De groei van het kinderhoofd wordt bepaald door de inhoud van de schedel. Genetische en verworven aandoeningen kunnen de groei beïnvloeden. Er kan sprake zijn van een klein hoofd (microcefalie), een groot hoofd (macrocefalie) of een vormafwijking door een te vroeg gesloten schedelnaad (craniosynostose). Anamnese en lichamelijk onderzoek richten zich op het onderscheiden van de verschillende oorzaken van een afwijkende groei. Hoewel in de meeste gevallen geen causale behandeling mogelijk is, kan er door het vinden van een oorzaak gerichte voorlichting gegeven worden over prognose en herhaalkans. Behandelopties zijn er bij een onderliggende hydrocefalus door het bevorderen van de liquordrainage met een shunt of een derde ventriculostomie en bij een craniosynostose door het corrigeren van de vormafwijking middels een endoscopische naadresectie of open reconstructie.