Abstract
Het laatste deel van het maag-darmkanaal, het rectum en de anus, verzorgt, samen met de bekkenbodem, een aantal gespecialiseerde functies. Het bijzondere hierbij is dat gladde en dwarsgestreepte spieren met elkaar moeten samenwerken om een optimaal functioneel resultaat te krijgen. Het belangrijkste doel van de motorische en sensorische activiteiten in het gebied van het anorectum en de bekkenbodem is de geproduceerde feces binnen te houden totdat het moment van defecatie is aangebroken en vervolgens te zorgen voor een vlotte uitdrijving van de fecale massa. Het vermogen om de rectuminhoud vast te houden, heet ‘continentie voor ontlasting’ of ‘fecale continentie’. Behalve vaste of vloeibare ontlasting moet ook gasvormige rectuminhoud (flatus) tegengehouden worden tot een geschikt moment voor lozing is aangebroken. Dit wordt ‘continentie voor flatus’ genoemd.