Samenvatting
Zoals al eerder aangegeven, roepen de zwangerschaps- en kraamperiode veel vragen op. Eén van de vragen waarover de aanstaande moeder nadenkt, is: ‘Zal ik borst- of flesvoeding gaan geven?’ Er is een tijd geweest dat het geven van flesvoeding gepropageerd werd, ook door gezondheidsmede-werkers. Tegenwoordig geeft men weer de voorkeur aan borstvoeding. Uit huidige onderzoeken komt steeds meer naar voren dat borstvoeding voordelen heeft ten opzichte van flesvoeding. Bij vergelijkingen tussen verschillende landen blijkt in Nederland veel minder en veel minder lang borstvoeding gegeven te worden. Er wordt van alle kanten gepleit om borstvoeding te propageren vanwege de voordelen. De verpleegkundige heeft hierin een zeer belangrijke taak. Zij zal te maken krijgen met onzekerheden van ouders. Om je te helpen hier juist op te reageren zijn er allerlei boekjes en voorlichtingsbrochures beschikbaar. Tevens kun je gebruikmaken van informatie van verschillende stichtingen en verenigingen die zich bezighouden met borstvoeding (zie hoofdstuk 11). Verder komen er in Nederland steeds meer lactatiedeskundigen. Deze professionals zijn gespecialiseerd in borstvoeding. Door middel van de studieopdrachten krijg je inzicht in de voor- en nadelen van borst- en flesvoeding. Daarnaast verwerf je kennis over het omgaan met voedingsproblemen bij pasgeborenen en zuigelingen. Deze inzichten zijn noodzakelijk voor het voeren van een verpleegkundig diagnosticeringsgesprek (zie hoofdstuk 6).