Skip to main content
Top

2016 | OriginalPaper | Hoofdstuk

22 Operatietechnieken bij trauma van de femurschacht en het distale femur

Auteur : Hendries Boele

Gepubliceerd in: Traumatologie van extremiteiten en bekken

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

De femurpen (LFN) (zie paragraaf 22.1) wordt bij een femurschachtfractuur gebruikt voor repositie en stabilisatie. Mogelijke complicaties: pseudoartrose, osteomyelitis, breuk van het implantaat.
Operatieprocedure:
  • positioneren van de patiënt op de extensietafel;
  • bepalen van diameter en lengte van de pen;
  • entree maken tot de mergholte op de top van de trochanter major;
  • eventueel opboren van de mergholte;
  • inbrengen van de femurpen in de mergholte;
  • proximaal en distaal vergrendelen;
  • plaatsen endcap;
  • sluiten van de wond.
De retrograde femurpen (R/AFN) (zie paragraaf 22.2) wordt bij een distale of supracondylaire femurfractuur of bij een fractuur proximaal van een totale knieprothese (die moet zijn voorzien van een open notch) gebruikt voor repositie en stabilisatie.
Operatieprocedure:
  • positioneren van de patiënt in rugligging, het onderbeen aan de gefractureerde zijde afhangen;
  • diameter en lengte van de pen bepalen;
  • toegang maken tot de mergholte op de plaats van de intracondylaire notch;
  • eventueel opboren mergholte;
  • inbrengen van de femurpen in de mergholte;
  • proximaal en distaal vergrendelen;
  • plaatsen endcap;
  • sluiten van de wond.
De distale femurplaat (LISS) (zie paragraaf 22.3) wordt bij een distale femurfractuur gebruikt voor repositie en stabilisatie. De LISS is een minimaal invasieve plaatosteosynthese waarbij uitgebreid vrijleggen van de fractuur achterwege wordt gelaten. De LISS fungeert als een interne fixateur. De schroeven worden hoekstabiel geplaatst. Het is mogelijk de LISS percutaan met schroeven te fixeren door gebruik van een röntgendoorlaatbaar richtapparaat.Ee periprothetische fractuur (zie paragraaf 22.4) is een fractuur rond een heup- of knieprothese. Bij heupprothesen worden ze ingedeeld volgens de Vancouver-classificatie, bij knieprothesen volgens de gemodificeerde classificatie van Neer of de classificatie van Lewis en Rorabeck.
Behandeling: osteosynthese met hoekstabiele plaat en schroeven, gecombineerd met een cable grip, of vervangen van de prothese door een revisieprothese.
Metagegevens
Titel
22 Operatietechnieken bij trauma van de femurschacht en het distale femur
Auteur
Hendries Boele
Copyright
2016
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-368-1185-9_22