Gepubliceerd in:
2025 | OriginalPaper | Hoofdstuk
7. ACT bij persoonlijkheidsproblematiek
Samenvatting
De cliënte in deze casus ploetert al haar hele leven met belemmerende angst, somberheid en gedachten aan de dood als ultieme consequentie van haar worsteling. Onderliggend is er sprake van autonomie- en identiteitsproblematiek. Deze komt tot uiting op verschillende levensgebieden. Ze heeft de neiging overmatig consciëntieus te zijn en zich voortdurend aan te passen aan haar omgeving. Thema’s die in de therapie voorbijkomen, zijn het omgaan met haar diepgewortelde angsten en onzekerheden, zoals de dood, het ouder worden, het accepteren van lichamelijke gevolgen en het loslaten van de ouder wordende kinderen. Daarnaast worstelt ze met haar identiteit, zoals het leren openstaan voor eigen behoeften en verlangens, het leren voelen en aangeven van de eigen grenzen, op werk- en privégebied, waaronder de seksualiteit. Na afronding van de therapie is ze veel minder bezig om haar zelfwaarde te ontlenen aan haar prestaties en zich voortdurend te vergelijken met anderen.