Samenvatting
Pijnklachten in de gynaecologie kunnen acuut, chronisch en cyclisch zijn. Bij acute pijn moet de aandacht gericht zijn op het aantonen of uitsluiten van organische oorzaken. Een laparoscopie kan dan een waardevol diagnosticum zijn. In de differentiële diagnostiek spelen ook niet-gynaecologische oorzaken een rol.
Chronische pijn is vaak multifactorieel van oorsprong. Deze klacht moet integraal worden benaderd met aandacht voor de emotionele, cognitieve, gedragsmatige, lichamelijke en sociale gevolgen van de aanhoudende pijn in het dagelijks leven. Bij chronische buikpijn is terughoudendheid met chirurgische interventies geboden. De behandeling zal bij voorkeur gericht zijn op het leren omgaan met chronische pijn (pain management).
Bij cyclische pijn (dysmenorroe) moet een organische oorzaak worden uitgesloten.
Het stellen van de diagnose PMS kan lastig zijn. De ernst van de klachten en de gevolgen daarvan in het dagelijks leven zijn bepalend of de cyclusgebonden klachten een psychiatrische diagnose rechtvaardigen.