Skip to main content
Top

2016 | OriginalPaper | Hoofdstuk

A15 De voortplanting

Auteurs : K. Kok, J. Houweling, A.C.L.M. Zuiderwijk, Y.G. van Ingen, M. Karels

Gepubliceerd in: Anatomie, fysiologie en pathologie

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

De uitwendige mannelijke geslachtsorganen zijn (zie paragraaf Mannelijke geslachtsorganen):
  • de penis, bestaande uit de schacht en de eikel. In de penis bevinden zich drie zwellichamen;
  • de balzak (scrotum), bevat de twee zaadballen. De balzak is verantwoordelijk voor de temperatuurregeling van de zaadballen.
De inwendige mannelijke geslachtsorganen zijn (zie paragraaf Mannelijke geslachtsorganen):
  • de zaadballen: produceren zaadcellen die in het sperma terechtkomen, en maken ook testosteron aan;
  • de bijballen: slaan de zaadcellen op;
  • de zaadleiders en zaadblaasjes;
  • de prostaat;
  • de urinebuis.
De uitwendige vrouwelijke geslachtsorganen zijn (zie paragraaf Vrouwelijke geslachtsorganen):
  • de schaamheuvel;
  • de vulva, bestaande uit de grote schaamlippen, de clitoris en de kleine schaamlippen.
De inwendige vrouwelijke geslachtsorganen zijn (zie paragraaf Vrouwelijke geslachtsorganen):
  • de schede (vagina);
  • de baarmoeder (uterus);
  • de eileiders;
  • de eierstokken.
Tijdens de menstruatie worden weefseldelen van het baarmoederslijmvlies en bloed uitgestoten; de eicel is niet bevrucht. Het hele proces voor, tijdens en na de menstruatie noemen we de cyclus (zie paragraaf Bevruchting en zwangerschap).
Bevruchting (conceptie) kan plaatsvinden op de dag dat een eicel vrijkomt, of één tot drie dagen voor de eisprong. Dit is de vruchtbare periode. Zaadcellen versmelten bij bevruchting in de eileider met de eicel (zie paragraaf Bevruchting en zwangerschap).
De vrucht die na de versmelting is ontstaan, gaat naar de baarmoederholte, waar hij zich deelt tot een klompje cellen. Daarna nestelt de vrucht zich in het slijmvlies van de baarmoeder. Via de navelstreng geeft de moederkoek (placenta) het kind zuurstof en voedingsstoffen. Rondom het kind bevindt zich vruchtwater (zie paragraaf Bevruchting en zwangerschap).
Metagegevens
Titel
A15 De voortplanting
Auteurs
K. Kok
J. Houweling
A.C.L.M. Zuiderwijk
Y.G. van Ingen
M. Karels
Copyright
2016
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-368-1228-3_15