Skip to main content
Top

2004 | OriginalPaper | Hoofdstuk

30 Autonome functies en dysfuncties

Auteurs : E. Ch. Wolters, H. J. Groenewegen

Gepubliceerd in: Neurologie

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

Aandoeningen van het autonome zenuwstelsel gaan gepaard met een grote verscheidenheid aan symptomen die nauw samenhangen met de functies van de organen of de orgaansystemen die zijn aangedaan. De klinische verschijnselen zijn meestal het gevolg van een falende innervatie, maar kunnen ook worden veroorzaakt door een toegenomen activiteit, zoals overmatig zweten of hypertensie bij het syndroom van Guillain-Barré. Aandoeningen van het autonome zenuwstelsel worden verdeeld in primaire en secundaire aandoeningen. Bij primaire aandoeningen is doorgaans sprake van een op zichzelf staande, meestal degeneratieve, ontregeling van het gehele autonome zenuwstelsel. Secundaire autonome functiestoornissen ontstaan meestal bij specifieke aandoeningen zoals diabetes mellitus, het syndroom van Guillain-Barré en bepaalde infectieuze en paraneoplastische processen of door een traumatische (dwarslaesies) en/of iatrogene oorzaak (geneesmiddelen). Daarnaast zijn er ook meer beperkte en goed gelokaliseerde afwijkingen binnen het autonome zenuwstelsel te onderscheiden. Het betreft dan bijvoorbeeld het syndroom van Horner en de zeldzaam optredende, posttraumatische dystrofie. In dit hoofdstuk worden de diffuse autonome functiestoornissen en de autonome functies en dysfuncties van enkele specifieke orgaansystemen besproken. Aan het einde van het hoofdstuk wordt ingegaan op de therapeutische mogelijkheden bij autonome aandoeningen.
Literatuur
go back to reference Aminoff MJ. Neurology and general medicine. 2nd ed. New York: Churchill Livingstone; 1995. Hoofdstuk 26, 27. Aminoff MJ. Neurology and general medicine. 2nd ed. New York: Churchill Livingstone; 1995. Hoofdstuk 26, 27.
go back to reference Bradley WG, Daroff RB, Fenichel GM, Marsden CD. Neurology in clinical practice. 3rd ed. Boston: Butterworth & Heinemann; 2000. Hoofdstuk 81. Bradley WG, Daroff RB, Fenichel GM, Marsden CD. Neurology in clinical practice. 3rd ed. Boston: Butterworth & Heinemann; 2000. Hoofdstuk 81.
go back to reference Robertson D, Low PA, Polinsky RJ. Primer on the autonomic nervous system. New York: Academic Press; 1996. Robertson D, Low PA, Polinsky RJ. Primer on the autonomic nervous system. New York: Academic Press; 1996.
go back to reference Mathias CJ, Bannister R. Autonomic failure: a textbook of clinical disorders of the autonomic nervous system. 4th ed. Oxford: Oxford University Press; 1999. Mathias CJ, Bannister R. Autonomic failure: a textbook of clinical disorders of the autonomic nervous system. 4th ed. Oxford: Oxford University Press; 1999.
go back to reference Zigmond MJ, Bloom FE, Landis SC, Roberts JL, Squire LR. Fundamental neuroscience. New York: Academic Press; 1999. Hoofdstuk 39, 40, 47. Zigmond MJ, Bloom FE, Landis SC, Roberts JL, Squire LR. Fundamental neuroscience. New York: Academic Press; 1999. Hoofdstuk 39, 40, 47.
Metagegevens
Titel
30 Autonome functies en dysfuncties
Auteurs
E. Ch. Wolters
H. J. Groenewegen
Copyright
2004
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-313-6364-3_30