Samenvatting
Een patiëntspecifieke uitkomstmaat om de functionele status vast te stellen is gericht op activiteiten die voor de individuele patiënt het meest van belang zijn. Daartoe bepaalt de patiënt eerst bij welke belangrijke activiteiten de meeste beperkingen optreden. De twee voorwaarden die maken dat een activiteit als ‘belangrijk’ wordt aangemerkt zijn: de activiteit moet vaak worden uitgevoerd en het moet veel moeite kosten deze activiteit uit te voeren. De geselecteerde activiteiten worden geordend naar mate van belangrijkheid. De moeite die patiënten hebben met het uitvoeren van hun eigen drie belangrijkste klachten, wordt vervolgens gescoord. Deze patiëntspecifieke benadering van het meten van functionele status blijkt een goed uit te voeren, patiëntvriendelijk en responsief meetinstrument in effectonderzoek te zijn.