Samenvatting
Preventie heeft het kindergebit veel goed gedaan, 50% van de vijfjarige Nederlandse kinderen is klinisch cariësvrij. Maar de andere 50% van de peuters heeft gemiddeld acht caviteiten en bovendien is slechts 25% van deze caviteiten gerestaureerd (Schuller et al., 2011). In de – nog resterende – centra voor jeugdtandheelkunde zijn de cijfers niet veel beter, alleen is het aantal gerestaureerde elementen soms hoger (Kalsbeek en Poorterman, 1999). De gegevens suggereren dat de mondzorgverleners mogelijk tegen de zorg voor jeugdigen opzien. Juist daarom kan inzicht in het cariësrisico aanleiding zijn om extra effectieve preventieve maatregelen te nemen.