Het begrip ‘alternatief’ betekent zoveel als ‘afwijkend van wat gangbaar is’. ‘Alternatieve voeding’ is een verzamelnaam voor verschillende voedingswijzen die zowel variëren in achterliggende gedachten als in concreet voedingsgedrag. Gemeenschappelijke kenmerken zijn het beperken van de consumptie van dierlijke producten en het prefereren van biologisch geteelde voedingsmiddelen.
De gezondheidseffecten van alternatieve voedingswijzen verschillen al naar gelang de toegepaste richtlijnen. De richtlijnen van de ecologische en antroposofische (ook wel biologisch–dynamische) voeding staan relatief dicht bij de Richtlijnen Goede Voeding van het Voedingscentrum. Bij de macrobiotische voeding hangen de gezondheidseffecten sterk af van de gevolgde richting. In de klassieke, streng doorgevoerde, macrobiotiek bestaat een groot risico op tekorten. Tegenwoordig worden de veel flexibeler richtlijnen van de Nederlandse Macrobiotische Vereniging gevolgd, zodat de risico’s op tekorten van de macrobiotische voeding niet groter zijn dan die van de veganistische voeding.
Een belangrijk praktisch punt waarmee artsen en diëtisten geconfronteerd kunnen worden, is dat bij veel mensen de voeding afwijkt van de richtlijnen van de betreffende richting. In feite heeft ieder individu zijn/haar eigen voeding en ook zijn/haar eigen opvattingen, normen en waarden over voeding. Een nauwkeurige anamnese is dus essentieel. Hiervoor is het van belang over enige kennis van de desbetreffende voedingwijze te beschikken: de hulp van een diëtist of voedingskundige is veelal onontbeerlijk.