Waar de uro-oncologie focust op ‘adding years to life’, focust de seksuologie op ‘adding sexual life to years’.

Introductie

Bij de aanpak van prostaatkanker (PCa) verschillen de rollen van de uroloog en de seksuoloog. De uroloog probeert de kanker te verwijderen of zo lang mogelijk tegen te houden (‘adding years to life’). Bij de patiënt met PCa raakt seksualiteit echter bijna altijd verstoord. De seksuoloog focust op seksualiteit en intimiteit van de man en zijn relatie (‘adding sexual life to years’). Dit artikel kijkt met de ogen van de seksuoloog naar seksualiteit in verschillende stadia van het proces. Te beginnen bij de diagnostische fase wordt de lezer meegenomen langs de onderlinge verschillen tussen mannen; langs verschillende seksuele scenario’s (lovemaps) en hoe die een rol kunnen spelen in het besluit tot een bepaalde behandelstrategie; en langs aspecten van prevalidatie en revalidatie, waarbij extra aandacht is voor diversiteit, waaronder MSM, en voor de relatie van de patiënt.

Impact van de diagnose PCa

De PCa-diagnose kan de man overweldigen met veel nieuwe uitdagingen, waaronder het zoeken naar meerdere meningen, het bekijken van behandelingsopties en het anticiperen op de mogelijke bijwerkingen van de behandeling, terwijl hij tegelijkertijd oog in oog komt te staan met zijn eigen sterfelijkheid [1]. Seksualiteit is daarbij een van de belangrijke aandachtsgebieden, waarbij mannen op veel verschillende manieren reageren bij de confrontatie met seksuele veranderingen en uitdagingen [2]. Ook de professionals gaan op verschillende manieren om met seksualiteit en intimiteit van PCa-patiënten en hun partner. Sommige professionals schenken er nauwelijks aandacht aan, bij andere is de aandacht beperkt tot penis- en blaasfunctie, terwijl weer andere ruim aandacht besteden aan seksualiteit van de man en het paar, en aan hun relatie.
Mannen met PCa hebben geen standaard fysieke en mentale gezondheid [3]. Een uitgebreide anamnese kan inventariseren hoe de man de behandeling zal doorstaan. Ook seksuele potentie en ervaring van mannen kunnen aanzienlijk variëren. Die informatie over iemands ervaring en lifestyle is relevant. Wat is voor die ene man belangrijk op seksueel gebied? Hoe frequent heeft hij seks? Hoe zijn zijn seksuele ontmoetingen? Ontleent hij er voldoening aan? Heeft hij een partner (of meer dan één)? Hoe nodig is die partner voor seks? Hoe nodig is het om bij seks te penetreren? Hoe is hun relatie? Enzovoort. De antwoorden op deze vragen kunnen enerzijds relevant zijn bij het bepalen van een behandelstrategie, maar ook om in te schatten hoe de seksualiteit van de man de achtbaan van kanker en de behandeling ervan zal overleven. Als de man een partner heeft, kan ook haar (of zijn) fysieke, mentale en seksuele plaatje relevant zijn bij de besluitvorming en voor hoe zij als koppel de kanker en de behandeling mentaal en seksueel zullen overleven.

Beoordeling van seksualiteit vóór de biopsie

Het is lastig om de seksuele functie van mensen te beoordelen voordat ze zich zorgen maken over kanker. Het moment dat tot prostaatbiopsie wordt besloten, is een goed moment voor een nulmeting van de seksualiteit van man en paar. Daarbij werken vragenlijsten niet zo goed [4]. De man die rechtstreeks met de professional spreekt, is minder terughoudend over seksualiteit. De praktijk leert dat deze nulmeting zelden compleet wordt verricht.

Impact van de biopsie

Hoewel meestal van voorbijgaande aard, kan de prostaatbiopsie seksualiteit al beïnvloeden en erectiestoornissen veroorzaken, zelfs vóór de diagnose [5]. Mannen bij wie de diagnose PCa werd gesteld, bleken na de biopsie seksueel slechter te functioneren dan mannen bij wie geen kanker werd gevonden [6]. Dit lijkt dus te wijzen op een mate van psychologische impact al voordat de behandeling zelf zijn tol eist. Het lijkt dus verstandig om de (al dan niet voorbijgaande) met biopsie geassocieerde erectieverstoring te bespreken en de man op die manier preventief gerust te stellen.
Incrocci et al. vergeleken bij patiënten met gelokaliseerde PCa de oorspronkelijke seksuele functie met die in de tijd tussen de diagnose en de operatie of radiotherapie. Zij vonden na vier tot negen weken een significante afname van seksuele activiteit bij 20%, minder seksuele interesse bij 15%, minder seksueel genot bij 12% en meer moeite om een erectie te krijgen bij 10% van de mannen [7].
Vóór we daarover een verklaring aandragen eerst een opmerking over de grote variatie in individuele reacties. Klinische ervaring leert dat, tegen de verwachting in, na de kankerdiagnose een klein percentage van de patiënten en koppels hun seksuele contact intensiveren. Mensen verschillen nogal in waarom zij seks hebben. Meston vond > 230 verschillende motivaties voor de coïtus [8].
De acute stress van de kankerdiagnose lijkt bij sommige mensen de seksuele opwinding te vergroten, terwijl bij andere de stress, angst en frustratie leiden tot minder goede erecties. Los daarvan mogen we, in deze fase vóór de behandeling, veronderstellen dat seksuele stoornissen voornamelijk een gevolg zullen zijn van psychologische en relatiefactoren en (nog) niet van de fysieke impact van de behandeling.
Ook depressie, die tot 38% van de nieuw gediagnosticeerde kankerpatiënten treft, kan daar een rol bij spelen. Meestal gaan depressieve symptomen gepaard met minder seksueel verlangen en ook minder goede erecties [1]. De interactie tussen depressie en seksualiteit is echter complex. Bij 9% van heteromannen (zonder kanker) leidde depressie tot meer seksuele interesse en bij angst en stress was dat 21% [9].
Het besef kanker te hebben, met existentiële zorgen over de toekomst en sterfelijkheid, is voor de meeste mannen een ingrijpende gebeurtenis waarna niets meer hetzelfde is. Dat heet wel: ‘the new me’. Hetzelfde geldt voor zijn partner, die plotseling geconfronteerd kan worden met gedachten over de dood, rouw, zorgtaken, financiën, rolwisselingen, etc. Ook voor haar (of voor hem) is dit een ingrijpende levensgebeurtenis. Zowel patiënt als partner heeft te maken met eigen zorgen en angsten en die van de ander, waardoor een complexe emotionele choreografie wordt geforceerd (‘the new we’). Voor sommige stellen resulteert dat in meer intimiteit, terwijl andere tijdelijk of blijvend uit elkaar groeien.
In heteroseksuele relaties kan kanker het evenwicht tussen de genderrollen ernstig verstoren. De mannelijke socialisatie maakt dat mannen doorgaans moeite hebben om kwetsbaarheid te uiten, om emotionele steun te zoeken en om sociale steun te ontvangen [10]. Terwijl de vrouwelijke socialisatie juist meer ruimte geeft om emotionele en sociale steun te bieden. Man en vrouw hebben doorgaans ook restanten van gendergerelateerde seksuele socialisatie. Bij de man is dat bijvoorbeeld verantwoordelijkheid voor het seksuele en prestatiedrang (zoals in de ‘coital imperative’ [11]) en bij de vrouw het verstoorde zelfgevoel als haar man geen seksuele interesse meer lijkt te hebben. Zulke factoren kunnen in deze fase gemakkelijk de relatiedynamiek verstoren. Boehmer en Babayan interviewden afzonderlijk man en vrouw in de fase tussen de diagnose PCa en de behandeling. De mannen waren bezorgd over erectiestoornissen als bedreiging voor hun mannelijke identiteit, terwijl beide partners zich zorgen maakten over de impact van erectiestoornis op hun relatie [12].
Professionals dienen zich bewust te zijn van de grote verscheidenheid aan reacties bij de man, zijn partner en de relatie. Mede daarom dient het bespreken en inventariseren van seksualiteit en intimiteit al vroeg in de diagnostische fase te beginnen.

PCa bij niet-heteroseksuele mannen en paren

Bij MSM (mannen die seks hebben met mannen) is de impact van de diagnose en behandeling van PCa vaak anders. Zo zijn MSM minder tevreden over de verschafte informatie rond seksuele effecten van PCa en over de impact van de behandeling op seksualiteit [13]. Heteroprofessionals weten vaak niet dat een patiënt niet hetero is, en weten vaak ook nauwelijks wat homoseksuele seks inhoudt [14]. Om meer bekend te raken met MSM volgt hier een aantal aspecten waarin het leven van MSM verschilt van dat van heteromannen (zie ook [15]; [14]):
  • Lifestyle. MSM accepteren vanzelfsprekender meerdere partners en vrijblijvende seks. Zij investeren ook meer in uiterlijk en in seksuele prestaties.
  • Seksueel gedrag. We gebruiken hier het begrip lovemap (iemands pakket aan seksuele wensen en fantasieën). Orale seks staat op nummer één in de MSM-lovemap, gevolgd door wederzijdse masturbatie en als derde anale seks.
  • Anale seks. Hierbij horen onder andere: likken (‘rimmen’) en penetratie met vinger, dildo, penis of vuist (fistfucking). Bij anale penetratie zou ongeveer een derde van de mannen altijd de receptieve rol hebben (bottom), ongeveer een kwart altijd de insertieve rol (top) en de rest wisselt (versa of versatile). Overigens is het relevant te weten dat 5% van de MSM nog nooit anale seks heeft gehad.
  • Prostaatstimulatie. Dit is vaker een onderdeel van de MSM-lovemap, en dus ook het prostaatorgasme.
  • Ejaculatie. Deze speelt in veel MSM-seks een belangrijke rol. Semen is vaak geërotiseerd en een element van spel en uitwisseling (cum play).
  • MSM en prostaatkanker. De incidentie van PCa lijkt bij MSM hoger te zijn dan bij heteroseksuele mannen (zoals ook de incidentie van peniskanker en anale kanker) [16]. MSM lijken bij de diagnose PCa lagere Gleason-scores te hebben [17]. Mogelijk omdat zij, bij klachten, minder uitstelgedrag vertonen (en minder bang zijn voor anaal onderzoek).
  • MSM en communicatie. Als seksualiteit eenmaal is aangekaart, zijn MSM relatief ‘gemakkelijke’ patiënten. Zij hebben doorgaans veel minder moeite om over seks te praten en accepteren ook gemakkelijker adviezen en hulpmiddelen [13].
  • PCa en relatie. Terwijl bij PCa heterorelaties relatief vaak seksueel in de knoop komen, lijkt dat bij MSM veel minder vaak een probleem.

De rol van de professional bij de informatievoorziening

Nadat de diagnose echt is geland, verdienen patiënt en partner optimale informatie over behandelmogelijkheden. Hierbij hoort eerlijke informatie over de mogelijke gevolgen voor seksuele functie en seksuele gezondheid. Dat is dus een sterk argument voor een goede seksuele anamnese om vanuit die startsituatie realistische verwachtingen te bieden [18].

De rol van de professional in de additionele ‘voorlichting’

Het kan handig zijn om ook enige ‘seksuele voorlichting’ of ‘intimiteitsvoorlichting’ te geven zodat man en partner kunnen anticiperen op de nieuwe realiteit van kanker en op het behandeltraject. Het mag vreemd lijken om zulke ‘voorlichting’ aan te bieden aan volwassenen die mogelijk al meer dan 40 jaar een seksuele relatie hebben. Hun patroon dat waarschijnlijk voldeed in een leven zonder kanker, kan echter nu ineens problemen veroorzaken. Op basis van klinische ervaring volgen hier enige voorbeelden voor dergelijke voorlichting.
  • ‘In een seksuele relatie kan je oud worden zonder ooit over seksualiteit te praten. Bij kanker werkt dat echter vaak niet. Daarom besteden we aandacht aan dit onderwerp.’
  • ‘Veel stellen richten zich op behandeling en overleven en zetten seks “op een laag pitje”. Na een succesvolle behandeling, kunnen de seksuele problemen naar voren komen. Na een lange pauze blijkt het vaak moeilijk om de draad van plezierige seks weer op te pakken.’
  • ‘Seksueel actief blijven heeft duidelijk voordelen. Het houdt de geslachtsorganen (de ‘seksuele machinerie’) in zo goed mogelijke vorm. Dat geldt zowel voor de gezondheid van de penis als die van de vagina’.
  • ‘Seksuele activiteit heeft allerlei gezondheidsvoordelen voor lichaam en geest’ [19]. ‘Seksuele opwinding (met en zonder erectie) werkt ook als sport’.
  • ‘Seksualiteit en intimiteit kunnen emotionele stress verminderen en helpen bij het omgaan met de behandeling en de gevolgen.’
  • ‘Voor veel mannen en paren waren erectie en penetratie belangrijk bij het vrijen. Er is niets mis met dat scenario! Bij kanker werkt dat echter vaak niet’ [11].
  • ‘Er is een reële kans dat door de kanker en de behandeling de oude vertrouwde rollen in de relatie zullen veranderen.’
  • Misschien wel de belangrijkste boodschap: ‘Er zijn geen seksuele beperkingen!’.

Tussen diagnose en de start van de behandeling

De gangbare behandelingen voor gelokaliseerde PCa (radicale operatie, brachytherapie en external beam radiation therapy (EBRT)) hebben min of meer gelijke overlevingskansen, terwijl de bijwerkingen en vooral de seksuele bijwerkingen sterk kunnen verschillen. De meeste vormen van PC lijken dan ook bij uitstek een indicatie voor shared decision making (SDM). Met het lovemap-perspectief wordt gekeken hoe dat SDM-proces eventueel te verfijnen is. Daarvoor is uiteraard een gedegen anamnese van de lovemap van man en partner belangrijk en ook hoe belangrijk die elementen zijn voor beide partners. Mensen verschillen niet alleen in seksueel gedrag, maar ook in het belang daarvan voor hun relatie en kwaliteit van leven. Die aanpak ‘van lovemap naar shared decision’ is ook een handzame manier om informatie over de seksuele bijwerkingen van PCa-behandelingen te verstrekken. Dit kan: 1) direct, gebaseerd op de antwoorden bij vragen over lovemap en oriëntatie, 2) indirect in de ‘als-dan’-modus, ‘als … een belangrijk aspect is van jullie seksualiteit, dan is het goed te weten dat bij deze behandelvorm …!’ en 3) met digitale en papieren informatiebronnen.

Ejaculatie

Ejaculatie is voor veel mannen en hun partners een element van seksuele identiteit en bevestiging. Voor veel MSM is het kijken en hanteren van het sperma sterk geërotiseerd. Al direct na prostatectomie is er geen sperma meer. Na EBRT ontwikkelde 9% van een Deense groep mannen anejaculatie en 24% anorgasmie [20]. Bij Amerikaanse mannen na EBRT of brachytherapie rapporteerde 16% verlies van antegrade ejaculatie na één jaar, 69% na drie jaar en 89% na vijf jaar [21]. Bij androgeendeprivatietherapie (ADT) wordt de hoeveelheid semen steeds minder, omdat testosteron nodig is voor semenproductie.

Receptieve fellatio

Een aanzienlijk aantal heteroseksuele mannen en 97% van de MSM heeft recente ervaring met het ontvangen van fellatio [22]. Urine-incontinentie, frequent na radicale chirurgie, wordt dan een bron van zorg voor de man en zijn partner, vooral wanneer die optreedt tijdens een orgasme. Climacturie werd gevonden bij 20–64% van de mannen na de operatie en nam geleidelijk af in het tweede jaar [23]. Na EBRT had 4% van de mannen last van urine-incontinentie tijdens seksuele activiteit [20].

Anale seks

Anale seks komt vaak voor bij veel (maar niet alle) MSM en bij een kleiner aantal heteroseksuele mannen. Anaal gelikt worden is gebruikelijk voor 76% van de MSM, gepenetreerd worden voor 72,5% en fistfucking voor 10,5% [22]. Deze lovemap-elementen worden waarschijnlijk verstoord door stralingsproctitis, die zich bij 5–20% ontwikkelt na radiotherapie (meestal binnen twee jaar). Naast pijn gaat proctitis gepaard met een verhoogde frequentie en urgentie van ontlasting, fecale incontinentie en rectale bloeding [24]. In de jaren na EBRT ontwikkelt een hoog percentage mannen teleangiëctasie en kwetsbaarheid van het rectumslijmvlies [25]. Omdat dit het risico op rectale slijmvliesbeschadiging en bloeding verhoogt, lijkt het verstandig om fistfucking af te raden.
Direct na brachytherapie is de prostaat zeer radioactief. Afhankelijk van wat voor pellets worden gebruikt, kan het 2–6 maanden duren voordat radioactiviteit terugkeert naar een veilig niveau. Dat vormt een potentieel risico voor vingers en penis van de partner [26].

Insertieve anale penetratie

Deze penetratie komt frequent voor in de lovemap van 76% van de Europese MSM in seksuele ontmoetingen met een niet-vaste partner [22]. Hoewel minder frequent, wordt anale seks ook gemeld door een kwart van Nederlandse heterostellen [27]. Voor anale penetratie is een steviger axiale rigiditeit nodig dan voor vaginale penetratie. Chirurgie, radiotherapie en ADT kunnen allemaal de erectiecapaciteit aantasten.

Prostaatorgasme

Dit orgasme is intensiever dan na penisstimulatie. Voor het prostaatorgasme is stimulatie via de rectale wand nodig [28]. Na radicale prostatectomie is dat orgasme niet meer mogelijk. Na radiotherapie kan klaarkomen pijnlijk worden, waarbij 15–40% mannen orgastische pijn ervaart na EBRT [20, 29]. Het is niet bekend of radiotherapie pijn veroorzaakt bij het stimuleren van de prostaat.

De penisgrootte

Een grotere maat is voor veel mannen een belangrijk element van seksuele trots en identiteit en voor sommige stellen en partners een relevant onderdeel van hun seksuele ervaring. Radicale chirurgie kan leiden tot een verminderde lengte (tot > 2 cm) [30]. Na EBRT werd subjectief > 1 cm lengteverlies gemeld door 42% van de respondenten [20].

Oncologische prevalidatie

Goede oncologische zorg streeft ernaar dat een behandeling geen nevenschade oplevert, dan wel dat de onvermijdelijke nevenschade zo snel mogelijk en zo goed mogelijk wordt hersteld. Een belangrijke vraag wordt dan wanneer met dat herstel te beginnen. Prevalidatie gaat uit van de veronderstelling dat een betere functie al vóór de aanvang van een behandeling kan leiden tot betere resultaten na de behandeling (‘Better in, better out’).
Volgens een uitgebreide review zou prevalidatie bij kanker zowel fysieke als psychologische beoordeling moeten omvatten, stoornissen identificeren en gerichte interventies bieden die de gezondheid van een patiënt verbeteren om de incidentie en ernst van huidige en toekomstige stoornissen te verminderen [31]. Deze review gaf een lijst relevante gebieden, met als elementen onder andere longcapaciteit, spierkracht en uithoudingsvermogen. Een multimodale benadering die fysieke en psychologische interventies omvat, verminderde de morbiditeit, verbeterde gezondheidsresultaten, verminderde heropname in het ziekenhuis en verminderde kankergerelateerde zorgkosten. Wat PCa betreft, vermeldde deze review weliswaar urine-incontinentie en erectiestoornissen, maar de aanbevelingen gingen enkel over prevalidatie van de bekkenbodem [31]. Een andere review over 11 onderzoeken (met > 1000 patiënten) bevestigde dat preoperatieve bekkenbodemtraining de terugkeer van urinecontinentie bespoedigde [32]. Bekkenbodemtraining waarbij snelle en langzame spiervezels worden geactiveerd, vijf weken preoperatief gestart, resulteerde in verminderde incontinentie, snellere terugkeer naar continentie waardoor eerder kan worden aangevangen met herstel van de erectie en betere kwaliteit van leven [33].
Studies naar psychologische prevalidatie vóór oncologische chirurgie toonden aan dat interventies geen invloed hadden op de traditionele chirurgische resultaten, maar een positieve invloed hadden op de immunologische functie, kwaliteit van leven en somatische symptomen van patiënten [34].
Mannen op de lijst voor radicale chirurgie werden willekeurig toegewezen aan prechirurgisch stressmanagement, ondersteunende aandacht of standaardzorg. Het prechirurgische stressmanagement bestond uit groepsdiscussies over chirurgische zorgen en optimalisatie van ademhaling en copingvaardigheden. De mannen in de stressmanagementgroep hadden preoperatief significant minder stemmingsstoornissen en na de operatie significant hogere immuunparameters [35].

Tijdslot voor PCa-prevalidatie

Na de diagnose willen patiënten en partners doorgaans direct van de kanker af, uit angst voor verdere groei. Goede zorg heeft echter tijd nodig. Patiënten (en partners) moeten de diagnose, de verschillende behandelstrategieën en de gevolgen ervan begrijpen. Ook is er tijd nodig om tot de juiste behandelbeslissing te komen en eventuele logistieke problemen op te vangen voordat de behandeling kan starten. Het komt zelden voor dat onmiddellijke behandeling nodig is (zoals bij de dreiging van ruggenmergletsel door metastasen of zeer agressieve vormen van PCa).
Meestal is er voldoende tijd voor een prevalidatietraject. Het interval tussen biopsie en uitslag duurt doorgaans 3–7 dagen. Bij chirurgie pleiten veel urologen voor een periode van zes weken na biopsie [30]. EBRT start meestal niet binnen 3–4 weken, afhankelijk van de hoeveelheid voorbereiding. Brachytherapie start doorgaans pas na 6–12 weken in verband met de complexe logistiek van operatiekamer en anesthesie.

Seksuele prevalidatie

In het PCa-behandeltraject kan optimale seksuele zorg onder meer bestaan uit seksuele preservatie (schade zoveel mogelijk voorkomen), seksuele prevalidatie (functie verbeteren voorafgaand aan de interventie) en seksuele rehabilitatie (reparatie na schade). Seksuele prevalidatie veronderstelt dat ‘een betere seksuele functie vooraf’ zal resulteren in betere resultaten na een interventie, zoals is aangetoond door klinische ervaring en onderzoek [36]. In de medische literatuur gaat het eigenlijk uitsluitend om seksuele functie, terwijl intimiteit en seksueel plezier slechts zeer sporadisch aandacht krijgen. Dit artikel besteedt eerst aandacht aan die specifieke ‘seksuele functie prevalidatie’ en daarna aan de bredere seksuele aspecten van prerevalidatie.

Seksuele functie

Optimalisatie van de circulatie in het corpus cavernosum voorafgaand aan de behandeling is een vorm van prevalidatie. Een Brits algoritme voor postoperatief erectieherstel adviseert om twee weken voor de operatie met PDE5-remmers te beginnen [37]. In een Amerikaanse studie begonnen mannen twee weken voor de operatie met dagelijks een PDE5-remmer en L‑citrulline, een andere erectiogene stof [38]. De controlegroep kreeg de medicatie pas vanaf de ingreep. In de interventiegroep rapporteerde 56% van de mannen een terugkeer van de erectie binnen 12 maanden tegenover 24% in de controlegroep.
Een Schotse groep ontwikkelde een multimodale prevalidatie-interventie voor mannen en hun partners [39]. De interventie omvatte een seminar over zelfmanagement rond ‘erectiestoornissen en relaties’ (4 weken vóór radicale chirurgie), educatief materiaal (inclusief ‘relaties en seksueel welzijn’) en bekkenbodeminstructies. De paren ervoeren de interventie als haalbaar en gunstig en de geboden informatie en voorlichting belangrijk, evenals de preoperatief geboden ruimte voor communicatie met andere patiënten, partners en professionals. Deze multidisciplinaire prevalidatiebenadering verlichtte ook de zorgen over schaamte, met name rond seksuele revalidatie en urine-incontinentie [39]. Er zijn tot op heden geen gegevens bekend over de langetermijneffecten van dit programma.
In een review van artikelen over seksuele prevalidatie vóór radicale prostatectomie was de conclusie dat seksuele prevalidatie beter erectieherstel lijkt te geven [40]. Deze onderzoekers stellen een meervoudige aanpak voor met daarin bekkenfysiotherapie, PDE5-remmers, vacuüm, etc.

Andere aspecten van de seksuologie

De seksuologie heeft een breder aandachtsveld dan louter seksuele functie. Zo krijgen niet alleen de relatie met de partner, seksueel plezier en intimiteit meer aandacht, maar bijvoorbeeld ook verliesverwerking. De seksuologie heeft een breed arsenaal aan praktische adviezen en hulpmiddelen. De bandbreedte tussen een goede erectie en helemaal geen erectie is heel groot. Zolang er nog een mate van erectie mogelijk is, kunnen allerlei vormen en combinaties van emotionele en fysieke stimulatie helpen om meer opwinding, meer erectie, meer zin, meer plezier, meer satisfactie en een grotere kans op een orgasme te genereren. Ook bij mannen kan een vibrator of een glijmiddel helpen voor een betere erectie of meer plezier. Mannen zijn doorgaans visueel ingesteld, waardoor ze graag vrijen met het licht aan. Zij zijn dus relatief gemakkelijk op te winden of te verleiden als de partner daarin expliciet investeert. Bijvoorbeeld met sexy lingerie of een striptease. Of door samen te kijken naar (voor hem of beiden) geschikte porno. Waar zoiets voor sommige stellen gewoon is, vinden andere dat eng. Als de rationale daarvan duidelijk wordt uitgelegd, kunnen patiënt en partner veel aan. De auteur werkte lang als seksuoloog in de revalidatie, waar de fysieke seksuele schade vaak nog uitgebreider is dan bij een oncologische populatie. Het motiveren tot de zoektocht naar resterende mogelijkheden wordt dan heel relevant. Ook bij enge stappen werden het gesprek en de zoektocht richting herstel van de seksuele relatie vaak als ‘intiem’ en bevrijdend beschreven. ‘There can be much arousal at the edge of our comfort zone!’

Focus op de relatie van de man met zijn partner

Omdat seks meestal een gezamenlijke activiteit is, lijken eenzijdige pogingen om seksueel gedrag te beïnvloeden voor de meerderheid van de mannen en koppels gedoemd te mislukken. Wetende dat PCa-behandeling gepaard gaat met afname van de seksuele functie, kunnen paren baat hebben bij investeringen voorafgaand aan de behandeling in het zoveel mogelijk verbeteren van wederzijds plezierige intieme patronen van vrijen zonder erectie en zonder penetratie (en wanneer ADT is gepland, zelfs zonder verlangen). Hoe sterker mannen gesocialiseerd zijn met het idee van penetratie (coital imperative) en de veronderstelling dat vrouwen penetratie willen voor seksuele bevrediging, des te harder is de vrouw nodig bij het heronderhandelen rond intimiteit [13]. Sommige vrouwen hebben in de loop van een lange relatie afgeleerd om initiatief te nemen en sommige mannen hebben nooit geleerd hoe op het initiatief van de vrouw te reageren. Vooral bij ADT is het dan belangrijk te investeren in adaptatie naar nieuwe rollen.
Zonder zin of zonder erectie voelen veel mannen zich schuldig naar hun vrouw ‘omdat zij nu tekort komt’, terwijl veel vrouwen in die situatie intimiteit en aandacht missen, maar het er bij laten zitten ‘om hem niet te kwetsen’. Die impasse lossen sommige stellen op met ‘intieme masturbatie’. Ze knuffelen samen en de vrouw gaat dan verder met masturbatie terwijl hij in haar andere arm ligt. Dat kan ervoor zorgen dat hij minder schuldgevoel heeft, en dat ze samen meer verbonden en minder eenzaam zijn. Sommige mannen worden dan heel trots op hun vrouw die dat zomaar durft (en soms wordt hij er ook opgewonden van).
Er zijn ook stellen die het seksuele er maar helemaal bij laten zitten. Vanuit gezondheidsperspectief lijkt dat niet verstandig. Ook zonder coïtus en ook zonder orgasme zitten er gezondheidsvoordelen aan lichamelijke intimiteit. Zo lijkt regelmatig zoenen een gunstig effect te hebben op de lipidenspiegels [41].
Wat te doen als uit de anamnese blijkt dat penetratie voor de vrouw wel degelijk belangrijk is? Warkentin schreef in 2006 een uiterst leerzame casus over een heteroseksuele man met PCa [42]. Zes jaar na radicale chirurgie, radiotherapie en ADT had hij nauwelijks zin in seks en helemaal geen erectie meer. Een lesbische kennis hoorde van zijn probleem en adviseerde hem een voorbind- (strap-on) dildo te gebruiken. Uiteraard stribbelde de man eerst tegen. Uiteindelijk bleek de dildo een gouden vondst. Hij kon weer penetreren. Zijn nervositeit bij het vrijen verdween, want de dildo bleef stijf. Zijn vrouw kwam weer klaar door de penetratie en ook zelf kon hij weer klaarkomen. De psychologie verklaart dat fenomeen wel als multisensory integration.

De patiënt zonder partner

De man die geen partner heeft, maar wel zijn seksuele capaciteiten wil behouden, verdient goede informatie over het belang van regelmatige cavernosum doorbloeding, liefst met concrete aanwijzingen over hoe en wat. Als hij gaat daten zal hij waarschijnlijk gebaat zijn met advies om niet geheimzinnig te doen over zijn PCa, om niet te verzwijgen dat hij erectieondersteunende middelen gebruikt en om niet te veronderstellen dat hij een erectie moet krijgen om plezierig te kunnen vrijen en daten [43]!
Bij relaties hebben we de neiging om direct of indirect aan te geven dat seksualiteit gezond is voor de relatie. Bij alleenstaanden valt dat argument weg. Echter ook zonder een relatie heeft seksuele activiteit gezondheidsvoordelen. Opwinding kan ook zonder partner, en een orgasme kan ook zonder erectie. Allerlei elementen van seks hebben kortetermijn- en langetermijn-gezondheidsvoordelen [19].

Erotisering van on demand erectieverbeterende strategieën

Bij PCa hebben strategieën om de erectie te verbeteren twee functies. Enerzijds voor de regelmatige doorbloeding van de corpora cavernosa. Dat heeft niets met seks te maken en daarvoor is ook geen toestemming van de partner nodig. Anderzijds dient een strategie voor een goede erectie bij het vrijen. En dan wordt de betrokkenheid van de partner wel essentieel. Doorgaans is voor de vrouw een erectie op zichzelf geen opstap naar een seksuele bui. Haar verlangen zal zich gemakkelijker ontwikkelen via wederzijds contact dat overloopt in intimiteit. De vrouw die van daaruit vacuüm of een PDE5-remmer voorstelt, kan op die manier die methode geleidelijk erotiseren [43].

Uitbreiden van de seksuele speelruimte

Canadees onderzoek naar mensen met een buitengewoon seksleven leverde informatie op over componenten van optimale seksuele ervaringen [44]. Deze groep van Kleinplatz maakt duidelijk dat de sleutel tot geweldige seks ligt in het versterken van erotische intimiteit. Met die kennis ontwikkelden zij een groepstherapie voor seksuele verbetering voor paren met een laag verlangen dan wel een lage seksuele frequentie. De resultaten van deze acht weken durende interventie zijn positief, met betere communicatie, betere opwinding en functie, en verhoogde seksuele creativiteit, frequentie en variatie. Veel elementen van deze effectieve, toegankelijke en betaalbare aanpak lijken bij uitstek geschikt voor paren met PCa. Momenteel inventariseert deze Canadese groep of zij voor de PCa-populatie een aanpak kunnen ontwikkelen. Het blijft daarbij een uitdaging voor patiënt en professional om een vloeiende choreografie te ontwikkelen tussen enerzijds verschuiven van de aandacht van seksuele prestaties naar seksueel plezier en intimiteit en anderzijds de noodzaak tot regelmatige cavernosumdoorbloeding niet te vergeten.
De Canadese zorg lijkt het goede klimaat te hebben voor PCa-revalidatie en verdere ontwikkeling. Al in 2009 werd in Toronto een Prostate Cancer Rehabilitation Clinic opgericht [45]. Die ontwikkeling en de logistiek worden uitgebreid beschreven met daarin multidisciplinaire interventieteams, integratie van de partner en een brede medische, psychologische en interpersoonlijke benadering. Vanuit de fysieke revalidatie met zijn breed gedragen multidisciplinaire biopsychosociale benadering ontwikkelden de Canadezen Elliott en Matthew een businessplan voor comprehensive cancer care [46].

Conclusie

Bij prostaatkanker is adding years to life een belangrijke taak voor de uroloog. In dat proces komen seksueel plezier, seksuele functie en seksuele relatie vaak in de verdrukking. Voor veel mannen zijn dit belangrijke aspecten van kwaliteit van leven, die om die reden dus ook goede zorg verdienen. De allereerste stap in dat traject is een goede nulmeting rond seksualiteit, intimiteit en relatie. Naast die anamnese omvat goede zorg ook informatie over de behandeling, de mogelijkheid van seksuele prevalidatie, corpus-cavernosum- en seksuele revalidatie en aandacht voor de diversiteit van mannen en voor hun relatie(s). Samen leidend tot adding sexual life to years. Deze opvatting vraagt om een proseksuele attitude binnen een afdeling uro-oncologie, om professionals die zich thuis voelen in dit veld en een team dat bereid is te investeren in dergelijke professionals.
Open Access This article is distributed under the terms of the Creative Commons Attribution 4.0 International License (http://​creativecommons.​org/​licenses/​by/​4.​0/​), which permits unrestricted use, distribution, and reproduction in any medium, provided you give appropriate credit to the original author(s) and the source, provide a link to the Creative Commons license, and indicate if changes were made.

Onze productaanbevelingen

Tijdschrift voor Urologie

Het Tijdschrift voor Urologie is het enige peer-reviewed Nederlandstalige tijdschrift in het vakgebied. Het verschijnt 8 keer per jaar en bevat naast wetenschappelijke artikelen ook case-reports en de abstracts van de voor- en najaarsvergaderingen van de NVU.

Literatuur
1.
go back to reference Nelson CJ, Gilley J, Roth AJ. The impact of a cancer diagnosis on sexual health. In: Mulhall JP, Incrocci L, Goldstein I, Rosen R, redactie. Cancer and sexual health. New York: Humana Press; 2011. pag. 407–14.CrossRef Nelson CJ, Gilley J, Roth AJ. The impact of a cancer diagnosis on sexual health. In: Mulhall JP, Incrocci L, Goldstein I, Rosen R, redactie. Cancer and sexual health. New York: Humana Press; 2011. pag. 407–14.CrossRef
2.
go back to reference Spendelow JS, Joubert EH, Lee H, Fairhurst BR. Coping and adjustment in men with prostate cancer: a systematic review of qualitative studies. J Cancer Surviv. 2017;12:155–68.PubMedCrossRefPubMedCentral Spendelow JS, Joubert EH, Lee H, Fairhurst BR. Coping and adjustment in men with prostate cancer: a systematic review of qualitative studies. J Cancer Surviv. 2017;12:155–68.PubMedCrossRefPubMedCentral
3.
go back to reference Helgason AR, Adolfsson J, Dickman P, et al. Factors associated with waning sexual function among elderly men and prostate cancer patients. J Urol. 1997;158:155–9.PubMedCrossRef Helgason AR, Adolfsson J, Dickman P, et al. Factors associated with waning sexual function among elderly men and prostate cancer patients. J Urol. 1997;158:155–9.PubMedCrossRef
4.
go back to reference Salonia A, Zanni G, Gallina A, et al. Unsuccessful investigation of preoperative sexual health issues in the prostate cancer ‘couple’: results of a real-life psychometric survey at a major tertiary academic center. J Sex Med. 2009;6:3347–55.PubMedCrossRef Salonia A, Zanni G, Gallina A, et al. Unsuccessful investigation of preoperative sexual health issues in the prostate cancer ‘couple’: results of a real-life psychometric survey at a major tertiary academic center. J Sex Med. 2009;6:3347–55.PubMedCrossRef
5.
go back to reference Klein T, Palisaar RJ, Holz A, et al. The impact of prostate biopsy and peri-prostatic nerve block on erectile and voiding function: a prospective study. J Urol. 2010;184:1447–52.PubMedCrossRef Klein T, Palisaar RJ, Holz A, et al. The impact of prostate biopsy and peri-prostatic nerve block on erectile and voiding function: a prospective study. J Urol. 2010;184:1447–52.PubMedCrossRef
6.
go back to reference Helfand BT, Glaser AP, Rimar K, et al. Prostate cancer diagnosis is associated with an increased risk of erectile dysfunction after prostate biopsy. BJU Int. 2013;111:38–43.PubMedCrossRef Helfand BT, Glaser AP, Rimar K, et al. Prostate cancer diagnosis is associated with an increased risk of erectile dysfunction after prostate biopsy. BJU Int. 2013;111:38–43.PubMedCrossRef
7.
go back to reference Incrocci L, Madalinska JB, Essink-Bot ML, et al. Sexual functioning in patients with localized prostate cancer awaiting treatment. J Sex Marital Ther. 2001;27:353–63.PubMedCrossRef Incrocci L, Madalinska JB, Essink-Bot ML, et al. Sexual functioning in patients with localized prostate cancer awaiting treatment. J Sex Marital Ther. 2001;27:353–63.PubMedCrossRef
9.
go back to reference Bancroft J, Janssen E, Strong D, et al. The relation between mood and sexuality in heterosexual men. Arch Sex Behav. 2003;32:217–30.PubMedCrossRef Bancroft J, Janssen E, Strong D, et al. The relation between mood and sexuality in heterosexual men. Arch Sex Behav. 2003;32:217–30.PubMedCrossRef
10.
go back to reference Nicholas DR. Men, masculinity, and cancer: risk-factor behaviors, early detection, and psychosocial adaptation. J Am Coll Health. 2000;49:27–33.PubMedCrossRef Nicholas DR. Men, masculinity, and cancer: risk-factor behaviors, early detection, and psychosocial adaptation. J Am Coll Health. 2000;49:27–33.PubMedCrossRef
11.
go back to reference Ussher JM, Perz J, Gilbert E, et al. Renegotiating sex and intimacy after cancer: resisting the coital imperative. Cancer Nurs. 2013;36:454–62.PubMedCrossRef Ussher JM, Perz J, Gilbert E, et al. Renegotiating sex and intimacy after cancer: resisting the coital imperative. Cancer Nurs. 2013;36:454–62.PubMedCrossRef
12.
go back to reference Boehmer U, Babayan RK. Facing erectile dysfunction due to prostate cancer treatment: perspectives of men and their paitners. Cancer Invest. 2004;22:840–8.PubMedCrossRef Boehmer U, Babayan RK. Facing erectile dysfunction due to prostate cancer treatment: perspectives of men and their paitners. Cancer Invest. 2004;22:840–8.PubMedCrossRef
13.
go back to reference McInnis MK, Pukall CF. Sex after prostate cancer in gay and bisexual men: a review of the literature. Sex Med Rev. 2020;8:466–72.PubMedCrossRef McInnis MK, Pukall CF. Sex after prostate cancer in gay and bisexual men: a review of the literature. Sex Med Rev. 2020;8:466–72.PubMedCrossRef
16.
go back to reference Saunders CL, Meads C, Abel GA, Lyratzopoulos G. Associations between sexual orientation and overall and site-specific diagnosis of cancer: evidence from two national patient surveys in England. J Clin Oncol. 2017;35:3654–61.PubMedCrossRefPubMedCentral Saunders CL, Meads C, Abel GA, Lyratzopoulos G. Associations between sexual orientation and overall and site-specific diagnosis of cancer: evidence from two national patient surveys in England. J Clin Oncol. 2017;35:3654–61.PubMedCrossRefPubMedCentral
17.
go back to reference Wassersug RJ, Lyons A, Duncan D, et al. Diagnostic and outcome differences between heterosexual and nonheterosexual men treated for prostate cancer. Urology. 2013;82:565–71.PubMedCrossRef Wassersug RJ, Lyons A, Duncan D, et al. Diagnostic and outcome differences between heterosexual and nonheterosexual men treated for prostate cancer. Urology. 2013;82:565–71.PubMedCrossRef
18.
go back to reference Tai R. Prostate cancer. In: Reisman Y, Gianotten WL, redactie. Cancer, intimacy and sexuality; a practical approach. New York: Springer Nature; 2017. pag. 129–40. Tai R. Prostate cancer. In: Reisman Y, Gianotten WL, redactie. Cancer, intimacy and sexuality; a practical approach. New York: Springer Nature; 2017. pag. 129–40.
19.
go back to reference Gianotten WL, Alley JC, Diamond LM. The health benefits of sexual expression. Int J Sex Health. 2021;33:478–93.CrossRef Gianotten WL, Alley JC, Diamond LM. The health benefits of sexual expression. Int J Sex Health. 2021;33:478–93.CrossRef
20.
go back to reference Frey A, Pedersen C, Lindberg H, et al. Prevalence and predicting factors for commonly neglected sexual side effects to external-beam radiation therapy for prostate cancer. J Sex Med. 2017;14:558–65.PubMedCrossRef Frey A, Pedersen C, Lindberg H, et al. Prevalence and predicting factors for commonly neglected sexual side effects to external-beam radiation therapy for prostate cancer. J Sex Med. 2017;14:558–65.PubMedCrossRef
21.
go back to reference Sullivan JF, Stember DS, Deveci S, et al. Ejaculation profiles of men following radiation therapy for prostate cancer. J Sex Med. 2013;10:1410–6.PubMedCrossRef Sullivan JF, Stember DS, Deveci S, et al. Ejaculation profiles of men following radiation therapy for prostate cancer. J Sex Med. 2013;10:1410–6.PubMedCrossRef
22.
go back to reference The EMIS Network. EMIS 2010: The European men-who-have-sex-with-men internet survey. Findings from 38 countries. Stockholm: European Centre for Disease Prevention and Control; 2013. The EMIS Network. EMIS 2010: The European men-who-have-sex-with-men internet survey. Findings from 38 countries. Stockholm: European Centre for Disease Prevention and Control; 2013.
23.
go back to reference Fode M, Serefoglu EC, Albersen M, Sonksen J. Sexuality following radical prostatectomy: Is restoration of erectile function enough? Sex Med Rev. 2017;5:110–9.PubMedCrossRef Fode M, Serefoglu EC, Albersen M, Sonksen J. Sexuality following radical prostatectomy: Is restoration of erectile function enough? Sex Med Rev. 2017;5:110–9.PubMedCrossRef
24.
go back to reference Joh DY, Chen LN, Porter G, et al. Proctitis following stereotactic body radiation therapy for prostate cancer. Radial Oncol. 2014;9:277.CrossRef Joh DY, Chen LN, Porter G, et al. Proctitis following stereotactic body radiation therapy for prostate cancer. Radial Oncol. 2014;9:277.CrossRef
25.
go back to reference Krol R, Smeenk RJ, Lin EN van, et al. Systematic review: anal and rectal changes after radiotherapy for prostate cancer. Int J Colorectal Dis. 2014;29:273–83.PubMedCrossRef Krol R, Smeenk RJ, Lin EN van, et al. Systematic review: anal and rectal changes after radiotherapy for prostate cancer. Int J Colorectal Dis. 2014;29:273–83.PubMedCrossRef
26.
go back to reference Nasser NJ, Cohen GN, Dauer LT, Zelefsky MJ. Radiation safety of receptive anal intercourse with prostate cancer patients treated with low-dose-rate brachytherapy. Brachytherapy. 2016;15:420–5.PubMedCrossRefPubMedCentral Nasser NJ, Cohen GN, Dauer LT, Zelefsky MJ. Radiation safety of receptive anal intercourse with prostate cancer patients treated with low-dose-rate brachytherapy. Brachytherapy. 2016;15:420–5.PubMedCrossRefPubMedCentral
27.
go back to reference De Graaf H, Wijsen C. Seksuele Gezondheid in Nederland. Utrecht: Rutgers; 2017. De Graaf H, Wijsen C. Seksuele Gezondheid in Nederland. Utrecht: Rutgers; 2017.
28.
go back to reference Levin RJ. Prostate-induced orgasms: a concise review illustrated with a highly relevant case study. Clin Anat. 2018;31:81–5.PubMedCrossRef Levin RJ. Prostate-induced orgasms: a concise review illustrated with a highly relevant case study. Clin Anat. 2018;31:81–5.PubMedCrossRef
29.
go back to reference Finney G, Haynes AM, Cross P, et al. Cross-sectional analysis of sexual function after prostate brachytherapy. Urology. 2005;66:377–81.PubMedCrossRef Finney G, Haynes AM, Cross P, et al. Cross-sectional analysis of sexual function after prostate brachytherapy. Urology. 2005;66:377–81.PubMedCrossRef
30.
go back to reference Mulhall JP. Saving your sex life. A guide for men with prostate cancer. Potomac: CIACT; 2010. Mulhall JP. Saving your sex life. A guide for men with prostate cancer. Potomac: CIACT; 2010.
31.
go back to reference Silver JK, Baima J. Cancer prehabilitation: an opportunity to decrease treatment-related morbidity, increase cancer treatment options, and improve physical and psychological health outcomes. Am J Phys Med Rehabil. 2013;92:715–27.PubMedCrossRef Silver JK, Baima J. Cancer prehabilitation: an opportunity to decrease treatment-related morbidity, increase cancer treatment options, and improve physical and psychological health outcomes. Am J Phys Med Rehabil. 2013;92:715–27.PubMedCrossRef
32.
go back to reference MacDonald R, Fink HA, Huckabay C, et al. Pelvic floor muscle training to improve urinary incontinence after radical prostatectomy: a systematic review of effectiveness. BJU Int. 2007;100:76–81.PubMedCrossRef MacDonald R, Fink HA, Huckabay C, et al. Pelvic floor muscle training to improve urinary incontinence after radical prostatectomy: a systematic review of effectiveness. BJU Int. 2007;100:76–81.PubMedCrossRef
33.
go back to reference Milios JE, Ackland TR, Green DJ. Pelvic floor muscle training and erectile dysfunction in radical prostatectomy: a randomized controlled trial investigating a non-invasive addition to penile rehabilitation. Sex Med. 2020;8:414–21.PubMedCrossRefPubMedCentral Milios JE, Ackland TR, Green DJ. Pelvic floor muscle training and erectile dysfunction in radical prostatectomy: a randomized controlled trial investigating a non-invasive addition to penile rehabilitation. Sex Med. 2020;8:414–21.PubMedCrossRefPubMedCentral
34.
go back to reference Tsimopoulou I, Pasquali S, Howard R, et al. Psychological prehabilitation before cancer surgery: a systematic review. Ann Surg Oncol. 2015;22:4117–23.PubMedCrossRef Tsimopoulou I, Pasquali S, Howard R, et al. Psychological prehabilitation before cancer surgery: a systematic review. Ann Surg Oncol. 2015;22:4117–23.PubMedCrossRef
35.
go back to reference Cohen L, Parker PA, Vence L, et al. Presurgical stress management improves postoperative immune function in men with prostate cancer undergoing radical prostatectomy. Psychosom Med. 2011;73:218–25.PubMedCrossRef Cohen L, Parker PA, Vence L, et al. Presurgical stress management improves postoperative immune function in men with prostate cancer undergoing radical prostatectomy. Psychosom Med. 2011;73:218–25.PubMedCrossRef
36.
go back to reference Alemozaffar M, Regan MM, Cooperberg MR, et al. Prediction of erectile function following treatment for prostate cancer. JAMA. 2011;306:1205–14.PubMedCrossRef Alemozaffar M, Regan MM, Cooperberg MR, et al. Prediction of erectile function following treatment for prostate cancer. JAMA. 2011;306:1205–14.PubMedCrossRef
37.
go back to reference Kirby MG, White ID, Butcher J, et al. Development of UK recommendations on treatment for post-surgical erectile dysfunction. Int J Clin Pr. 2014;68:590–608.CrossRef Kirby MG, White ID, Butcher J, et al. Development of UK recommendations on treatment for post-surgical erectile dysfunction. Int J Clin Pr. 2014;68:590–608.CrossRef
38.
go back to reference Osadchiy V, Eleswarapu SY, Mills SA, et al. Efficacy of a preprostatectomy multi-modal penile rehabilitation regimen on recovery of postoperative erectile function. Int J Impot Res. 2020;32:323–8.PubMedCrossRef Osadchiy V, Eleswarapu SY, Mills SA, et al. Efficacy of a preprostatectomy multi-modal penile rehabilitation regimen on recovery of postoperative erectile function. Int J Impot Res. 2020;32:323–8.PubMedCrossRef
39.
go back to reference Paterson C, Primeau C, Pullar I, Nabi G. Development of a pre-habilitation multimodal supportive care interventions for men and their partners before radical prostatectomy for localized prostate cancer. Cancer Nurs. 2019;42:E47–53.PubMedCrossRef Paterson C, Primeau C, Pullar I, Nabi G. Development of a pre-habilitation multimodal supportive care interventions for men and their partners before radical prostatectomy for localized prostate cancer. Cancer Nurs. 2019;42:E47–53.PubMedCrossRef
40.
go back to reference Schoentgen N, Califano G, Manfredi C, et al. Is it worth starting sexual rehabilitation before radical prostatectomy? Results from a systematic review of the literature. Front Surg. 2021;8:648345.PubMedCrossRefPubMedCentral Schoentgen N, Califano G, Manfredi C, et al. Is it worth starting sexual rehabilitation before radical prostatectomy? Results from a systematic review of the literature. Front Surg. 2021;8:648345.PubMedCrossRefPubMedCentral
42.
go back to reference Warkentin KM, Gray RE, Wassersug RJ. Restoration of satisfying sex for a castrated cancer patient with complete impotence: a case study. J Sex Marital Ther. 2006;32:389–99.PubMedCrossRef Warkentin KM, Gray RE, Wassersug RJ. Restoration of satisfying sex for a castrated cancer patient with complete impotence: a case study. J Sex Marital Ther. 2006;32:389–99.PubMedCrossRef
43.
go back to reference Kukula KC, Jackowich RA, Wassersug RJ. Eroticization as a factor influencing erectile dysfunction treatment effectiveness. Int J Impot Res. 2014;26:1–6.PubMedCrossRef Kukula KC, Jackowich RA, Wassersug RJ. Eroticization as a factor influencing erectile dysfunction treatment effectiveness. Int J Impot Res. 2014;26:1–6.PubMedCrossRef
44.
go back to reference Kleinplatz PJ, Charest M, Paradis N, et al. Treatment of low sexual desire or frequency using a sexual enhancement group couples therapy approach. J Sex Med. 2020;17:1288–96.PubMedCrossRef Kleinplatz PJ, Charest M, Paradis N, et al. Treatment of low sexual desire or frequency using a sexual enhancement group couples therapy approach. J Sex Med. 2020;17:1288–96.PubMedCrossRef
45.
go back to reference Matthew A, Lutzky-Cohen N, Jamnicky L, et al. The prostate cancer rehabilitation clinic: a biopsychosocial clinic for sexual dysfunction after radical prostatectomy. Curr Oncol. 2018;25:393–402.PubMedCrossRefPubMedCentral Matthew A, Lutzky-Cohen N, Jamnicky L, et al. The prostate cancer rehabilitation clinic: a biopsychosocial clinic for sexual dysfunction after radical prostatectomy. Curr Oncol. 2018;25:393–402.PubMedCrossRefPubMedCentral
46.
go back to reference Elliott S, Matthew A. Sexual recovery following prostate cancer: recommendations from 2 established Canadian sexual rehabilitation clinics. Sex Med Rev. 2018;6:279–94.PubMedCrossRef Elliott S, Matthew A. Sexual recovery following prostate cancer: recommendations from 2 established Canadian sexual rehabilitation clinics. Sex Med Rev. 2018;6:279–94.PubMedCrossRef
Metagegevens
Titel
Aspecten van prostaatkanker vanuit een seksuologisch perspectief
Auteur
Woet L. Gianotten
Publicatiedatum
14-09-2022
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
Gepubliceerd in
Tijdschrift voor Urologie / Uitgave 6-7/2022
Print ISSN: 2211-3037
Elektronisch ISSN: 2211-4718
DOI
https://doi.org/10.1007/s13629-022-00367-w

Andere artikelen Uitgave 6-7/2022

Tijdschrift voor Urologie 6-7/2022 Naar de uitgave