Aanvallen bij kinderen kennen een uitgebreide differentiële diagnose die verschilt per leeftijd. Het is cruciaal niet-epileptische van epileptische aanvallen te onderscheiden. Hiermee wordt voorkomen dat onterecht de diagnose epilepsie wordt gesteld. Tevens kunnen andere diagnoses, zoals een hartritmestoornis, belangrijke behandelconsequenties hebben. In dit hoofdstuk wordt een stappenplan besproken voor de klinische benadering van aanvallen bij kinderen. Aanknopingspunten in de anamnese en het lichamelijk onderzoek voor de differentiële diagnose worden aangegeven. Bij epileptische aanvallen is vaststelling van een epilepsiesyndroom en zo mogelijk de onderliggende etiologie belangrijk voor de prognose en therapie. Ten slotte wordt per leeftijdscategorie een overzicht gegeven van de belangrijkste niet-epileptische aanvallen en epilepsiesyndromen.