2017 | OriginalPaper | Hoofdstuk
7a ADL en IADL
Auteur : Bianca Buurman
Gepubliceerd in: Klinisch redeneren bij ouderen
Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum
Samenvatting
-
Meestal ontstaan bij ouderen eerst beperkingen in het IADL-functioneren en worden pas daarna de ADL-functies aangetast (paragraaf 7a.1).
-
De prevalentie en incidentie van beperkingen in ADL/IADL-functioneren verschillen per doelgroep. De prevalentie is het aantal mensen dat op een bepaald moment beperkingen in functioneren ervaart. De incidentie is het aantal nieuwe mensen met beperkingen in functioneren gedurende een bepaalde periode (paragraaf 7a.2).
-
Thuiswonende ouderen: prevalentie toenemend met de leeftijd, incidentie 20-30% per jaar.
-
In ziekenhuis opgenomen ouderen: prevalentie 50% bij acute opname en 20% bij geplande opname, incidentie 30% bij acute opname en 10% bij geplande opname.
-
Ouderen die in een verpleeghuis wonen: precieze prevalentiegegevens ontbreken.
-
Achteruitgang in functioneren kan een teken zijn van een naderend levenseinde. ADL-functioneren is mogelijk een marker voor de laatste levensfase (paragraaf 7a.2.4).
-
-
Bij beperkingen in functioneren is er vaak meer dan één probleem aanwezig. Het is daarom niet genoeg alleen naar het ADL- en IADL-functioneren te kijken. Breng ook in kaart welke domeinen van functioneren aangetast zijn en welke compensatiemogelijkheden een oudere nog zelf heeft (paragraaf 7a.3).
-
Diverse verstoringen en ziekten kunnen de mogelijkheid beïnvloeden of aantasten om ADL- en IADL-activiteiten uit te voeren (paragraaf 7a.3).
-
Cardiovasculair systeem: ritmestoornissen, verminderde pompfunctie, oedeem.
-
Brein: dementie, delier, CVA, depressie.
-
Motorisch orgaansysteem: achteruitgang van spiermassa.
-
Endocrien systeem: verstoring in de glucoseregulatie.
-
Zintuiglijk orgaansysteem: ervaring van pijn, polyneuropathie, duizeligheid, visus- en gehoorproblemen.
-
-
De restcapaciteit is het compensatiemechanisme dat een oudere bezit om beperkingen op te vangen (paragraaf 7a.4.1).
-
Externe en persoonlijke factoren bij ADL en IADL (paragraaf 7a.4):PersoonlijkheidsfunctiekenmerkenLeeftijd, sociaaleconomische status, persoonlijkheid en copingstijlBelevingsfunctiekenmerkenVerliezen van ADL kan tot rouw leiden; let op self-efficacySociale omgevingskenmerkenSociaal netwerk kan compenseren of stimulerenHulpmiddelenRollatorAls gevolg van een acute ziekenhuisopnameFiguur 7a.3
-
Veelgebruikte diagnostische zelfrapportage-instrumenten zijn: ADL-schaal van Katz, barthelindex, IADL-schaal van Lawton en Brody, Groningen Activity Restriction Scale (GARS-4) (paragraaf 7a.5).
-
Diverse interventies zijn mogelijk (paragraaf 7a.6).
-
Zelfmanagement bevorderen.
-
Omgeving dusdanig inrichten dat beweging gestimuleerd wordt.
-
Bedrust vermijden.
-
Bij een ziekenhuisopname: training vóór de opname, plus voorlichting geven over functieverlies als gevolg van de opname.
-
Revalidatie/functioneel trainen.
-
Pijnmanagement.
-
Inzet van hulpmiddelen.
-