Skip to main content
Top

2007 | OriginalPaper | Hoofdstuk

6 Het immuunsysteem

Auteur : J. A. Groenink

Gepubliceerd in: Pathofysiologie

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

Het immuunsysteem verdedigt het lichaam tegen vreemde indringers zoals bacteriën, parasieten, bepaalde chemische stoffen en virussen die het lichaam schade kunnen berokkenen. Tot vijftig jaar geleden was dit het voornaamste uitgangspunt van de wetenschappers die zich met de immunologie bezighielden. Later kreeg het begrip een grotere omvang doordat het werd uitgebreid met het onderscheidingsvermogen tussen ‘zelf’ en ‘niet-zelf ‘, dat wil zeggen tussen alles wat bij een individu hoort, cellen, weefsels en moleculen en datgene wat daaraan vreemd is. Het begrip ‘zelf’ versus ‘niet-zelf’ kreeg actualiteit doordat het puur technisch mogelijk werd zieke organen te vervangen, maar wat in de praktijk altijd mislukte omdat het betrokken orgaan als vreemd werd herkend en afgestoten. Bovendien werd het steeds duidelijker dat maligne nieuwvormingen niet alleen als een wildgroei van normale, grensoverschrijdende cellen mochten worden beschouwd, maar dat deze maligne cellen ook moleculen bevatten die lichaamsvreemd waren. De discriminatie tussen ‘zelf’ en ‘vreemd’ maakt het individuele bestaan van elk levend wezen mogelijk en houdt dit in stand. Wanneer dit onderscheidende vermogen faalt, worden enerzijds geen of onvoldoende maatregelen getroffen om vreemde indringers onschadelijk te maken, anderzijds kan er juist een afweerreactie tegen eigen lichaamscellen of de producten daarvan ontstaan, met een zogenoemde auto-immuunziekte als gevolg. Bij aids wordt een subpopulatie van lymfocyten die cytokines maken vernietigd. Hierdoor is er geen of onvoldoende weerstand tegen microben die normaliter onschuldig zijn.
Metagegevens
Titel
6 Het immuunsysteem
Auteur
J. A. Groenink
Copyright
2007
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-313-9630-6_6