Samenvatting
Het in de loop der jaren ontwikkelde armoedebeleid waar men in Vlaanderen trots op kan zijn, komt steeds meer onder maatschappelijke en politieke druk te staan. Voor sociaal werkers die samen met mensen in armoede op pad gaan, wordt het steeds moeilijker om hun participatieve en emancipatorische aanpak uitgelegd te krijgen. We onderzoeken in deze bijdrage wat de capabilitybenadering en vooral het denken van Amartya Sen en Martha Nussbaum kunnen betekenen voor onze inzichten in armoede en armoedebestrijding in Vlaanderen. Twee belangrijke vragen daarbij zijn: ‘Wat voegt deze benadering toe aan onze kijk op armoede?’ en ‘Hoe kunnen we onze Vlaamse praktijken inzake armoedebestrijding legitimeren en versterken op basis van deze specifieke benadering?’ Bij Sen zoeken we inspiratie om onze visie op armoedebestrijding te actualiseren en te verscherpen. We vertrekken vanuit de praktijk: de concrete casus van Filet Divers en leggen vervolgens de link met het werk van de Vlaamse ‘Verenigingen waar armen het woord nemen’.