2010 | OriginalPaper | Hoofdstuk
6 Lichamelijk onverklaarde klachten
Auteur : Dr. J.P.C. Jaspers
Gepubliceerd in: Medische psychologie
Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum
Samenvatting
-
De prevalentie van lichamelijk onverklaarde klachten is hoog: naar schatting 20-50% zowel in de eerste als de tweede lijn.
-
Hoewel niet in alle gevallen duidelijk aantoonbaar, wordt meestal een verband verondersteld tussen lichamelijk onverklaarde klachten en psychische factoren.
-
Voor de cognitief-gedragsmatige visie op lichamelijk onverklaarde klachten is de meeste wetenschappelijke evidentie en deze visie biedt de beste aanknopingspunten voor de behandeling.
-
De cognitief-gedragstherapeutische benadering richt zich niet op de oorzaken, maar op de interpretatie van de klachten door de patiënt en op de cognitieve, emotionele, gedragsmatige, lichamelijke en sociale gevolgen.
-
Het reattributiemodel is een speciaal voor de (huis)arts ontwikkeld model voor de aanpak van lichamelijk onverklaarde klachten gebaseerd op de cognitief-gedragsmatige visie.