Skip to main content
Top

2010 | OriginalPaper | Hoofdstuk

7 Pathologie van de periapex

Auteur : Syo K. Thoden van Velzen

Gepubliceerd in: Endodontologie

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

Klinisch laten de aandoeningen van de periapex zich als volgt indelen:
1
Periapicale aandoeningen geassocieerd met pulpitis en pulpanecrose:
a
Parodontitis apicalis:
  • primair acuut
  • chronisch
  • secondair acuut (vaak pijnlijke opvlamming)
 
b
Bijverschijnselen van parodontitis apicalis:
  • pijn
  • apicale wortelresorptie
  • apicale hypercementose
  • focale chronische scleroserende osteomyelitis
 
 
Voetnoten
1
Voorheen odontogene keratocyste, keratocystic odontogenic tumour.
 
2
(Peri)apical of (peri)radicular periodontitis, periapical osteitis.
 
3
Polymorfonucleaire leukocyten, PMN’s.
 
4
Interleukine.
 
5
Tumornecrosefactor.
 
6
Transforming growth factor.
 
7
In de kliniek wordt voor het afgekapselde ontstekingsgebied van de chronische parodontitis apicalis dikwijls de term granuloom of tandwortelgranuloom (periapical granuloma) gebruikt, aangezien een chronische parodontitis apicalis overwegend een granulomateuze ontsteking is.
 
8
Phoenix abscess, exacerbating apical periodontitis.
 
9
Cementhyperplasie.
 
10
Focal sclerosing osteomyelitis. Vroeger: condenserende osteitis.
 
11
Dentoalveolair abces, periapicaal abces, veretterd granuloom.
 
12
Fistula of sinus tract.
 
13
Radiculaire cyste, periapicale cyste, tandwortelcyste.
 
14
Odontogeen wil zeggen afkomstig van epitheel dat werd geproduceerd bij de vorming van de gebitselementen.
 
15
True apical cyst.
 
16
Vroeger bay cyst naar het histologische beeld.
 
17
Stratified squamous epithelium.
 
18
Voorheen Arachnia propionica.
 
19
Cellulose granuloma.
 
20
Periapical osteosclerosis, osteomyelitis sicca, idiopathic osteosclerosis, dense bone island, enostosis, focal periapical osteopetrosis.
 
21
Traumatische, idiopathische of hemorragische beencyste of beencaviteit, simple bone cyst.
 
22
Klinisch wordt vaak de term ‘true’ cementoma gebruikt ter wille van het onderscheid met (false) cementoma of periapical cemental dysplasia.
 
23
Periapicale fibreuze of fibro-osseuze dysplasie, focal cemento-osseous dysplasia (FCOD), cementofibroom, periapicaal osteofibroom, cementoom.
 
24
Keratocystic odontogenic tumour. Voorheen keratocyste.
 
25
Collateral inflammatory cyst, inflammatory lateral periodontal cyst.
 
26
O.a. ameloblastoma, giant cell granuloma, schwannoma, bronchogeen carcinoom, lymphoma.
 
Metagegevens
Titel
7 Pathologie van de periapex
Auteur
Syo K. Thoden van Velzen
Copyright
2010
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-313-7377-2_7