TODO: Skip to main content
Top

2011 | OriginalPaper | Hoofdstuk

56 Eczeem

Auteurs : P.C. Dirven-Meijer, L.M. de Jong-Tieben, H.J. Besselink, T.O.H. de Jongh

Gepubliceerd in: Diagnostiek van alledaagse klachten

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

Wanneer een patiënt met de klacht eczeem komt, is het zinvol andere huidafwijkingen uit te sluiten. Ook het differentiëren tussen de diverse eczeemvormen is van belang. De eczeemvorm en het stadium waarin het eczeem zich bevindt (acuut, subacuut, chronisch), of zoals bij constitutioneel eczeem de ernst van dit eczeem (mild, matig, ernstig, volgens de TIS-score),[5,17] bepalen welk behandelplan het best gevolgd kan worden.
De diagnostiek van eczeem is klinisch en berust op de voorgeschiedenis van de patiënt, de anamnese, alsmede het beeld en de lokalisatie van het eczeem. Door het combineren van deze gegevens is het meestal mogelijk een diagnose te stellen. Over de voorspellende waarde van de verschillende diagnostische bevindingen is geen onderzoek bekend. Daarbij speelt ook een rol dat de verschillende eczeemsoorten niet altijd scherp van elkaar zijn te onderscheiden. In dit hoofdstuk is een overzicht gegeven van de belangrijkste kenmerken die men aantreft bij een aantal veelvoorkomende soorten eczeem (zie tabel 3).
Literatuur
Deze inhoud is alleen zichtbaar als je bent ingelogd en de juiste rechten hebt.
Metagegevens
Titel
56 Eczeem
Auteurs
P.C. Dirven-Meijer
L.M. de Jong-Tieben
H.J. Besselink
T.O.H. de Jongh
Copyright
2011
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-313-8364-1_57