Skip to main content
Top

2004 | OriginalPaper | Hoofdstuk

6 Zwijgen of handelen?

Dorien en de dilemma’s van een pvp

Auteur : Paul Manni

Gepubliceerd in: Dilemma’s in de psychiatrische praktijk

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

In praktisch iedere psychiatrische instelling werkt een patiëntenvertrouwenspersoon (pvp). Die pvp is niet in dienst van de instelling zelf. De Stichting Patiëntenvertrouwenspersoon plaatst op basis van een standaardcontract de pvp’en in de instellingen. Hij heeft als taak de cliënten van de instelling te helpen bij vragen en klachten over hun rechtspositie ten opzichte van die GGz-instelling. Dat kunnen vragen of klachten zijn over uiteenlopende onderwerpen als de behandeling, de bejegening, de hotelfunctie enzovoort. Belangrijk daarbij is de partijdige opstelling van de pvp. De pvp kiest partij voor zijn cliënt en laat zich leiden door het belang zoals zijn cliënt dat ziet. Hij zal zich, anders dan een behandelaar, daarbij niet laten beïnvloeden door het ziektebeeld van zijn cliënt. De pvp heeft bovendien een zwijgplicht die ook geldt ten opzichte van de werkers in de instelling. Die zwijgplicht kan, op een enkele uitzondering na, alleen worden doorbroken na toestemming van zijn cliënt.
Literatuur
go back to reference Berghmans, R. (1992). Om bestwil: paternalisme in de psychiatrie (pp. 46–143). Amsterdam: Thesis Publishers. Berghmans, R. (1992). Om bestwil: paternalisme in de psychiatrie (pp. 46–143). Amsterdam: Thesis Publishers.
go back to reference Commissie Patiëntenvertrouwenspersoon (1980). Advies inzake de taak en plaats van de patiëntenvertrouwenspersoon (p. 30–32). Utrecht: Nationale Ziekenhuisraad. Commissie Patiëntenvertrouwenspersoon (1980). Advies inzake de taak en plaats van de patiëntenvertrouwenspersoon (p. 30–32). Utrecht: Nationale Ziekenhuisraad.
go back to reference Gedragsregels Patiëntenvertrouwenspersoon (1999). Utrecht: Stichting Patiëntenvertrouwenspersoon. Gedragsregels Patiëntenvertrouwenspersoon (1999). Utrecht: Stichting Patiëntenvertrouwenspersoon.
go back to reference Koel, R., Busschbach, J., & Donker, M. (1987). Strikt vertrouwelijk; evaluatie van het patiëntenvertrouwenswerk in de GGZ (p. 116–127). Utrecht: Nederlands centrum Geestelijke volksgezondheid. Koel, R., Busschbach, J., & Donker, M. (1987). Strikt vertrouwelijk; evaluatie van het patiëntenvertrouwenswerk in de GGZ (p. 116–127). Utrecht: Nederlands centrum Geestelijke volksgezondheid.
go back to reference Kortmann, F.A.M. (2000). Beschouwingen over paternalisme en autonomie in de psychiatrie. Tijdschrift voor Psychiatrie, 42, 319–326. Kortmann, F.A.M. (2000). Beschouwingen over paternalisme en autonomie in de psychiatrie. Tijdschrift voor Psychiatrie, 42, 319–326.
go back to reference Landelijk Centrum Verpleging & Verzorging (1998). De cliënt aan het woord (p. 15). Maarssen: Elsevier/De Tijdstroom. Landelijk Centrum Verpleging & Verzorging (1998). De cliënt aan het woord (p. 15). Maarssen: Elsevier/De Tijdstroom.
go back to reference Leenen, H.J.J. (2002). Handboek Gezondheidsrecht deel II (4e druk) (pp. 16–18). Houten: Bohn Stafleu Van Loghum. Leenen, H.J.J. (2002). Handboek Gezondheidsrecht deel II (4e druk) (pp. 16–18). Houten: Bohn Stafleu Van Loghum.
go back to reference Leenen, H.J.J. (2000). Handboek Gezondheidsrecht deel I (4e druk) (p. 232–235). Houten: Bohn Stafleu Van Loghum. Leenen, H.J.J. (2000). Handboek Gezondheidsrecht deel I (4e druk) (p. 232–235). Houten: Bohn Stafleu Van Loghum.
go back to reference Legemaate, J. (1994). Goed recht De betekenis en de gevolgen van het recht voor de praktijk van de hulpverlening (p. 37–39). Preadvies Vereniging voor Gezondheidsrecht. Legemaate, J. (1994). Goed recht De betekenis en de gevolgen van het recht voor de praktijk van de hulpverlening (p. 37–39). Preadvies Vereniging voor Gezondheidsrecht.
go back to reference Nederlands Instituut van Psychologen (1998). De nieuwe beroepscode voor psychologen (p. 7). Amsterdam: Nederlands Instituut van Psychologen. Nederlands Instituut van Psychologen (1998). De nieuwe beroepscode voor psychologen (p. 7). Amsterdam: Nederlands Instituut van Psychologen.
go back to reference Reijsen, P.P.M. van (1999). Medisch-professionele autonomie en gezondheidsrecht (p. 25–29). Den Haag: Koninklijke Vermande. Reijsen, P.P.M. van (1999). Medisch-professionele autonomie en gezondheidsrecht (p. 25–29). Den Haag: Koninklijke Vermande.
go back to reference Veder-Smit, E. (1980). Notitie Patiëntenvertrouwenspersoon (p. 2). Den Haag: ministerie van Volksgezondheid en Milieuhygiëne. Veder-Smit, E. (1980). Notitie Patiëntenvertrouwenspersoon (p. 2). Den Haag: ministerie van Volksgezondheid en Milieuhygiëne.
go back to reference Widdershoven, G. (1998). Autonomie in de hulpverlening. Tijdschrift voor de sociale sector, 1, 20–25. Widdershoven, G. (1998). Autonomie in de hulpverlening. Tijdschrift voor de sociale sector, 1, 20–25.
Metagegevens
Titel
6 Zwijgen of handelen?
Auteur
Paul Manni
Copyright
2004
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-313-9692-4_6