Skip to main content
Top

2023 | Boek

Algemene chirurgie

Gastro-intestinale, endocriene en oncologische chirurgie

Auteurs: Daniëlle Blom, Margreet Pasman-Zeeman, Gerdine Strijkert-Visch

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

insite
ZOEKEN

Over dit boek

Dit leerboek biedt inzicht in de theoretische en praktische aspecten van de AlgemeneChirurgie, waaronder de gastro-intestinale, endocriene en oncologische chirurgie. De achtergrondinformatie en de beschreven pre-, per- en postoperatieve fasen van de ingrepen dienen als voorbereiding op de praktijk voor studenten-operatieassistenten en operatieassistenten die zich moeten bekwamen in een ingreep bij de Algemene chirurgie. Voor andere beroepen in de gezondheidszorg is het zeer geschikt als naslagwerk.
Het boek is opgebouwd uit zes delen. Het eerste deel beschrijft de algemene principes enrichtlijnen van de Algemene Chirurgie. Dit deel vormt de basis van dit leerboek. De opvolgende vijf delen zijn in willekeurige volgorde en afzonderlijk van elkaar te lezen en te bestuderen. Deel II betreft endocriene chirurgie van de schildklier, bijschildklier en bijnier. Deel III bevat mamma-oncologische chirurgie. Deel IV beschrijft de huidige standaard voor de herniachirurgie. Deel V behandelt gastro-intestinale chirurgie, chirurgie van de overige buikorganen en bariatrischechirurgie. Deel VI biedt inzicht in veel gebruikt instrumentarium, beschreven per categorie.
Nieuw in de zevende geheel herziene druk zijn de hoofdstukken; robotchirurgie, anastomose en bijschildklier. De mamma-oncologie is uitgebreid met de laatste ontwikkelingen en inzichten. De anatomische kennis is uitgebreider beschreven om meer inzicht te geven in het operatieverloop.Dit leerboek geeft tevens informatie over het voortraject op de diagnosestelling en operatie-indicatie en de voorbereiding van de patiënt op de operatie.Online is het complete boek, inclusief toetsen per hoofdstuk, beschikbaar.
Algemene chirurgie is onderdeel van de reeks Operatieve zorg en technieken en is bestemd voor de opleiding tot operatieassistent. Naast het basisboek bestaat de reeks uit een aantal vervolgdelen, waarin de verschillende chirurgische specialismen worden behandeld. Deze reeks benadert de beroepsuitoefening van de operatieassistent zo dicht mogelijk, waarbij de gebruikte afbeeldingen de benaderingen onderbouwen.

Inhoudsopgave

Voorwerk

Basisprincipes

Voorwerk
1. Algemene basisprincipes en richtlijnen
Samenvatting
In dit hoofdstuk over algemene basisprincipes en richtlijnen wordt alle voorkomende diagnostiek bij de algemene chirurgie toegelicht. De patiënt met een operatie-indicatie doorloopt een voorbereidende route als operatiepatiënt. Dit hoofdstuk beschrijft puntsgewijs de onderdelen van een route, zoals preoperatieve screening, ERAS-protocol, nuchterbeleid en laxeren. Bij de algemeen preoperatieve fase worden opname en ontvangst van de patiënt, de time-outprocedure, de anesthesievormen en de positioneringen toegelicht. Bij de algemeen peroperatieve fase komen bloedstelpende middelen, hechtmateriaal, naadtechnieken en energy devices uitgebreid aan bod. De oncologische aandachtspunten worden beschreven. De algemeen postoperatieve fase bespreekt de sign-outprocedure, wond- en preparaatverzorging en tot slot de korte- en langetermijncomplicaties van een operatie.
Daniëlle Blom, Margreet Pasman-Zeeman, Gerdine Strijkert-Visch
2. Laparoscopie
Samenvatting
In dit hoofdstuk ‘Laparoscopie’ wordt de algemene kennis beschreven over het bedrijfsklaar maken van de operatiekamer met de uitleg over de apparatuur die daarvoor nodig is, zoals insufflator, lichtbron, camera-unit en monitoren. Vervolgens wordt het aanleggen van een pneumoperitoneum in stappen uitgelegd, aangevuld met het plaatsen van trocarts. De basiskennis over laparoscopisch instrumentarium wordt behandeld; doel, functie en gebruik worden toegelicht. De toelichting over camerabediening voor de assisterende operatieassistent is na te lezen om voldoende kennis te hebben om de vaardigheid aan te leren. Tot slot worden de beginselen van knoop- en hechttechnieken in een laparoscopische setting toegelicht met daarbij intracorporale en extracorporale technieken.
Daniëlle Blom, Margreet Pasman-Zeeman, Gerdine Strijkert-Visch
3. Robotchirurgie
Samenvatting
In dit hoofdstuk wordt algemene kennis beschreven over robot-geassisteerde operaties. De toepassingen en voordelen van de inzet van een robot inzet worden uitgelegd. De benodigde apparatuur wordt uitgebreid beschreven zoals de Patiënt Cart®, Surgeon Console® en Vision Cart®. De basiskennis over het robotinstrumentarium wordt toegelicht in functionaliteit en vormgeving. De vaardigheden als drapen en docken van de Patiënt Cart® worden beschreven.
Daniëlle Blom, Margreet Pasman-Zeeman, Gerdine Strijkert-Visch
4. Laparotomie
Samenvatting
In dit hoofdstuk wordt in het algemeen beschreven wat de benamingen zijn van toepassingen van een laparotomie en welke patiënten daarvoor in aanmerking komen. Er wordt dieper ingegaan op de mogelijke buikincisies met een onderverdeling in verticale en dwarse incisies, door de plaats en anatomische lagen te beschrijven. De algemene benodigde kennis over het instrumentarium wordt toegelicht: het doel van de verschillende instrumentenlengtes, de functie en het gebruik van wondhaken, de voordelen van een buikspreider en het specifieke ontwerp van verende darmklemmen. De beschreven instrumenteel-technische principes dienen als voorbereidende informatie voor de uitvoering in de praktijk, zoals het voorbereiden van instrumenten en uitvoeren van manoeuvres. Wat betreft de knooptechnieken wordt inzicht gegeven in het aantal te leggen knopen per draad en het verschil in platte knopen, slipknopen en ‘oudewijvenknopen’. Tot slot bevatten de onderwerpen omentumplastiek, buiktrauma, spoelen van de buik en buikdrains informatie die aanvullend is op de algemeen benodigde kennis van de operatieassistent.
Daniëlle Blom, Margreet Pasman-Zeeman, Gerdine Strijkert-Visch
5. Anastomose
Samenvatting
In dit hoofdstuk wordt de betekenis van de anastomose uitgelegd. De wijze van aanleggen zoals intra- of extracorporeel, een handgelegde naad of gestapelde naad worden beschreven. Het positioneren van de darmlissen, zoals side-to-side, side-to-end en end-to-end wordt met een figuur inzichtelijk gemaakt. De stroomrichting van de darmen wordt besproken. De circulair aangelegde gestapelde anastomose wordt apart beschreven. Tot slot is er in dit hoofdstuk veel aandacht voor de complicatie naadlekkage.
Daniëlle Blom, Margreet Pasman-Zeeman, Gerdine Strijkert-Visch
6. Stomata
Samenvatting
In dit hoofdstuk wordt de term stoma uitgelegd en wordt informatie gegeven over de darmstomata. Daarbij worden de stomatypen besproken en wordt ingegaan op onder andere het onderscheid in stoma van dunne of dikke darm, de indeling volgens plaats en de indeling volgens functionaliteit. De electieve en acute indicaties voor het aanleggen van een stoma worden toegelicht. Er is te lezen welke voorbereiding de patiënt ondergaat op de operatie, zoals het aftekenen van de stomaplaats. De opvangsystemen worden besproken en de indeling ervan naar aard en samenstelling. In een acute stomaprocedure kan er gekozen worden voor een blow-hole- of Hartmann-procedure. Beide procedures komen uitgebreid aan bod. Tot slot wordt de operatieprocedure beschreven en is er aandacht voor de stomaverzorging.
Daniëlle Blom, Margreet Pasman-Zeeman, Gerdine Strijkert-Visch

Endocriene chirurgie

Voorwerk
7. Schildklier
Samenvatting
De schildklier bevindt zich in de hals en is een endocriene klier. De schildklier produceert schildklierhormoon T3, T4 en calcitonine. Deze hormonen stimuleren de stofwisseling en zijn belangrijk voor de groei en de geestelijke ontwikkeling. Een schildklier kan te snel werken of juist te langzaam, maar kan ook vergroot zijn. In dit hoofdstuk leest en leert de operatieassistent over anatomie en fysiologie met betrekking tot de schildklier. Voorkomende pathologie als hypo- en hyperthyreoïdie, struma en schildkliercarcinoom wordt beschreven. Aandoeningen en/of afwijkingen aan de schildklier kunnen medicamenteus, met radioactief jodium of chirurgisch worden (na)behandeld. De hemithyreoïdectomie en totale thyreoïdectomie worden in een operatiebeschrijving beschreven. Hierbij worden de pre-, per- en postoperatieve fase behandeld en er is er aandacht voor de aandachtspunten en complicaties.
Daniëlle Blom, Margreet Pasman-Zeeman, Gerdine Strijkert-Visch
8. Bijschildklier
Samenvatting
Dit hoofdstuk bevat de algemene kennis over de anatomie, fysiologie en pathologie met betrekking tot de bijschildklier. Ook wordt de standaardoperatie om een bijschildklier te verwijderen beschreven met pre-, per- en postoperatieve fase. De bijschildklieren zijn vier kleine hormoonklieren gelegen in de regio van de schildklier, die zorgen voor de productie en excretie van het parathormoon (PTH). Parathormoon is verantwoordelijk voor de regulering van de calcium- en fosfaathuishouding. De meest voorkomende aandoening van de bijschildklieren is primaire hyperparathyreoïdie (pHPT), waarbij een bijschildklieradenoom zorgt voor een overproductie van parathormoon (PTH), wat leidt tot hypercalciëmie. De aandoening waarbij de bijschildklieren juist te weinig PTH produceren heet hypoparathyreoïdie. De diagnostiek bestaat naast anamnese en voorgeschiedenis uit gerichte echografie en MIBI-scan en eventueel aanvullend een choline PET-CT. De standaardoperatie voor het verwijderen van een bijschildklier is een minimaal invasieve parathyreoïdectomie (MIP).
Daniëlle Blom, Margreet Pasman-Zeeman, Gerdine Strijkert-Visch
9. Bijnier
Samenvatting
Dit hoofdstuk begint met de anatomie en de fysiologie van de bijnier. De pathologie van de bijnier wordt beschreven, waarbij de bijniertumor wordt ingedeeld in vier groepen. Verschillende ziektebeelden veroorzaakt door overproductie van bijnierhormonen worden uitgelegd. Voor het stellen van de diagnose wordt er laboratoriumonderzoek van bloed en urine gedaan. Een CT-scan is de meest gangbare diagnostiek om bijniertumoren af te beelden. Afhankelijk van de aandoening zal de behandeling van de bijniertumor medicamenteus of een operatieve verwijdering van de bijnier (adrenalectomie) zijn. De laparoscopische adrenalectomie wordt in dit hoofdstuk twee keer beschreven in een operatieprocedure, elk met een andere benaderingsmethode: laparoscopische adrenalectomie via de laterale transperitoneale benadering en laparoscopische adrenalectomie via de retroperitoneale posterieure benadering. Beide operatieprocedures zijn onderverdeeld in een pre-, per-, en postoperatieve fase.
Daniëlle Blom, Margreet Pasman-Zeeman, Gerdine Strijkert-Visch

Mammachirurgie en -oncologie

Voorwerk
10. Mammachirurgie en -oncologie
Samenvatting
Mammacarcinoom is een maligne afwijking in de borstklier. Dit hoofdstuk bevat de algemene kennis over anatomie, fysiologie en pathologie met betrekking tot het mammacarcinoom, die een operatieassistent nodig heeft om zich voor te bereiden op een ingreep. Er wordt uitgebreid ingegaan op de diagnostiek en bijbehorende specifieke onderzoeken. Mammacarcinoom kent verschillende behandelmethoden, die op zichzelf of in combinatie ingezet kunnen worden. Dit is afhankelijk van de aard en het stadium van de ziekte. Deze behandelingen kunnen zijn: lokale behandeling in de vorm van chirurgie en radiotherapie. Of systemische behandeling zoals: chemotherapie, endocriene therapie en immunotherapie. Mammacarcinoom is een complexe ziekte en wordt bij voorkeur behandeld in ziekenhuizen met een mammapoli/mammateam. De laatste jaren wordt er meer borstsparend geopereerd, eventueel aanvullend met radiotherapie. Door deze ontwikkeling kunnen veel patiënten hun borst behouden. In dit hoofdstuk worden vijf operatieprocedures beschreven met pre-, per en postoperatieve fase: sentinel node procedure, mammatumorexcisie, ablatio mammae, okselklierdissectie en amputatie volgens Madden.
Daniëlle Blom, Margreet Pasman-Zeeman, Gerdine Strijkert-Visch

Hernia

Voorwerk
11. Buikwandhernia
Samenvatting
Dit hoofdstuk begint met de anatomie van de buikwand en het liesgebied. De pathologie beschrijft de aangeboren en verworven hernia’s. De soorten hernia’s worden toegelicht met naam, locatie op de buikwand en mogelijke behandeling. Het implantatiemateriaal heet een mesh en wordt beschreven in samenstelling en toepassing. De operatieprocedures zijn onderverdeeld in pre-, per- en postoperatieve fase en verschillen in laparoscopische of open techniek, buikwand- of lieshernia. Dit hoofdstuk beschrijft de hernia inguinalis volgens een laparoscopische TEPP- en TAPP-procedure en een ‘open’ Lichtenstein. De hernia cicatricalis wordt beschreven met een laparoscopische reconstructie met behulp van een mesh en een retromusculaire mesh-reconstructie volgens Rives-Stoppa.
Daniëlle Blom, Margreet Pasman-Zeeman, Gerdine Strijkert-Visch
12. Hernia diafragmatica
Samenvatting
Dit hoofdstuk begint met de anatomie van het middenrif en de slokdarm. De fysiologie beschrijft het antirefluxmechanisme. De diagnostiek bestaat uit verschillende röntgenonderzoeken en gecombineerde scopie- en meetonderzoeken. De vier herniatypen worden uitgelegd en zijn in een figuur inzichtelijk gemaakt. De antirefluxplastieken worden beschreven met de fundoplicaties 180° anterieur, Toupet, Nissen en Dor. De Heller-myotomie voorafgaand aan de fundoplicatie volgens Dor wordt toegelicht. Tot slot is de operatieprocedure onderverdeeld in pre-, per- en postoperatieve fase.
Daniëlle Blom, Margreet Pasman-Zeeman, Gerdine Strijkert-Visch

Gastro-intestinale chirurgie

Voorwerk
13. Slokdarm
Samenvatting
Dit hoofdstuk bevat de algemene kennis over de anatomie, fysiologie en pathologie van de slokdarm (oesofagus). De bijbehorende diagnostiek, behandelmethoden en aandachtspunten worden beschreven. Een patiënt met oesofagusgerelateerde klachten ondergaat veelal een diagnostische endoscopie door de maag-darm-leverarts (MDL-arts) en wordt voor de gevonden afwijkingen veelal medicamenteus behandeld. Er zijn, behalve oesofagustumoren, weinig operatie-indicaties voor de oesofagus. Patiënten met oesofagustumoren worden in gespecialiseerde ziekenhuizen geopereerd door een gastro-intestinaal chirurg. Tegenwoordig worden deze operaties met een thoracoscopische en laparoscopische al dan niet robotgeassisteerde benadering uitgevoerd. De operatieprocedures in dit hoofdstuk worden beschreven in een pre-, per- en postoperatieve fase en betreffen de transthoracale oesofagus-cardiaresectie (TTOCR), de buismaagreconstructie met een intrathoracale anastomose en de anastomose in de hals.
Daniëlle Blom, Margreet Pasman-Zeeman, Gerdine Strijkert-Visch
14. Maag en twaalfvingerige darm
Samenvatting
Dit hoofdstuk beschrijft de veelal overeenkomstige aandoeningen van de maag en twaalfvingerige darm (duodenum). Na de anatomie, fysiologie en pathologie van de maag en het duodenum, zoals een zweer, bloeding en perforatie, wordt de toepasbare diagnostiek toegelicht. Duodenumtumoren zijn zeer zeldzaam. Maagtumoren daarentegen komen veelvuldig voor. Adenocarcinoom is de meest voorkomende maag- en duodenumtumor. De meestvoorkomende behandeling voor een maagcarcinoom is een chirurgische resectie van een deel van de maag waar de tumor zich in bevindt. Hierdoor is de uitgebreidheid van de operatie afhankelijk van de grootte en lokalisatie van de tumor. Bij de maagresectie vindt er, in de meeste gevallen, een subtotale (partiële) of totale gastrectomie plaats. Voor de operatie kan zowel een open, laparoscopische als robot-geassisteerde techniek worden gebruikt. De operatieprocedures in dit hoofdstuk worden beschreven in een pre-, per- en postoperatieve fase: het laparoscopisch overhechten van een gastroduodenale ulcusperforatie en de robotgeassisteerde totale maagresectie.
Daniëlle Blom, Margreet Pasman-Zeeman, Gerdine Strijkert-Visch
15. Bariatrische chirurgie
Samenvatting
In dit hoofdstuk worden de verschillende bariatrische operaties behandeld. Na een algemene inleiding over dit type chirurgie worden de verschillende operaties een voor een besproken. Met behulp van bariatrische chirurgie worden drie doelen nagestreefd: (1) reductie van het gewicht, (2) verbetering van de gezondheidsproblemen, (3) toename van kwaliteit van leven. Na een bariatrische ingreep kan men alleen kleine hoeveelheden voedsel nuttigen.
Daniëlle Blom, Margreet Pasman-Zeeman, Gerdine Strijkert-Visch
16. Lever
Samenvatting
Dit hoofdstuk bevat de algemene kennis over de anatomie, fysiologie en pathologie van de lever. De bijbehorende diagnostiek, behandelmethoden en aandachtspunten worden toegelicht. De chirurgische behandeling aan de lever wordt uitgevoerd in gespecialiseerde ziekenhuizen. Levertransplantaties vinden in Nederland in drie academische ziekenhuizen plaats. De diagnose levercarcinoom wordt, na diagnostiek, gesteld door een MDL-arts. Vervolgens stelt een team van medisch specialisten een behandelplan op tijdens een multidisciplinair overleg (MDO). De voorgestelde operatie aan de lever wordt uitgevoerd door een gastro-intestinaal chirurg. De chirurg kan zowel een open, laparoscopische als robotgeassisteerde techniek gebruiken. De grootte van een leverresectie of een transplantatie wordt bepaald door een aantal factoren:
  • localisatie van de tumoren ten opzichte van de bloedvaten in de lever en de aangedane segmenten;
  • de mate van levercirrose in verband met de leverfunctie van het achterblijvende deel.
De operatieprocedures van een laparoscopische resectie leversegment en een hemihepatectomie worden beschreven met een pre-, per- en postoperatieve fase.
Daniëlle Blom, Margreet Pasman-Zeeman, Gerdine Strijkert-Visch
17. Galblaas
Samenvatting
Dit hoofdstuk bevat de algemene kennis over de anatomie, fysiologie en pathologie van de galblaas en galwegen met de bijbehorende diagnostiek, behandelingen en aandachtspunten. Galblaas- en galwegaandoeningen kunnen worden onderverdeeld in goedaardige (benigne) en kwaadaardige (maligne) afwijkingen. De meest voorkomende benigne afwijking is galsteenlijden (cholelithiasis). Tot de maligne afwijkingen behoren de galwegcarcinomen en het galblaascarcinoom. Het operatief verwijderen van de galblaas (cholecystectomie) is een veelvoorkomende operatie. Door de jaren heen is de operatietechniek verder ontwikkeld en is de minimaal invasieve laparoscopische cholecystectomie de standaard geworden. Toch zullen er altijd indicaties blijven voor een laparotomische benadering. In de beschreven operatieprocedure worden de laparoscopische cholecystectomie en de laparotomische benadering voor een cholecystectomie en choledochotomie behandeld in een pre-, per- en postoperatieve fase.
Daniëlle Blom, Margreet Pasman-Zeeman, Gerdine Strijkert-Visch
18. Alvleesklier
Samenvatting
Dit hoofdstuk bevat de algemene kennis over de anatomie, fysiologie en pathologie van de alvleesklier met de bijbehorende diagnostiek, behandelmethoden en aandachtspunten. De alvleesklier (pancreas) is door zijn ligging en functie een van de meest complexe organen om te opereren. Om de expertise voor pancreasoperaties te verhogen worden deze ingrepen geconcentreerd in aangewezen ziekenhuizen. Een team van medisch specialisten stelt een behandelplan op voor pancreascarcinoom tijdens een multidisciplinair overleg (MDO), waarna een eventuele operatie aan de pancreas wordt uitgevoerd door een gastro-intestinaal chirurg. Pancreasoperaties kennen een benadering via laparotomie en via laparoscopie. Bij laparoscopie is de mogelijkheid al dan niet robotgeassisteerd. Dit hoofdstuk beschrijft operatieprocedures in een pre-, per- en postoperatieve fase; robot-geassisteerde pancreasstaartresectie en pancreatoduodenectomie: pylorussparende pancreatoduodenectomie (PPPD) en de klassieke Whipple-operatie.
Daniëlle Blom, Margreet Pasman-Zeeman, Gerdine Strijkert-Visch
19. Milt
Samenvatting
Dit hoofdstuk bevat de algemene kennis over de anatomie, fysiologie en pathologie van de milt met de bijbehorende diagnostiek, behandelmethoden en aandachtspunten. De milt (lien) is een kwetsbaar orgaan dat bij een ongeval kan ruptureren (scheuren). Een miltruptuur kan gepaard gaan met veel bloedverlies. Als de interventieradioloog geen endovasculaire coiling (afsluiting) van de arteria lienalis kan uitvoeren of als een patiënt hemodynamisch instabiel is, dan wordt de patiënt met spoed geopereerd aan de miltruptuur. Hierbij wordt bij voorkeur met miltsparende technieken getracht de milt te behouden. Bij uitgebreidheid van het letsel wordt de milt in zijn geheel verwijderd (splenectomie). De overige miltoperaties worden gepland op het electieve programma. Miltoperaties kennen een benadering via laparoscopie en laparotomie. In dit hoofdstuk worden de operatieprocedures bij miltruptuur beschreven en de laparoscopische splenectomie. De operatieprocedures kennen een pre-, per- en postoperatieve fase.
Daniëlle Blom, Margreet Pasman-Zeeman, Gerdine Strijkert-Visch
20. Dunne darm
Samenvatting
Dit hoofdstuk geeft algemene kennis over de anatomie, fysiologie en pathologie van de nuchtere darm (jejunum) en de kronkeldarm (ileum). De dunne darm is door de ligging en door de grote beweeglijkheid makkelijk te bereiken bij operatieve ingrepen. De meest voorkomende indicaties voor dunne darmoperaties worden beschreven:
  • trauma
  • ziekte van Crohn;
  • divertikel van Meckel;
  • darmafsluiting (ileus);
  • darmischemie;
  • dunnedarmtumoren.
Afwijkingen aan het jejunum en ileum komen in vergelijking met afwijkingen aan de dikke darm veel minder vaak voor. De diagnostiek en behandeling van afwijkingen aan het jejunum en ileum komen overeen die van de dikkedarmafwijkingen. (zie H. 22 Dikke darm)
Daniëlle Blom, Margreet Pasman-Zeeman, Gerdine Strijkert-Visch
21. Appendix
Samenvatting
Dit hoofdstuk geeft algemene kennis over de anatomie, fysiologie en pathologie van de appendix met de bijbehorende diagnostiek, behandeling en aandachtspunten. Een ontstoken appendix, in de volksmond vaak blindedarmontsteking genoemd, is een veelvoorkomende operatie-indicatie. Waar enkele jaren geleden voor het verwijderen van de ontstoken appendix standaard de benadering via een wisselsnede gekozen werd, wordt tegenwoordig een appendectomie met een laparoscopische benadering uitgevoerd. Dit hoofdstuk behandelt beide benaderingen. De operatieprocedures van een appendectomie en een laparoscopische appendectomie worden beschreven met een pre-, per- en postoperatieve fase.
Daniëlle Blom, Margreet Pasman-Zeeman, Gerdine Strijkert-Visch
22. Dikke darm
Samenvatting
Dit hoofdstuk geeft algemene kennis over de anatomie, fysiologie en pathologie van de dikke darm (colon) met de bijbehorende diagnostiek, behandelmethoden en aandachtspunten. Veel aandoeningen van het colon worden chirurgisch behandeld. Bij coloncarcinoom stelt een team van medisch specialisten een behandelplan op tijdens een multidisciplinair overleg (MDO), waarna een eventuele operatie aan het colon wordt uitgevoerd door een gastro-intestinaal chirurg. Colonoperaties kennen een benadering via laparotomie en laparoscopie. Laparoscopie gebeurt al dan niet robotgeassisteerd. In dit hoofdstuk worden de volgende operatieprocedures beschreven met een pre-, per- en postoperatieve fase:
  • laparoscopische hemicolectomie rechtszijdig;
  • laparoscopische hemicolectomie linkszijdig;
  • laparoscopische sigmoïdresectie;
  • robotgeassisteerde ‘low anterior’-resectie (LAR);
  • ‘low anterior’-resectie;
  • laparoscopische rectumextirpatie/abdominoperineale rectumresectie (APR);
  • transanale endoscopische microchirurgie (TEM);
  • transanale totale mesorectale excisie (taTME).
Daniëlle Blom, Margreet Pasman-Zeeman, Gerdine Strijkert-Visch
23. Anus
Samenvatting
Dit hoofdstuk geeft informatie voor de benodigde algemene kennis over de anatomie van het anale kanaal. Voorkomende pathologie zoals hemorroïden, perianaal abces en fistel, anustumor, anale fissuur en sinus pilonidalis worden beschreven inclusief de benodigde onderzoeksmethoden. Aandoeningen en/of afwijkingen aan het anale kanaal kunnen poliklinisch of klinisch chirurgisch behandeld worden. De chirurgische behandelingen die onder anesthesie op de operatiekamer plaatsvinden bij hemorroïden, perianaal abces en fistel en de sinus pilonidalis, zijn in operatieprocedures onderverdeeld in een pré-, per- en postoperatieve fase.
Daniëlle Blom, Margreet Pasman-Zeeman, Gerdine Strijkert-Visch

Instrumentarium

Voorwerk
24. Instrumentarium
Samenvatting
Het laatste hoofdstuk Instrumentarium vormt een overzicht van de instrumenten die bij de beschreven operatieprocedures in dit boek nodig kunnen zijn. Het begint met basisinstrumentarium met een onderverdeling van klemmen, naaldvoerders, pincetten, scharen, wondhaken, spreiders en specula. Vervolgens komt het laparoscopische instrumentarium met een onderverdeling van optieken, trocarts, instrumenten, cliptangen en accessoires. Daarna volgt het robot instrumentarium met een onderverdeling van de Da Vinci trocart, de Da Vinci instrumenten, sealers en de accessoires. Tot slot worden de verschillende mechanisch hecht- en snijinstrumenten benoemd. Elk instrument is zichtbaar in een figuur en wordt beschreven met het gebruiksdoel en relatie van vorm en functie.
Daniëlle Blom, Margreet Pasman-Zeeman, Gerdine Strijkert-Visch
Nawerk
Meer informatie
Titel
Algemene chirurgie
Auteurs
Daniëlle Blom
Margreet Pasman-Zeeman
Gerdine Strijkert-Visch
Copyright
2023
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
Elektronisch ISBN
978-90-368-2763-8
Print ISBN
978-90-368-2762-1
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-368-2763-8