2016 | OriginalPaper | Hoofdstuk
A10 De spijsvertering
Auteurs : K. Kok, J. Houweling, A.C.L.M. Zuiderwijk, Y.G. van Ingen, M. Karels
Gepubliceerd in: Anatomie, fysiologie en pathologie
Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum
Samenvatting
-
het spijsverteringskanaal (van mond tot anus);
-
klieren die spijsverteringssappen afscheiden.
-
de mond- en keelholte: proeven en malen van voedsel, afscheiden van speeksel en slikfunctie;
-
de slokdarm: vervoer van gemalen voedsel door de peristaltiek;
-
de maag: afscheiding van maagslijm, zoutzuur, het enzym pepsine en de intrinsic factor, fijner maken van voedsel door kneden, transport naar de dunne darm;
-
de dunne darm: afvoerplek voor gal en alvleeskliersap met de enzymen lipase, amylase en proteïnase (in twaalfvingerige darm) nodig voor de vertering van voedsel, opname van voedseldeeltjes (door darmvlokken), opname van vet, afvoer van bloed naar de lever via de poortader;
-
de dikke darm: onttrekken van water aan onverteerbare resten en transport naar de endeldarm, productie van vitamine K door darmbacteriën;
-
de endeldarm: verzamelplaats voor ontlasting (feces);
-
de lever: productie van gal, vorming van koolhydraatreserves, vorming van eiwitten, vorming van vetten, ontgifting, opslag;
-
de alvleesklier: productie van alvleeskliersap en hormonen;
-
het buikvlies (peritoneum): ophangfunctie voor organen.