Skip to main content
Top

2010 | OriginalPaper | Hoofdstuk

58

Auteurs : Dr. A. C. de Groot, Dr. J. Toonstra

Gepubliceerd in: Casuïstiek in de dermatologie

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Abstract

Het is januari. Een man van 42 jaar heeft sinds enkele maanden jeukende afwijkingen op zijn onderbenen. Hij heeft het tubetje triamcinoloncrème van zijn vrouw gepakt en de plekken hiermee een week lang tweemaal per dag ingesmeerd, maar dat hielp niet en het voelde bovendien branderig aan. ‘Dan was Nivea crème nog lekkerder.’ Patiënt werkt ‘in de bloemen’ en brengt enkele uren per dag in koelcellen door. Een jaar geleden had hij ook al een beetje uitslag op zijn benen, maar dat was toen in ‘mei of juni of zo’ vanzelf verdwenen. Patiënt is niet atopisch.
Literatuur
go back to reference Dirven-Meijer PC, De Jong-Tieben LM, Besselink HJ, De Jongh TOH. Eczeem. Huisarts Wet. 2004;47(10):472–7. Dirven-Meijer PC, De Jong-Tieben LM, Besselink HJ, De Jongh TOH. Eczeem. Huisarts Wet. 2004;47(10):472–7.
Metagegevens
Titel
58
Auteurs
Dr. A. C. de Groot
Dr. J. Toonstra
Copyright
2010
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-313-8458-7_58