Skip to main content
Top

2016 | OriginalPaper | Hoofdstuk

8 Oogleden

Auteur : Leonie Ruettermann-Kwak

Gepubliceerd in: Plastische chirurgie

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

De stand van de oogspleet wordt bepaald door de aanhechting van de kringspier (musculus orbicularis oculi) aan de mediale en laterale ooghoek en door de tarsale plaat, die steun geeft aan de lidranden. Het openen en openhouden van de ogen gebeurt voornamelijk door de musculus levator palpebrae superioris van het bovenooglid. Beide genoemde spieren worden afzonderlijk geïnnerveerd en kunnen eigen verlammingsverschijnselen vertonen. Bij verlamming in het onderooglid spreekt men van lagoftalmie, het gevolg van verlamming in het bovenooglid wordt ptosis genoemd. In de loop van het leven verliezen de zogenoemde steungevende delen van de oogleden hun structuur en door verslapping ontstaat plooivorming van de bovenoogleden (blepharochalasis). De onderoogleden kunnen bovendien een wal gaan vertonen, die veroorzaakt wordt door het onderhuids uittreden van het vetlichaam uit de oogkas. Op oudere leeftijd ontwikkelt zich soms huidkanker in de mediale ooghoek of in de ooglidranden, wat een uitgebreide resectie noodzakelijk maakt. Daarna moet de functie worden hersteld door reconstructie van de verwijderde delen. Het doel van een reconstructie is het behoud van het oog en de oogleden. Een tekort aan huid zoals bij een ectropion kan worden aangevuld met een full thickness skin graft of een transpositielap. Tevens zal vaak een tarsorafie (reven van de tarsale plaat) of een canthopexie (omhoog zetten van de tarsale plaat) worden uitgevoerd. Bij een defect dat de volledige dikte van het ooglid beslaat, moeten slijmvlies, kraakbeen, spier en huid worden aangevuld. Bij verlammingsverschijnselen van de spieren van de oogleden kan een fascia-latastrip of een peestransplantaat worden gebruikt. Dit transplantaat wordt gefixeerd aan de tarsus en de musculatuur van het voorhoofd (musculus frontalis). Een blefaroplastiek wordt uitgevoerd bij blepharochalasis (verslappen van de huid van de bovenoogleden), bij vetprolaps door het verslappen van de septa orbitalia, bij een sterk ontwikkelde kringspier die lachrimpels veroorzaakt, of bij oedeem als gevolg van een ziekelijke aandoening (schildklier, allergieën).
Metagegevens
Titel
8 Oogleden
Auteur
Leonie Ruettermann-Kwak
Copyright
2016
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-368-1181-1_8