Samenvatting
Basisbehoeften vormen de rode draad in schematherapie, zowel theoretisch als in de toepassing. Om tot een gezonde ontwikkeling te komen dient er in voldoende mate tegemoet gekomen te worden aan de behoeften: veiligheid, verbondenheid, autonomie, realistische grenzen, zelfexpressie en spontaniteit en spel. Tekorten in basisbehoeften leiden tot schema’s. In dagelijkse situaties worden deze getriggerd en mede afhankelijk van iemands copingstijl leidt dit tot specifieke modi. Door de inzet van cognitieve, experiëntiële en gedragsmatige interventies wordt de invloed van disfunctionele schema’s en modi verminderd en wordt de gezonde-volwassenemodus en vrije-kindmodus versterkt. Schematherapie is veel onderzocht voor cluster B, maar nog relatief weinig voor cluster C. Schematherapie kent vele toepassingen en is transdiagnostisch. De behandeling gaat niet specifiek in op klachten of symptomen, maar richt zich op de achterliggende patronen, waardoor deze klachten mogelijk zijn ontstaan of onderhouden worden.