Skip to main content
Top

2012 | OriginalPaper | Hoofdstuk

28 Neurologische afwijkingen bij kinderen

Auteurs : prof. dr. J.B.M. Kuks, prof. dr. J.W. Snoek

Gepubliceerd in: Klinische neurologie

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

Een jongen van 4 jaar wordt op aandringen van zijn leerkracht verwezen. Zij heeft gemerkt dat hij zijn linkerhand niet gebruikt bij knutselen. Hij kan niet goed hardlopen en valt vaak doordat hij struikelt over zijn linkervoet. Hij kan goed meekomen met zijn klasgenootjes; de psychomotorische ontwikkeling is normaal en er zijn geen bijzondere ziekten. Bij onderzoek blijkt zijn linkerbeen iets dunner en korter te zijn dan zijn rechterbeen. Tijdens lopen heeft hij een tenenloop; bij het hardlopen is er een spitsvoet en maakt zijn linkerbeen een boogvormige beweging naar buiten. Zijn linkerarm wordt hierbij ‘als een vleugeltje’ opgetrokken. De achilles- en kniepeesreflex zijn links hoger dan rechts en de voetzoolreflex is links pathologisch. Hij kan bij de proef van de gestrekte armen de linkerhand moeilijk stilhouden en er treden onwillekeurige vingerbewegingen op. Het verplaatsen van houten pinnetjes in een gaatjesbord gaat links veel minder snel dan rechts.
Metagegevens
Titel
28 Neurologische afwijkingen bij kinderen
Auteurs
prof. dr. J.B.M. Kuks
prof. dr. J.W. Snoek
Copyright
2012
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-313-9217-9_28