Skip to main content
Top

2016 | OriginalPaper | Hoofdstuk

7. Mammaoperaties

Auteurs : Ingrid Larmené, Ykje Frölich-Swart

Gepubliceerd in: Algemene chirurgie

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

De algemene voorbereidingen bij alle ingrepen aan de mamma komen overeen en zijn allemaal van toepassing. Tot de algemene preoperatieve zorg behoren (zie paragraaf 7.1):
  • de aanwezigheid van röntgenfoto’s van mammografie, echografie of CT-scan op beeldscherm;
  • de plaats van de neutrale elektrode bij gebruik diathermie;
  • de positionering van de patiënt op de operatietafel en de opstelling van het operatieteam (afbeelding 7.1);
  • het desinfecteren en afdekken bij mammaoperaties (afbeelding 7.2).
Tot de algemene peroperatieve zorg (zie paragraaf 7.2) behoort de manier waarop een mamma-incisie wordt gemaakt (zie afbeelding 7.3 en 7.4).
De verschillende operatiemogelijkheden zijn:
  • de schildwachtklierbiopsie of sentinel node procedure met hierbij de operatie-indicatie en het doel van de operatie (zie paragraaf 7.3). Vervolgens worden de pre-, per- en postoperatieve fase besproken met speciale aandacht voor de operatieprocedure en het injecteren van 2 ml. Patentblauw (zie afbeelding 7.5 en paragraaf 7.3.1, 7.3.2 en 7.3.3);
  • de mammatumorexcisie met hierbij de operatie-indicatie en het doel van de operatie (zie paragraaf 7.4). Vervolgens worden de pre-, per- en postoperatieve fase besproken met in de paragraaf over de peroperatieve fase aandacht voor de operatieprocedure van een palpabele en een niet-palpabele mammatumor (zie paragraaf 7.4.1, 7.4.2 en 7.4.3);
  • de okselklierdissectie met hierbij de operatie-indicatie en het doel van de operatie (zie paragraaf 7.5). Vervolgens worden de pre-, per- en postoperatieve fase besproken met in de paragraaf over de peroperatieve fase aandacht voor de operatieprocedure met de begrenzing waarbinnen de okselklierdissectie plaatsvindt (zie afbeelding 7.6A en 7.6B). In de postoperatieve fase komen de korte- en langetermijncomplicaties aan de orde (zie paragraaf 7.5.1, 7.5.2 en 7.5.3);
  • de ablatio mammae met hierbij de operatie-indicatie en het doel van de operatie (zie paragraaf 7.6). Vervolgens worden de pre-, per- en postoperatieve fase besproken met in de paragraaf over de peroperatieve fase aandacht voor de operatieprocedure (zie paragraaf 7.6.1, 7.6.2 en 7.6.3);
  • de gemodificeerde radicale mastectomie met hierbij de operatie-indicatie en het doel van de operatie (zie paragraaf 7.7 en afbeelding 7.7). Vervolgens worden de pre-, per- en postoperatieve fase besproken met aandacht voor de operatieprocedure en de aandachtspunten bij de postoperatieve zorg op de verpleegafdeling (zie paragraaf 7.7.1, 7.7.2 en 7.7.3).
Metagegevens
Titel
7 Mammaoperaties
Auteurs
Ingrid Larmené
Ykje Frölich-Swart
Copyright
2016
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-368-1137-8_7