Skip to main content
Top

2016 | OriginalPaper | Hoofdstuk

23 Letsels van patella en tibia

Auteur : Hendries Boele

Gepubliceerd in: Traumatologie van extremiteiten en bekken

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

Patellafracturen (zie paragraaf 23.1) worden onderverdeeld in enkelvoudig, dwars, verticaal en comminutief. Behandeling: meestal zuggurtungosteosynthese.
Een musculusquadricepsruptuur (zie paragraaf 23.2) is een letsel van het strekapparaat van de knie. Behandeling: operatieve reïnsertie van deze spiergroep aan de patella met transossale hechtingen.
Tibiaplateaufracturen (zie paragraaf 23.3) verlopen altijd intra-articulair en gaan vaak gepaard met band- en/of meniscusletsel. Soms is ook de proximale fibula gefractureerd. De classificatie volgens Schatzker omvat zes typen. Behandeling: conservatief met een gipsverband of brace, of operatief.
Een eminentiafractuur (zie paragraaf 23.4) is een benige afscheuring van de voorste kruisbandinsertie ter hoogte van het tibiaplateau. Behandeling niet-gedisloceerde afscheuring: conservatief. Bij dislocatie: operatieve repositie en fixatie met een (gecanuleerde) schroef of transepifysaire lushechting.
De onderbeenfractuur (zie paragraaf 23.5) is meestal een gecombineerde fractuur van tibia en fibula (crurisfractuur). Tibiaschachtfracturen worden ingedeeld naar de toestand van de huid in gecompliceerde (open) en ongecompliceerde (gesloten) fracturen, of naar de vorm van de fractuur; dwars, schuin, spiraalvormig, los-fragment (butterfly-fragment), enkelvoudig, comminutief en/of (niet-) gedisloceerd. Ook de locatie van de fractuur is van belang. Behandeling: een ongecompliceerde fractuur zonder dislocatie conservatief met gips; een instabiele, niet-gecompliceerde, diafysair gelokaliseerde fractuur met een intramedullaire pen; een metafysair gelokaliseerde fractuur met plaatfixatie. Een ernstig gecompliceerde fractuur wordt (tijdelijk) gestabiliseerd met een fixateur externe.
Een pilonfractuur (zie paragraaf 23.6) is een fractuur in het distale gedeelte van de tibia. De AO-classificatie onderscheid drie categorieën. Behandeling: bij geen dislocatie: conservatief; operatief met bijvoorbeeld LCP pilonplaat, LCP anterolaterale distale tibiaplaat of distale LCP metafyseale plaat met hoekstabiele schroeven.
Metagegevens
Titel
23 Letsels van patella en tibia
Auteur
Hendries Boele
Copyright
2016
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-368-1185-9_23