Abstract
De jongen van 18 jaar, die enigszins bozig tegenover u zit, kent u al vanaf kort na zijn geboorte met constitutioneel eczeem. Hij heeft het altijd met klasse 1- en toen hij wat ouder werd met klasse-2-corticosteroïden goed kunnen onderdrukken. ‘Ik heb het op internet nagezocht, dokter, en ik heb atrofie van de huid van mijn arm. En dat is uw schuld, want ik heb altijd nieuwe tubes van uw assistente gekregen, terwijl u het had moeten controleren’. U kijkt naar zijn elleboogsplooi en ziet inderdaad het klassieke beeld van atrofia cutis: de huid is dun, wat glanzend, de onderliggende bloedvaten zijn goed zichtbaar en er is een uitgebreide teleangiectasia. U antwoordt dus: ‘Je hebt gelijk, Jochem, dat is inderdaad atrofie en ja, ik had je beter moeten controleren. Gelukkig kan de huid zich nog wel grotendeels herstellen’.