Samenvatting
Gynaecologisch handelen kan, ook indien het niet gaat om de behandeling van seksuele klachten, invloed hebben op het seksueel functioneren en de seksuele beleving van de patiënt. In dit verband is het van belang de beginsituatie met betrekking tot de seksualiteit van de patiënt te beoordelen. Om die te bepalen moet iedere nieuwe patiënt worden gevraagd of er seksuele moeilijkheden bestaan. Aan bekende patiënten kan de vraag naar het seksueel functioneren en seksuele klachten tijdens de behandeling herhaald worden.
De meeste seksuele problemen kunnen worden verholpen door voorlichting, correctie van eventueel aanwezige lichamelijke problemen, geruststelling en specifieke suggesties. Soms is specifieke sekstherapie of psychotherapie gewenst of een somatisch-seksuologische behandeling. Daartoe bestaan adequate verwijzingsmogelijkheden.