Samenvatting
De ureters monden links en rechts uit in de achter-onderzijde van de blaas. Ze komen onder een hoek de blaasspier binnen en lopen door een submuceuze tunnel. Dit intramurale gedeelte van de ureter is omsingeld door spiervezels en functioneert als klep. Tijdens de urinelozing wordt de submuceuze ureter dichtgedrukt. Deze compressie voorkomt het terugvloeien van urine in de ureter. Wanneer urine terugstroomt van de blaas naar de ureter, spreekt men van vesico-ureterale reflux (VUR). Er zijn vijf gradaties van VUR: hoe verder de urine terugstroomt, hoe hoger de gradatie. Er zijn verschillende manieren om een VUR te behandelen. Bij een geringe VUR kan ervoor worden gekozen om bulkmateriaal in te brengen via een subostiale injectie. Bij een ernstige VUR is het noodzakelijk de ureter te re-implanteren. Dit kan zowel intra- als extravesicaal gebeuren.