Skip to main content
Top

2010 | OriginalPaper | Hoofdstuk

3 Effecten van psychosociale interventies bij hart- en vaatziekten: coronaire hartziekten, hartfalen en cerebrovasculaire aandoeningen

Auteurs : Jos van Erp, Karen Schipper

Gepubliceerd in: Psychosociale zorg bij chronische ziekten

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

De Nederlandse Hartstichting streeft met een van haar programma’s, Hart voor Mensen, naar het verbeteren van de psychosociale zorg voor patiënten met hart- en vaatziekten. Effectieve en efficiënte zorg zou zo georganiseerd moeten zijn dat deze aansluit bij het aanpassingsproces van de patiënt. Het effect van psychosociale interventies is afhankelijk van de mate waarin deze zijn afgestemd op de behoeften en problemen van de patiënt. Bij het afstemmen van de interventie zouden enkele aspecten in overweging moeten worden genomen: het verwerkings- en aanpassingsproces van de patiënt, individuele verschillen tussen patiënten en ziektespecifieke aspecten. Met behulp van een door de Hartstichting ontwikkeld model kan er richting worden gegeven aan de manier waarop interventies geïmplementeerd zouden moeten worden binnen het gehele zorgsysteem.
Vanuit dit perspectief zijn beschikbare psychosociale interventies, gericht op coronaire hartziekten, hartfalen en cerebrovasculaire aandoeningen bekeken. Hieruit bleek dat het effect en de efficiëntie van deze interventies verbeterd kan worden door patiënten gedurende het aanpassingsproces enkele malen te screenen op potentiële risicofactoren, psychosociale problemen en psychopathologie. Bij het ontwikkelen van nieuwe interventies zouden duidelijke doelen geformuleerd moeten worden voor specifieke interventies, afgestemd op specifieke patiëntengroepen. De huidige revalidatieprogramma’s werken aan een mix van gezondheidsgerelateerde en psychosociale doelen. Hierdoor is het onmogelijk om te voorspellen welke aspecten van welk programma verantwoordelijk zijn voor de gevonden effecten. Verder laat het overzicht van interventies zien dat er te weinig aandacht is voor psychosociale problemen in de chronische fase van hart- en vaatziekten. Ook voor deze fase zouden er interventies ontwikkeld moeten worden.
Metagegevens
Titel
3 Effecten van psychosociale interventies bij hart- en vaatziekten: coronaire hartziekten, hartfalen en cerebrovasculaire aandoeningen
Auteurs
Jos van Erp
Karen Schipper
Copyright
2010
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-313-8231-6_3