Skip to main content
Top

2016 | OriginalPaper | Hoofdstuk

6 Werken vanuit de relatie

Auteurs : Angèle Jonker, Wilma Spijkers, Betty van Wijngaarden

Gepubliceerd in: Kleinschalig zorgen

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

  • Bij kleinschalig zorgen bieden we de bewoners persoonsgerichte zorg (zie Inleiding).
  • Het is gebaseerd op een gelijkwaardige zorgrelatie waarbij zowel de bewoners als de verzorgenden hun eigen identiteit zo veel mogelijk kunnen behouden (zie Inleiding).
  • In een gelijkwaardige zorgrelatie komen de belevingswerelden van de bewoner en van de verzorgende samen (zie paragraaf 6.1).
  • De belevingswereld van de bewoner is anders dan die van de verzorgende. En wordt gekenmerkt door (zie paragraaf 6.1):
    • ○ verliezen;
    • ○ niets (meer) te kiezen hebben.
  • Een betekenisvolle zorgrelatie ontstaat doordat de verzorgende laat merken de bewoner echt te begrijpen en mee te voelen met wat deze meemaakt. Een bewoner die zich emotioneel begrepen voelt, gedraagt zich meer ontspannen dan een bewoner die zich eenzaam en in de steek gelaten voelt (zie paragraaf 6.1).
  • Het beeld dat iemand van zichzelf heeft (identiteit genaamd), bepaalt ook zijn belevingswereld. Identiteit bestaat uit (zie paragraaf 6.1):
    • ○ uiterlijke identiteit (bijvoorbeeld kleding, gewoontes, voor- en afkeuren);
    • ○ innerlijke identiteit (bijvoorbeeld hoe we over onszelf denken, over onze rollen, onze plaats in het leven).
  • Het is belangrijk om de uiterlijke en innerlijke identiteit van een bewoner in stand te helpen houden. Zo voelt deze zich nog betekenisvol, en verbonden met familie, vrienden, vroegere collega’s, enzovoort (zie paragraaf 6.1).
  • Verschillen tussen een professionele zorgrelatie met een bewoner en een privérelatie, zoals met eigen familieleden of vrienden (zie paragraaf 6.2):
    • ○ de zorgrelatie is eindig;
    • ○ de zorgrelatie is vervangbaar (op een vergelijkbare manier over te nemen door een collega).
  • In een team houden verzorgenden samen de grenzen van professionele zorgrelaties in de gaten (zie paragraaf 6.2).
  • Dankzij persoonsgerichte zorg is een professionele zorgrelatie evengoed wel menselijk en persoonlijk. Goed toegepaste persoonsgerichte zorg is een van de succesfactoren van kleinschalig zorgen.
  • In persoonsgerichte zorg onderscheiden we (zie paragraaf 6.3):
    • ○ persoonsversterkende benaderingswijzen (versterkt bij bewoners het gevoel van welbevinden, van gewaardeerd worden, en het gevoel van mens-zijn);
    • ○ persoonsondermijnende benaderingswijzen (verminderd bij bewoners het gevoel van welbevinden, versterkt het ziektegevoel).
  • Regievoering is ervaren dat je controle hebt over de dingen die gebeuren in het dagelijks leven (Pearlin & Schooler 1978) (zie paragraaf 6.4).
  • Om de regievoering door een bewoner te kunnen bevorderen, is het belangrijk dat verzorgenden zich verdiepen in de persoon achter de kwetsbare oudere. En zo inzicht te krijgen in zijn voor- en afkeuren.
  • Persoonsgerichte benadering is hierbij belangrijk. De vijf psychologische behoeften uit de persoonsgerichte benadering van Kitwoord zijn (zie paragraaf 6.4):
    1.
    comfort (troost en bemoediging)
     
    2.
    identiteit
     
    3.
    gehechtheid
     
    4.
    bezigheid
     
    5.
    erbij horen
     
  • Om de regievoering van bewoners en hun familie te kunnen bevorderen, hebben verzorgenden kennis nodig van de levens van bewoners. Het levensverhaal van een bewoner is daarom het startpunt van de zorgrelatie en het zorgen volgens plan (zie paragraaf 6.5).
  • Het levensverhaal gaat om het (leren) kennen van de bewoner als mens. Hoe is hij geworden tot wie hij nu is? Om het levensverhaal te leren kennen, zijn veel gesprekken nodig, zowel met de bewoner als met zijn naasten (zie paragraaf 6.5).
Metagegevens
Titel
6 Werken vanuit de relatie
Auteurs
Angèle Jonker
Wilma Spijkers
Betty van Wijngaarden
Copyright
2016
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-368-1568-0_6