Samenvatting
In de mond kan zich een variëteit aan afwijkingen voordoen. Het merendeel betreft goedaardige afwijkingen van de slijmvliezen, de weke delen en de daarin gelegen kleine speekselklieren. Daarnaast komen er slijmvlieslaesies voor, die de potentie hebben kwaadaardig te worden. Ten slotte kunnen zich in het slijmvlies ook kwaadaardige gezwellen voordoen. Het betreft vooral het plaveiselcelcarcinoom. Soms blijkt een mondaandoening te berusten op een onderliggende interne ziekte zoals een infectie met het humaan immuundeficiëntievirus. Een andere mogelijke oorzaak van een slijmvliesaandoening, in dit geval bestaand uit pigmentatie, is het gebruik van geneesmiddelen. De meeste afwijkingen van het mondslijmvlies kunnen op grond van de anamnese, het klachtenpatroon en het klinische aspect worden gediagnostiseerd, zonder aanvullend laboratorium- of weefselonderzoek. Naast aandacht aan de diagnostiek wordt in dit hoofdstuk ook nadrukkelijk aandacht aan de behandeling besteed.