Skip to main content
Top

2016 | OriginalPaper | Hoofdstuk

4 Circulatie

Auteurs : I.L.D. Houtman, H.F.P.M. Schlatmann, G.M. van der Poel

Gepubliceerd in: Fysiologie voor de sportpraktijk

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

De bloedsomloop (circulatie) is het continu werkende transportsysteem dat de weefsels voortdurend van zuurstofrijk bloed voorziet en voor voldoende afvoer van afbraakproducten zorgt. De bloedsomloop bestaat uit.
a
Het hart, een holle spier die als pomp fungeert.
In ontspannen toestand stroomt het hart vol met bloed. Door contractie (samentrekking) van de hartspier wordt het bloed de bloedvaten ingepompt en worden de weefsels en organen in het lichaam van bloed voorzien. Elke contractie van de hartspier noemt men een hartslag.
 
b
De bloedvaten, de transportbanen.
Het bloedvatenstelsel kunnen we naar bouw en functie in drie achter elkaar geschakelde delen onderscheiden.
 
1
Allereerst zijn dit de uitstroomvaten van het hart, de slagaderen of arteriën. De aorta en de arteria pulmonalis zijn de hoofdslagaders, die zich vertakken in kleinere arteriën die het bloed naar de weefsels voeren
 
2
In de weefsels vertakken de arteriën zich in haarvaten of capillairen, een netwerk van kleine bloedvaatjes met een zeer dunne wand van één cel dikte. Dankzij de structuur van de capillairwand is hier uitwisseling van gassen (zuurstof en kooldioxide) en opgeloste stoffen mogelijk.
 
3
Het bloed wordt na doorstroming van de orgaanweefsels in de grote bloedsomloop verzameld in de aderen of venen. De venen voeren het bloed vervolgens terug naar het hart.
 
Metagegevens
Titel
4 Circulatie
Auteurs
I.L.D. Houtman
H.F.P.M. Schlatmann
G.M. van der Poel
Copyright
2016
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-368-1308-2_4