Samenvatting
In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de fysiotherapeutische mogelijkheden om de obstructie in de luchtwegen te verminderen. Veelal wordt door fysiotherapeuten alleen gedacht aan mucus als oorzaak voor obstructie, maar er zijn ook andere factoren die luchtwegobstructie tot gevolg kunnen hebben (zie hoofdstuk 1). Voor de fysiotherapeut is het van belang ze te kennen. Enerzijds zijn zij aangrijpingspunten voor een causale (verwijderen van mucus) of symptomatische benadering (voorkomen van collaps van de luchtwegen). Anderzijds wordt daardoor duidelijk welke factoren niet door fysiotherapie worden beïnvloed, al moet er bij de behandeling wel rekening mee gehouden worden (bijvoorbeeld bronchospasme). Daarnaast zijn er factoren waarvan gebruikgemaakt wordt bij de behandeling (bijvoorbeeld collaterale ventilatie en een lage inspiratoire flow om lucht achter de mucus te krijgen). Kennis van deze factoren is ook belangrijk om de beperkingen van bepaalde fysiotherapeutische technieken te begrijpen en de technieken aan te kunnen passen aan de individuele patiënt. Een te grote expiratiekracht bijvoorbeeld kan bij een patiënt met verlies van elastische retractiekracht van de longen een collaps van de luchtwegen veroorzaken; hierdoor wordt een ‘krachtige’ hoest ineffectief, terwijl een minder krachtige geforceerde expiratie (een huff, zie later) er juist wel voor zorgt dat het secreet in de luchtwegen verplaatst wordt.