TODO: Skip to main content
Top

2017 | OriginalPaper | Hoofdstuk

5 Klinisch redeneren met behulp van redeneerhulpen

Auteurs : Vera Habes, Germieke Quist, Judith van der Sande

Gepubliceerd in: Klinisch redeneren bij ouderen

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

  • De gehanteerde definitie van klinisch redeneren luidt: ‘Klinisch redeneren is het continue proces van gegevensverzameling en analyse gericht op de vragen en problemen van een individu en diens naasten, in relatie tot ziekte en gezondheid. Het continue cyclisch proces van redeneren omvat risico-inschatting, vroegsignalering, probleemherkenning, interventie en monitoring’ (paragraaf 5.1).
  • In het proces van klinisch redeneren gebruikt een verpleegkundige redeneerhulpen: ordeningsmodellen, classificaties, methodieken, fasemodellen, stappenplannen enzovoort. Redeneerhulpen zijn bedoeld om op een professionele manier probleemsituaties te analyseren, te verduidelijken, te benoemen, in te delen of op te lossen. Ze helpen om de juiste vragen te stellen in alle fasen van het klinisch redeneren (paragraaf 5.1).
  • Er wordt in het boek uitgegaan van de hoofdclassificaties vanuit de internationale classificatie van het menselijk functioneren (ICF). De ICF bestaat uit twee delen met elk twee componenten (paragraaf 5.2 en paragraaf 5.3).
    1
    Functioneren en functioneringsproblemen:
    • (lichamelijke) functies en anatomische eigenschappen;
    • activiteiten en participatie.
     
    2
    Beïnvloedende factoren:
    • externe factoren;
    • persoonlijke factoren.
     
  • In dit boek zijn de volgende redeneerhulpen gekoppeld aan de ICF-componenten (paragraaf 5.3).
    Component ICF
    Redeneerhulp
    (Lichamelijke) functies en anatomische eigenschappen
    De orgaansystemen zoals beschreven in Proactive Nursing (Bakker & Van Heycop ten Ham)
    Activiteiten en participatie
    Screeningsinstrumenten en evidence-based zorgplannen uit de Toolkit Kwetsbare ouderen (Bleijenberg e.a.) en de Toolkit Screening, diagnostiek en interventie van de stichting Effectieve Ouderenzorg, AMC
    Externe en persoonlijke factoren
    DSA-methode (dynamische systeemanalyse) van Van Helden en Bakker
  • De DSA richt zich op de functionele mogelijkheden en beperkingen van een (kwetsbare) oudere en zijn mantelzorgsysteem, en wel op de volgende zes dimensies: somatische functiekenmerken, cognitieve functiekenmerken, persoonlijkheidsfunctiekenmerken, belevingsfunctiekenmerken, sociale omgevingskenmerken, levensloopkenmerken (paragraaf 5.3).
  • Een syndroom in de gebruikelijke betekenis is een verzameling van symptomen en verschijnselen die in een vast onderling verband voorkomen als kenmerk van een onderliggende aandoening. Bij een geriatrisch syndroom zijn de symptomen echter het gevolg van meer aandoeningen tegelijkertijd. Elke afzonderlijke oorzaak hoeft geen klachten te geven, maar de combinatie kan die wél geven (paragraaf 5.3).
  • Alle hoofdstukken in deel II van het boek worden afgesloten met een paragraaf over interventies. Hierbij is gekozen voor een indeling in preventieve interventies, curatieve interventies en zelfmanagementondersteuning. Zelfmanagementondersteuning kan worden gekoppeld aan zowel preventieve als curatieve interventies (paragraaf 5.4).
  • Zelfmanagement lijkt gerelateerd te zijn aan de functionele kenmerken en hun interacties op alle zes de dimensies van de DSA. Voorbeeld: hoe rijker iemands sociale omgeving (sociale omgevingskenmerken) en levensgeschiedenis zijn, hoe meer basis er is voor zelfmanagement (paragraaf 5.4).
Bijlagen
Deze inhoud is alleen zichtbaar als je bent ingelogd en de juiste rechten hebt.
Literatuur
Deze inhoud is alleen zichtbaar als je bent ingelogd en de juiste rechten hebt.
Metagegevens
Titel
5 Klinisch redeneren met behulp van redeneerhulpen
Auteurs
Vera Habes
Germieke Quist
Judith van der Sande
Copyright
2017
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-368-1487-4_5