Samenvatting
De eerste 90 graden abductie van de arm wordt voornamelijk tot stand gebracht door contractie van de m. deltoideus (pars acromialis). De m. deltoideus heeft zijn origo aan het acromion en insereert aan de humerus. Tijdens de eerste 90 graden abductie wordt de humeruskop door deze spier naar het acromion toegetrokken (figuur 3a.1). Omte voorkomen dat de humerus tegen het acromion ‘botst’ zal de rotatorcuffmusculatuur contraheren. Hierdoor wordt de humeruskop, op ongeveer één centimeter afstand van het acromion, gefixeerd in de kom. Alle rotatorcuffspieren hebben namelijk een dusdanig verloop dat de humeruskop tijdens contractie enigszins naar caudaal wordt getrokken. Verder wordt de humeruskop door de rotatorcuffmusculatuur stevig in de kom gefixeerd. Deze perfecte samenwerking van spieren is van essentieel belang voor een soepel verlopende elevatie van de arm. Soms wordt om een of andere reden de werking van de rotatorcuffmusculatuur tijdens abductie van de arm dusdanig verstoord dat de humeruskop naar craniaal migreert, in de richting van het acromion: dit is de belangrijkste oorzaak van het ontstaan van het zogenaamde impingementsyndroom.